In de zaak Eturas werd het Hof van Justitie gevraagd om een nadere uitleg te geven aan het begrip ‘afstemming tussen ondernemingen’ in de zin van een onderling afgestemde feitelijke gedraging (art. 101 lid 1 VWEU). Het belang van dit arrest ligt ten eerste in de constatering dat afstemming plaats kan vinden door middel van deelname van ondernemingen aan een online platform beheerd door een derde (niet-concurrerende) partij, en ten tweede in de verdere verfijning van de toelaatbaarheid van bewijsvermoedens; meer specifiek van de grenzen die het onschuldbeginsel daaraan stelt. |
Artikel |
Afstemming in de eenentwintigste eeuw: de rol van bewijsvermoedens voor onderling afgestemde feitelijke gedraging door deelname aan online platforms |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, bewijsvermoeden, procedurele autonomie, onderling afgestemde feitelijke gedraging |
Auteurs | Prof. mr. A. Gerbrandy en T. Binder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | Brexit, Artikel 50 VEU, Uittreding EU, Verenigd Koninkrijk |
Auteurs | Dr. A. Cuyvers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage geeft een initiële analyse van de juridische kaders die artikel 50 VEU neerlegt voor de terugtrekking van het VK. Welke regels gelden er en welke beperkingen leggen deze regels, in principe, op aan dit proces? Hiertoe focust de analyse op enkele essentiële elementen van artikel 50 VEU: het indienen en eventueel intrekken van een kennisgeving, de termijn voor het bereiken van een akkoord, de positie van het VK in de EU tijdens het onderhandelingsproces, het aantal en soort akkoorden dat gesloten dient te worden, en de eventuele noodzaak van een wijziging van de EU-verdragen. De bijdrage sluit af met enkele meer algemene observaties over Brexit en enkele suggesties voor de eventuele aanpassing van artikel 50 VEU zelf. |
Artikel |
Europees asielbeleid: van onderling wantrouwen naar een gedeelde verantwoordelijkheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Solidariteitsbeginsel, Europees asiel- en migratierecht, Dublin Verordening, Schengengrenscode, Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem |
Auteurs | Dr. mr. E.R. Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel in het kader van de Europese Unie verschillende instrumenten zijn aangenomen ter verwezenlijking van een geharmoniseerd asielsysteem, lijken deze onvoldoende voor een gezamenlijke aanpak van het huidige vluchtelingenvraagstuk, laat staan een evenredige opvang van asielzoekers in Europa. Veel lidstaten kiezen voor unilaterale en restrictieve maatregelen, zoals aanscherping van migratiewetgeving en herinvoering van binnengrenscontroles, en bestaande EU-asielwetgeving wordt niet of onvolledig nageleefd. In deze bijdrage bespreek ik mede aan de hand van bestaande EU-wetgeving en de maatregelen die in 2015 door de Europese Commissie zijn voorgesteld, de vraag welke maatregelen (verder) nodig zijn voor een solidair, effectief en humanitair asiel- en migratiebeleid. |