In een nieuwe richtlijn is de bescherming van klokkenluiders in Europa, geïnspireerd door onder meer artikel 10 EVRM, gecodificeerd. De richtlijn biedt een bredere bescherming voor klokkenluiders dan momenteel naar Nederlands recht geldt, maar beperkt deze bescherming wel tot meldingen van klokkenluiders over inbreuken op specifieke delen van het Unierecht. De Nederlandse wetgever zal moeten bezien hoeveel gebruik er gaat worden gemaakt van de ruimte die de richtlijn biedt om verdergaande bescherming te realiseren, in het bijzonder door de bescherming uit te breiden tot meldingen van klokkenluiders over inbreuken op andere (rechts)gebieden. |
Zoekresultaat: 54 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht x
Rechtsbescherming |
Nieuwe richtlijn over bescherming klokkenluiders in de Europese Unie: inhoud en eerste analyse |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | klokkenluiders, rechtsbescherming, uitingsvrijheid, arbeidsrecht |
Auteurs | Mr. E.W. Jurjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Telecommunicatie |
Kroniek Telecommunicatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | elektronische communicatie, Telecomcode, connectiviteit, aanleg netwerken, netneutraliteit |
Auteurs | Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beschikbaarheid van vaste en mobiele netwerken met zeer hoge capaciteit, zoals glasvezelnetwerken en 5G-netwerken, is cruciaal in de digitale economie. De Richtlijn van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (‘de Telecomcode’) heeft als doelstelling om bij te dragen aan de ontwikkeling van hoogwaardige netwerken. Deze connectiviteitsdoelstelling staat naast de reeds bestaande doelstellingen op het gebied van mededinging, interne markt en de bescherming van eindgebruikers. Deze bijdrage beschrijft allereerst de maatregelen, veelal soft law, die ter invulling van de connectiviteitsdoelstelling in de twee jaar na de vaststelling van de Telecomcode op Europees niveau zijn genomen, zoals Berec-richtsnoeren met een verduidelijking van nieuwe begrippen en instrumenten in de Telecomcode en een Aanbeveling van de Commissie voor een toolbox om de kosten van aanleg van nieuwe netwerken te verlagen. Daarna komt de gedeeltelijke implementatie in de Nederlandse Telecommunicatiewet aan de orde. Vervolgens passeert de jurisprudentie de revue, waarin een uitleg van de reikwijdte en de inhoud van het kader voorafgaand aan de Telecomcode, en van de Netneutraliteitsrverordening wordt gegeven. Daarbij wordt, waar relevant, ook benoemd hoe de uitleg zicht verhoudt tot de Telecomcode en de Nederlandse implementatie. |
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Digital Services Act, Platformen, Aansprakelijkheid, Filters, Algoritmen |
Auteurs | Mr. dr. S. Kulk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat kan en moet Facebook doen om smaad en laster te stoppen? Wat kan er van YouTube verlangd worden als het gaat om onthoofdingsvideo’s? En is Twitter aansprakelijk voor haatzaaiende berichten van twittergebruikers? Deze vragen raken allemaal aan de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid die internetplatforms hebben voor illegale en onrechtmatige inhoud die door hun gebruikers wordt gedeeld. De Richtlijn inzake elektronische handel is vooralsnog van groot belang als het gaat om de aansprakelijkheid van platformaanbieders. Maar dat staat te veranderen. Op een aantal specifieke terreinen heeft de Europese wetgever reeds nieuwe regelgeving aangenomen die ertoe strekt dat platformaanbieders meer moeten doen om bepaalde inhoud van hun platformen te weren. Er is bovendien een voorstel voor een ‘Digital Services Act package’ in de maak. Daarmee beoogt de Europese Commissie een nieuw kader neer te zetten voor het reguleren van digitale dienstverleners, waarin ook de aansprakelijkheid van deze dienstverleners zal worden herijkt. In deze bijdrage wordt een overzicht geboden van die ontwikkelingen en wordt in het bijzonder stilgestaan bij het gebruik van algoritmen om toezicht te houden op de online uitwisseling van informatie. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | corona, covid-19, interne markt, volksgezondheid, mededinging |
