In de cementzaken concludeert het Hof van Justitie dat de Europese Commissie haar inlichtingenverzoek onvoldoende had gemotiveerd. In dit artikel wordt de verwachte impact van deze uitspraak besproken. Daarnaast gaan auteurs in op (rechts)vragen die het arrest oproept. |
Artikel |
Hof van Justitie eist in de cementzaken een steviger fundament onder inlichtingenverzoeken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2016 |
Trefwoorden | Mededinging, Inlichtingenverzoek, motivering, zelfincriminatie, 1/2003 |
Auteurs | Mr. J.W. Fanoy en Mr. T. Raats |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Naar een Europees wetboek voor elektronische communicatieKroniek Telecommunicatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2016 |
Trefwoorden | elektronische communicatie, telecommunicatie, internet, breedbandtoegang, radiospectrum |
Auteurs | Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt ingegaan op de ontwikkelingen in het Europese telecommunicatiekader in de afgelopen drie jaren. Het bevorderen van connectiviteit was een thema uit de voorstellen voor een ‘Connected Continent’ van Commissaris Kroes in 2013. Opnieuw is toegang tot snelle internetconnectiviteit een belangrijke doelstelling van regulering in het voorstel voor een geheel nieuw Europees wetboek voor elektronische communicatie dat de Europese Commissie in september 2016 publiceerde. Het voorstel betekent een algehele herziening van het Europees telecommunicatiekader dat gevolgen zal hebben voor de Nederlandse Telecommunicatiewet. |
Artikel |
Staatssteun. Wat is dat? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2016 |
Trefwoorden | voordeel, begrip, mededeling, steunmaatregel, onderneming |
Auteurs | Dr. mr. N. Saanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli 2016 is de Mededeling van de Europese Commissie betreffende het begrip staatssteun gepubliceerd. Daarin geeft de Commissie een overzicht van vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie en het Gerecht ten aanzien van de interpretatie van de constitutieve bestanddelen van het begrip staatssteun. De Commissie vult dit soms aan met een eigen interpretatie. Het is een informatief document dat richting kan bieden wanneer moet worden vastgesteld of een maatregel een steunmaatregel in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU is. |
Artikel |
Recentste sectoronderzoek van de Europese Commissie: Staatssteun, capaciteitsmechanismen en energiezekerheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2016 |
Trefwoorden | sectoronderzoek, staatssteun, capaciteitsmechanisme, energiezekerheid |
Auteurs | Mr. M. Kleis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het sectoronderzoek van de Europese Commissie in 2015-2016 is de eerste toepassing van dit instrument op het gebied van staatssteun en tegelijk een onderzoek in een sector die op het ogenblik veel veranderingen ondergaat: de energiesector. Eind 2016 zal de Europese Commissie het eindverslag van het onderzoek publiceren. Het tussenbericht laat al eerste conclusies toe. Een van de belangrijkere conclusies betreft de vraag naar de noodzaak van staatsteun voor energiezekerheid in de huidige, en toekomstige, energiemarkten. |
Artikel |
De studenten-OV is niet in strijd met het EU recht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | Burgerschap van de Unie, discriminatie op grond van nationaliteit, steun voor levensonderhoud, Richtlijn 2004/38/EG, artikel 18 VWEU |
Auteurs | Mr. dr. M. de Mol |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit arrest geeft het Hof van Justitie uitleg over artikel 24 lid 2 van Richtlijn 2004/38/EG. Deze bepaling is een uitzondering op het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit voor studiebeurzen en studieleningen voor levensonderhoud. Uit het eerdere arrest Commissie/Oostenrijk blijkt dat niet alle steun aan studenten kan worden gekwalificeerd als een studiebeurs of een studielening in de zin van deze bepaling. In het onderhavige arrest oordeelt het Hof van Justitie dat de Nederlandse studenten-OV er wel onder valt, omdat die de kenmerken vertoont van en verwant is aan ofwel een studiebeurs ofwel een studielening. |