Auteurs | Mr. drs. H.A.G. Temmink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het uitbreken van de covid-19-crisis heeft de Europese Unie zich schrap gezet om de gevolgen van de pandemie te beteugelen. Deze bijdrage geeft een overzicht van de initiatieven die tot dusverre zijn genomen. In eerste instantie betreft het maatregelen om de directe gevolgen voor de volksgezondheid te bestrijden en de integriteit van de interne markt te waarborgen. Ondertussen wordt ook aan herstelmaatregelen gewerkt voor het weer aan de gang krijgen van de economie. Wat zijn de gevolgen van corona voor de interne markt en de toekomst van de Unie? |
Consumenten |
Toezicht en handhaving van Europees voedselveiligheidsrecht door de NVWA; de Nieuwe Controleverordening (EU) 2017/625 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2019 |
Trefwoorden | Awb, Warenwet, Levensmiddelen, Toezicht en handhaving, Verordening (EU) 2017/625 |
Auteurs | Mr. S.A. Gawronski |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ambtenaren van de NVWA houden toezicht op de naleving van het Europese en nationale voedselveiligheidsrecht. De bevoegdheden daartoe ontlenen zij aan de Algemene wet bestuursrecht en de Warenwet. Op 14 december 2019 is EU-Verordening (EU) 2017/625 inzake deze officiële controles van toepassing geworden. Deze verordening gaat ook in op onderwerpen die niet (afdoende) zijn geregeld in het nationale recht. Dit artikel laat zien hoe het toezicht van voedselveiligheidsrecht is geregeld in de context van de nieuwe Verordening (EU) 2017/625 inzake officiële controles en toont de impact op het bestuursrecht op drie onderwerpen: de mystery shopper, risicogeoriënteerd toezicht en verplichte handhaving. |
Consumenten |
Modernisering van het Europese consumentenrecht: meer vlees op het bot (I) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | handhaving, online marktplaatsen, informatieplichten, dynamic pricing, bedenktijd |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In eerdere publicaties ben ik ingegaan op de Mededeling ‘Een New Deal voor consumenten’ en het daarmee samenhangende voorstel voor een moderniseringsrichtlijn. In dit artikel bespreek ik de verdere voortgang van het richtlijnvoorstel, waar inmiddels politieke overeenstemming over is bereikt. Daarin staat de vraag centraal of de moderniseringsrichtlijn in haar uiteindelijke vorm de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt van modernisering en verbetering van de handhaving van het consumenten-acquis. In het eerste deel van deze bijdrage richt ik mij daartoe op de individuele en publiekrechtelijke handhaving van het consumentenrecht en op dynamic pricing en informatieverplichtingen voor online marktplaatsen. In het tweede deel ga ik in op de vraag met wie de consument eigenlijk contracteert als de overeenkomst via een online marktplaats wordt gesloten, op enkele vereenvoudigingen voor handelaren en op de herziene regels voor de bedenktijd van consumenten. Ik rond dan af met een conclusie. |
Rechtsbescherming |
Geheimhouding en openbaarheid in het Europees bankentoezicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | SSM, beroepsgeheim, openbaarheid bestuur, bankentoezicht, ECB |
Auteurs | Dr. G. ter Kuile |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bankentoezichthouders krijgen aardig wat verzoeken om informatie en documenten over banken en bankentoezicht. Maar het beroepsgeheim van bankentoezichthouders verhindert deze openbaarheid van bestuur. In 2018 hebben het Hof van Justitie en het Gerecht de regels over het beroepsgeheim verduidelijkt. Dit artikel bespreekt verschillende aspecten uit vijf arresten van 2018 over geheimhoudingsplichten in het bankentoezicht die op gespannen voet kunnen staan met het ‘transparantiebeginsel’. De aspecten zien op het belang van geheimhouding bij bankentoezicht, op het concept ‘vertrouwelijke informatie’ en dat tijdsverloop de vertrouwelijkheid teniet kan doen, en op de overweging dat het ‘recht op een eerlijk proces’ moet worden afgewogen tegen het belang bij geheimhouding. |
Telecommunicatie |
Een nieuw telecomkader: het Europees wetboek voor elektronische communicatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | Elektronische communicatie, Telecommunicatie, Radiospectrum, Ex ante regulering, 5G, ACM, Internationaal bellen |
Auteurs | Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde en Mr. P.C. Knol |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 december 2018 verscheen de nieuwe Richtlijn tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie in het Publicatieblad. Op diezelfde dag werd ook de nieuwe Berec-verordening gepubliceerd, die ook op 20 december 2018 in werking trad en rechtstreeks toepasselijk is, dus geen omzetting behoeft in de nationale rechtsorde. Veel is vertrouwd en is alleen in een ander jasje gestoken, maar daarnaast zijn er veel detailaanpassingen waarvan het afwachten is wat die gaan betekenen. Hoe dan ook zal dit nieuwe Europese telecomkader tot aanpassingen in de Nederlandse Telecommunicatiewet leiden. In deze bijdrage wordt ingegaan op de totstandkomingsgeschiedenis van het Europees wetboek en de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen voor de praktijk. Ingegaan wordt op de connectiviteitsdoelstelling en het realiseren van zeer snelle vaste en mobiele netwerken, marktregulering, toegangsverplichtingen, universele diensten, eindgebruikersbescherming, nieuwe tariefregulering voor internationaal bellen en het institutioneel kader. |
Vrij verkeer |
Bescherming van wezenlijke nationale belangen en de aanbestedingsplichtRechtstreekse gunning van overheidsopdrachten als ultimum remedium |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | Artikel 346 lid 1 VWEU, Richtlijn 2004/18/EG, Richtlijn 92/50/EEG, wezenlijke nationale veiligheidsbelangen, fundamentele vrijheden, Aanbestedingsrecht |
Auteurs | Mr. M.J.J.M. Essers en Mr. A.J.M. Louwers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest van 20 maart 2018 inzake Europese Commissie tegen de Republiek Oostenrijk verduidelijkt het Hof van Justitie onder welke voorwaarden het lidstaten is toegestaan om af te zien van een Europese aanbesteding door zich te beroepen op de bescherming van wezenlijke nationale veiligheidsbelangen. Het Hof van Justitie overweegt dat lidstaten hierin weliswaar een beoordelingsmarge toekomt, maar dat de lidstaat die zich op deze uitzondering beroept moet kunnen aantonen dat die belangen niet anders beschermd hadden kunnen worden. Ook Nederland verkent de mogelijkheden voor verruiming van deze uitzonderingsgrond. Gelet op de groeiende publieke aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens en nationale veiligheid, biedt deze zaak concrete aanknopingspunten om te toetsen wanneer een uitzondering op de aanbestedingsplicht wegens wezenlijke veiligheidsbelangen gerechtvaardigd is. |
Institutioneel recht |
Examenantwoorden zijn ook persoonsgegevensOver de reikwijdte van de AVG |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | privacy, gegevensbescherming, AVG, persoonsgegevens |
Auteurs | S. Kulk LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Nowak moest het Hof van Justitie de vraag beantwoorden of beroepsexamens persoonsgegevens zijn. De uitspraak van het Hof van Justitie biedt duidelijkheid over hoe te bepalen of informatie persoonsgegevens zijn. Voor hoger onderwijsinstellingen kan de uitspraak aanleiding geven hun beleid te heroverwegen ten aanzien van het opslaan, het verlenen van toegang tot, en het analyseren van tentamenantwoorden. |
Rechtsbescherming |
Kroniek Handvest van de Grondrechten van de Unie periode 2016-2017: actieve grondrechtenbescherming vanuit Luxemburg |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Handvest van de Grondrechten, Effectieve rechtsbescherming, Verhouding EVRM |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Handvest van de Grondrechten van de EU is sinds 1 december 2009 ruim zeven jaar juridisch bindend. Het heeft als doel grondrechtenbescherming te versterken door relevante rechten beter zichtbaar te maken. In deze kroniek wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen over 2016 en 2017, bezien vanuit het Hof van Justitie. Om een goed beeld te geven over de afgelopen twee jaar is gekozen voor een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen per artikel uit het Handvest. |
Consumenten |