Artikel |
Wederzijds vertrouwen in EAB-zaken op de helling?Law in action vs. law in the books |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | Kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel, overleveringswet, wederzijds vertrouwen en erkenning, grondrechtenbescherming, artikel 4 Handvest |
Auteurs | Mr. M.I. Veldt-Foglia |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het beginsel van wederzijds vertrouwen en de erkenning van rechterlijke uitspraken in de EU is vanaf de invoering van het Europees aanhoudingsbevel in 2004 het uitgangspunt geweest. Het Hof van Justitie heeft daaraan ook strak de hand gehouden. Met het arrest in de zaken Pál Aranyosi en Robert Căldăraru erkent het Hof van Justitie dat een uitzondering mogelijk is in het geval van een dreigende schending van het in artikel 4 Handvest neergelegde verbod van een onmenselijke of vernederende behandeling op grond van de detentieomstandigheden in de aangezochte staat. In deze bijdrage wordt de betekenis van dit arrest bezien voor de Europese strafrechtelijke samenwerking. |
Artikel |
Viermaal auteursrecht in de digitale eengemaakte markt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | Digitale eengemaakte markt, Auteursrecht, Digitaal en grensoverschrijdend gebruik, Online-uitzendingen van omroeporganisaties, Visueel gehandicapten |
Auteurs | Prof. mr. D.J.G. Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als onderdeel van haar strategie voor een ‘digitale eengemaakte markt’ (Digital Single Market, afgekort DSM) heeft de Europese Commissie op 14 september 2016 voorstellen gedaan voor maar liefst vier verschillende instrumenten op het gebied van het auteursrecht: een richtlijn en een verordening over digitaal en grensoverschrijdend gebruik én een richtlijn en een verordening over gebruik voor visueel gehandicapten. Deze voorstellen worden in deze bijdrage besproken. |
Artikel |
De EU-Richtlijn procedurele waarborgen minderjarige verdachten en het Nederlandse jeugdstrafprocesrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | jeugdstrafproces, minderjarige verdachten, procedurele waarborgen, EU-Richtlijn, Europese Commissie |
Auteurs | Mr. M.A.H. Kempen en Mr.dr. J. uit Beijerse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 11 mei 2016 is de Richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure vastgesteld. Het in november 2013 gepresenteerde richtlijnvoorstel had geen zachte landing. De regering beoordeelde de proportionaliteit negatief en de Tweede Kamer liet de Europese Commissie weten het voorstel ook nog strijdig te achten met het beginsel van subsidiariteit. In deze bijdrage zullen de voornaamste punten van discussie in het Nederlandse parlement en in Brussel worden geïnventariseerd en worden bezien hoe daaraan tegemoet is gekomen. De auteurs concluderen dat de richtlijn zoals deze er nu ligt, niet alleen toegevoegde waarde kan hebben bij de internationale samenwerking maar vooral ook voor de inrichting van het Nederlandse jeugdstrafprocesrecht. |
Artikel |
Het verbod op geoblocking en geodiscriminatieHet voorstel voor een verordening betreffende de aanpak van geoblocking en andere vormen van geodiscriminatie nader bezien |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | geoblocking, geodiscriminatie, mededinging, e-commerce, COM(2016)289 |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. M.A.M.L. van de Sanden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 25 mei 2016 heeft de Europese Commissie als onderdeel van haar Digital Single Market-strategie een voorstel gepubliceerd voor een verordening waarin geoblocking en andere vormen van geodiscriminatie (dat wil zeggen discriminatie op grond van nationaliteit, woon- of vestigingsplaats) worden verboden. De conceptverordening kent een ruim toepassingsbereik. Het voorstel beoogt met het verbod op geoblocking zowel discriminatie ten aanzien van de leveringsbereidheid en verkoopprijzen als discriminatie in de wijze van verkoop of betalingsmethoden bij online verkoop uit te bannen. Naast een bespreking van dit toepassingsgebied wordt aandacht besteed aan de wisselwerking met het mededingingsrecht, waaronder de e-commerce sector inquiry die de Europese Commissie (DG Concurrentie) momenteel ook uitvoert en ten slotte de gevolgen van de conceptverordening voor de praktijk. |