De nieuwe CPC-Verordening: gij zult consumentenbescherming handhaven! |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, harmonisering, procedurele autonomie, handhavingsbevoegdheden |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt de nieuwe Verordening (EU) 2017/2394, die in januari 2020 in werking zal treden. Deze verordening versterkt de procedurele mogelijkheden voor de nationale autoriteiten belast met de handhaving van allerlei Unierechtelijke regels op het gebied van consumentenbescherming. De verordening doet dit met name door hun additionele (minimum)onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden te verlenen en daarnaast door de mechanismen voor onderlinge samenwerking en coördinatie van handhaving tussen de lidstaten te versterken. Tevens eigent de Europese Commissie, die in dit rechtsdomein zelf niet kan handhaven, zichzelf een meer prominente coördinerende en faciliterende rol toe. Het is af te wachten of de nieuwe verordening inderdaad de beoogde impuls geeft aan de handhaving van (grensoverschrijdende) inbreuken op het gebied van consumentenbescherming. |
Consumenten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Massaschade, Groepsvordering, Toezichthouder, Consumentenvereniging, New Consumer Deal |
Auteurs | Mr. dr. B. van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Commissie heeft als onderdeel van een New Consumer Deal (hierna: de Deal) een richtlijnvoorstel gepubliceerd waar de invoering van een groepsvordering in de Europese Unie wordt voorgesteld om te kunnen garanderen dat de Europese consument ten volle van zijn rechten als EU-burger kan genieten. De Commissie kiest voor het toebedelen van de groepsvordering aan een met specifieke voorwaarden omklede entiteit. In de praktijk zal dit neerkomen op het toekennen van een groepsvordering aan een consumentenvereniging, een voor een specifieke vorm van massaschadeafwikkeling opgerichte en door de overheid ondersteunde stichting en/of een toezichthouder. In hoeverre is deze keuze van de Commissie een gamechanger in het speelveld van massaschadeafwikkeling en zal de invoering van een groepsvordering bijdragen aan het door de commissie beoogde doel van het waarborgen van de rechten van de EU-burger? |
Telecommunicatie |
Een nieuw kader voor netwerk- en informatiebeveiliging: een cultuuromslag? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Netwerk- en informatiebeveiliging, Gegevensbescherming, Cybersecurity, Telecommunicatierecht, vitale infrastructuur |
Auteurs | J.P. Kalis LL.M. en Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veiligheid, bescherming en beveiliging van ICT-netwerken en digitale diensten, alsook van telecommunicatienetwerken en -diensten zijn van groot belang in de huidige informatiemaatschappij. In dit artikel worden de voornaamste ontwikkelingen besproken in zowel de Nederlandse wetgeving als Europese regelgeving om in dit kader een beveiligingscultuur te bewerkstelligen. Met name de stand van zaken rond de Wet gegevensbescherming en cybersecurity, de Europese Netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn en diens implementatie krachtens de Cybersecuritywet, en de laatste ontwikkelingen in de telecommunicatieregulering worden behandeld. |
Artikel |
Wetgevingspakket Schone Energie voor alle EuropeanenEnergie-efficiëntie en de rol van de afnemer nader bekeken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | Schone energie, energie-efficiëntie, energiebesparing, rol afnemer, marktrol |
Auteurs | Mr. P.B. Gaasbeek en Mr. N.R. Geerts-Zandveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetgevingspakket van de Europese Commissie van 30 november 2016, Schone Energie voor alle Europeanen, telt een 15-tal documenten. Ten behoeve van de hoofddoelstelling ‘Energie-efficiëntie eerst’ zijn onder meer voorstellen opgenomen tot aanpassing van de efficiëntiedoelstelling, een verzwaarde verplichting tot energiebesparing en de invoering van ‘aan verplichtingen verbonden partijen’. Bovendien worden er maatregelen voorgesteld ten behoeve van de aanleg van laadinfrastructuur en de kosteneffectieve renovatie van gebouwen. Dit laatste kan helpen energiearmoede te voorkomen of in elk geval te beperken. Ten behoeve van de hoofddoelstelling ‘Consumenten op een faire manier laten meeprofiteren’ zijn maatregelen opgenomen ten einde consumenten te laten deelnemen aan de markt en het sturen van de vraagkant. Daarbij wordt een nieuwe marktrol geïntroduceerd, de aggregator. |
Artikel |
Handhaving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming vanuit Nederlands perspectief |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | gegevensbescherming, Algemene Verordening Gegevensbescherming, Autoriteit Persoonsgegevens, handhaving, boetes |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en Mr. J.G. Reus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Algemene Verordening Gegevensbescherming zal op 25 mei 2018 van toepassing worden. Ten aanzien van de handhaving van regels op het vlak van gegevensbescherming gaat dat grote veranderingen teweegbrengen. In dit artikel wordt een toekomstbeeld geschetst. |
Artikel |
Uitspraak Hof van Justitie van de Europese Unie, 7 maart 2017, zaak C-638/16 PPU, X. en X./BelgiëEen gemiste kans voor een uniforme en mensenrechtelijke uitleg van de Visumcode wat betreft de afgifte van een humanitair visum |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | humanitair visum, kortverblijfvisum, Visumcode, recht op asiel, refoulementverbod |
Auteurs | Dr. mr. E.R. Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 7 maart 2017 oordeelde het Hof van Justitie in de zaak X. en X./België dat het Unierecht niet verplicht tot de afgifte van een humanitair visum om personen in staat te stellen op het grondgebied van een van de lidstaten asiel aan te vragen. Anders dan geadviseerd door advocaat-generaal Mengozzi concludeert het Hof van Justitie dat in dergelijke gevallen de Visumcode (Verordening (EU) nr. 810/2009) niet van toepassing is. Hiermee is de uitspraak een gemiste kans om duidelijkheid te bieden inzake de uitleg van artikel 25 van de Visumcode en de extraterritoriale toepassing van artikelen 4 en 18 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
Artikel |
Gegevensbescherming in strafzaken: nieuwe rechtsinstrumenten in een nieuwe realiteit |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | persoonsgegevens, gegevensbescherming, strafrecht, trans-Atlantische samenwerking |
Auteurs | Dr. E. De Busser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het EU-wetgevend kader inzake persoonsgegevensbescherming werd grondig herzien in het licht van nieuwe ontwikkelingen. Voor de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt met het oog op strafrechtelijke onderzoeken en vervolgingen, werd een richtlijn afgekondigd in het voorjaar van 2016. De Nederlandse implementatiewetgeving is nog niet bekend. Deze bijdrage onderzoekt de wijzigingen in het EU-wetgevend kader, de achtergrond en de betekenis ervan. Daarbij worden het onderscheid en de overeenkomsten tussen gegevensbescherming in handelszaken en in strafzaken benadrukt. Bovendien worden de recente aanpassingen aan de gegevensuitwisseling in strafzaken tussen de EU en de VS besproken. |
Artikel |
Tele2: de afweging tussen privacy en veiligheid nader omlijndEen tweede arrest over de bewaarplicht van telecommunicatiegegevens in het Europees recht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Bewaarplicht, telecommunicatie, privacy |
Auteurs | Mr. N. Falot en Dr. H. Hijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 21 december 2016 (gevoegde zaken C-203/15 en C-698/15, Tele2 Sverige en Watson, hierna: Tele2) heeft het Hof van Justitie de voorwaarden voor het bewaren van en toegang tot telecommunicatiegegevens gepreciseerd. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de ePrivacyrichtlijn 2002/58/EG zich verzet tegen een algemene en ongedifferentieerde nationale regeling voor de bewaring van alle verkeersgegevens en locatiegegevens. Bovendien moet de toegang van politie en justitie tot die gegevens duidelijk worden geclausuleerd en worden beperkt tot de bestrijding van ernstige criminaliteit. Ook vereist die toegang voorafgaand toezicht door een rechter of onafhankelijke bestuurlijke instantie. Voorts moeten de gegevens op het grondgebied van de EU worden bewaard. |
Artikel |
De leer van de Hoge Raad over onrechtmatig bewijs (‘zozeer indruist’-criterium) door het EU Handvest op de schop? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2016 |
Trefwoorden | strafrechtelijk, onrechtmatig verkregen bewijs, belastingprocedures, ‘zozeer indruist’-criterium, Unierecht |
Auteurs | Mr. R. van der Hulle en Mr. R. de Bree |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest van 20 maart 2015 heeft de belastingkamer van de Hoge Raad het toetsingskader voor het gebruik van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs in belastingprocedures uiteengezet. De houdbaarheid van dit toetsingskader is echter in de literatuur ter discussie gesteld naar aanleiding van het WebMindLicenses-arrest van het Hof van Justitie van 17 december 2015. In deze bijdrage wordt beoordeeld of het toetsingskader van de belastingkamer van de Hoge Raad daadwerkelijk aanpassing behoeft. |