Artikel |
Is de bestaansmiddeleneis de achilleshiel van het recht op vrij verkeer van personen? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2016 |
Auteurs | Mr. H. Oosterom-Staples |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 25 februari 2016 deed het Hof van Justitie uitspraak in de zaak García-Nieto. Net als in de arresten Dano en Alimanovic stelt het Hof van Justitie in deze zaak vast dat een beroep op het socialezekerheidsstelsel van de gastlidstaat, gedaan door een EU-burger wiens verblijfsrecht veronderstelt dat er over voldoende bestaansmiddelen wordt beschikt, gevolgen heeft voor dat verblijfsrecht. Betrof het in de eerdere arresten het verblijfsrecht van inactieve en werkzoekende EU-burgers, in García-Nieto stond het verblijfsrecht in artikel 6 van Richtlijn 2004/38/EG centraal. Net als inactieven en werkzoekenden mogen lidstaten EU-burgers die nog geen drie maanden op hun grondgebied verblijven, uitsluiten van het genot van uitkeringen op grond van hun socialezekerheidsstelsel, zonder rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene, omdat de richtlijn zelf een ‘gradueel stelsel van behoud van de status (…) in het leven roept’ en aldus zelf rekening houdt met verschillende factoren die de positie van de aanvrager kenmerken. Wat betekent dit voor de belangenafweging die altijd centraal heeft gestaan in het recht op vrij verkeer van personen? |
Artikel |
Implementatie Aanbestedingsrichtlijnen 3.0: te laat maar een goede zaak |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | Aanbestedingswet 2012, Richtlijn 2014/24/EG, codificatie, concessies, levencycluskosten |
Auteurs | Mr. W.M. Ritsema van Eck |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012) wordt aangepast om de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen voor de klassieke overheid 2014/24/EU, de speciale sectoren 2014/25/EU en voor het gunnen van concessie 2014/23/EU te implementeren. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste wijzigingen die de nieuwe richtlijnen meebrengen voor de Nederlandse aanbestedingspraktijk. Aan bod komen onder meer het nieuwe regime voor diensten, de aanpassingen in de aanbestedingsprocedures en gunningscriteria, de introductie van past performance, de codificatie van de regels over de wezenlijke wijziging en de nieuwe regels voor concessies. |
Artikel |
De Europese richtlijn onschuldpresumptie: bescheiden harmonisatie van een fundamenteel strafrechtelijk beginsel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | strafrecht, procedurele rechten, onschuldpresumptie, harmonisatie, zwijgrecht |
Auteurs | Mr. dr. L.A. van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel schetst de totstandkoming en inhoud van Richtlijn (EU) 2016/343 inzake het onschuldvermoeden en het aanwezigheidsrecht bij strafprocedures. Waarom is deze richtlijn er gekomen en wat voor verplichtingen schept zij voor het strafprocesrecht van de lidstaten? Kan deze richtlijn op het eerste gezicht een adequate bijdrage leveren aan het garanderen van een eerlijk proces voor verdachten? |
Artikel |
Integratie kan woonplaatsplicht bij personen met subsidiaire bescherming rechtvaardigen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Kwalificatierichtlijn asiel, Vluchtelingenverdrag, subsidiaire bescherming, onderscheid, huisvesting |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie spreekt zich in het arrest Alo en Osso uit over de verhouding tussen het vrije verkeer van personen met de subsidiaire beschermingsstatus en de maatregelen ter bevordering van hun integratie. Een woonplaatsverplichting mag hun worden opgelegd wanneer zij meer met integratieproblemen worden geconfronteerd dan andere personen die geen burger van de Unie zijn en legaal verblijven op het grondgebied van de lidstaat die deze bescherming heeft verleend. |
Artikel |
Europees asielbeleid: van onderling wantrouwen naar een gedeelde verantwoordelijkheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Solidariteitsbeginsel, Europees asiel- en migratierecht, Dublin Verordening, Schengengrenscode, Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem |
Auteurs | Dr. mr. E.R. Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel in het kader van de Europese Unie verschillende instrumenten zijn aangenomen ter verwezenlijking van een geharmoniseerd asielsysteem, lijken deze onvoldoende voor een gezamenlijke aanpak van het huidige vluchtelingenvraagstuk, laat staan een evenredige opvang van asielzoekers in Europa. Veel lidstaten kiezen voor unilaterale en restrictieve maatregelen, zoals aanscherping van migratiewetgeving en herinvoering van binnengrenscontroles, en bestaande EU-asielwetgeving wordt niet of onvolledig nageleefd. In deze bijdrage bespreek ik mede aan de hand van bestaande EU-wetgeving en de maatregelen die in 2015 door de Europese Commissie zijn voorgesteld, de vraag welke maatregelen (verder) nodig zijn voor een solidair, effectief en humanitair asiel- en migratiebeleid. |
Artikel |
De ‘nieuwe generatie’ Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne en zijn constitutionele context |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | associatieovereenkomst, nabuurschapbeleid, bevoegdheidsverdeling, gemengd verdrag, referendum |
Auteurs | Dr. N.F. Idriz en Prof. mr. L.A.J. Senden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de bredere context, doelstelling en inhoud van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne (hierna: AO) geschetst, en wat deze bijzonder maakt ten opzichte van andere associatieovereenkomsten. In het bijzonder gaan we ook in op die juridische aspecten die democratische controle via een referendum bemoeilijken. Daarbij besteden we specifiek aandacht aan de constitutionele perikelen die ontstaan voor de Nederlandse regering alsook voor de EU, ingeval een meerderheid zich tegen de goedkeuringswet uitspreekt en het Nederlandse parlement vervolgens zou besluiten de goedkeuringswet in te trekken. |
Artikel |
Europese gegevensbescherming: van richtlijn naar verordening |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | persoonsgegevens, Algemene Verordening, Gegevensbescherming, privacybescherming, datalekken |
Auteurs | Mr. I.P.V. van Schelven en Mr. P.C. van Schelven |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Algemene Verordening Gegevensbescherming voorziet in een integraal nieuw stelsel van Europese rechtsregels inzake de verwerking en bescherming van persoonsgegevens. Ter versterking van de dataprotectie introduceert de verordening tal van nieuwe verplichtingen voor bedrijven en organisaties. De handhaving binnen de Europese Unie is meer geüniformeerd en het regime van sancties is aanzienlijk verzwaard. Dit artikel geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vernieuwingen. |
Artikel |
Huawei/ZTE; het Hof van Justitie herstelt de balans bij handhaving van standaard-essentiële octrooien |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | standaardisering, standaard-essentieel octrooi, FRAND, licenties, intellectuele-eigendomsrechten |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 16 juli 2015 heeft het Hof van Justitie de prejudiciële vragen van een Duitse rechtbank beantwoord in de zaak Huawei/ZTE. In die zaak lag de vraag voor of de houder van een zogenoemd Standaard Essentieel Octrooi (SEO) misbruik maakt van een economische machtspositie wanneer hij zich in rechte verzet tegen gebruik van zijn octrooi door een derde die de betreffende standaard toepast zonder daarvoor een licentie van de octrooihouder te hebben verkregen. Het arrest is gewezen naar aanleiding van prejudiciële vragen van het Landgericht Düsseldorf waar de twee Chinese producenten van (mobiele) telecomapparatuur, Huawei en ZTE, een octrooigeschil uitvechten. |