Dit artikel bespreekt het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming), dat op 25 januari 2012 door de Commissie is aangenomen. Dit voorstel beoogt een ingrijpende vernieuwing van het Europese stelsel voor gegevensbescherming te bewerkstelligen, onder meer door in een verordening gedetailleerde regels te stellen die in de gehele Unie van toepassing zijn. Het artikel eindigt met enkele fundamentele Europeesrechtelijke vragen die het voorstel oproept. |
Artikel |
Nieuwe Europese regels voor privacy: commissie stelt pakket voor om gegevens ook in het informatietijdperk te beschermen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | fundamentele rechten, voorgenomen besluitvorming EU, bescherming persoonsgegevens, handvest grondrechten, artikel 16 VWEU |
Auteurs | Mr. H. Hijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Anti-Piraterij Verordening: grenzen aan de maatregelen bij de grens |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | intellectuele Eigendom, anti-Piraterij Verordening, ontwikkelingen, recent arrest, commissievoorstel |
Auteurs | Mr. M.W. Wiegerinck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het recente arrest van het Hof van Justitie1x HvJ EU 1 december 2011, gevoegde zaken C-446/09, Koninklijke Philips Electronics N.V./Lucheng Meijing Industrial Company c.s. en C-495/09 Nokia Corporations/Her Majesty’s Commissioners of Revenue and Customs, <B9 10487>. Hierna: ‘arrest in de gevoegde zaken Philips en Nokia’,<B9 10487>. met betrekking tot de vervaardigingsfictie in de Anti-Piraterij Verordening en het voorstel van de Commissie voor een gewijzigde Anti-Piraterij Verordening.2x Europese Commissie, Brussel 24 mei 2011, Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, COM (2011) 285 definitief. Noten
|
Artikel |
Aansprakelijkheid moeder en recidiveRechter eist zorgvuldigheid bij toepassen mededingingsrechtelijk ondernemingsbegrip |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, recidive, motiveringsbeginsel, ondernemingsbegrip, Akzo presumptie |
Auteurs | Mr. P. van den Berg en Mr. A. Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Brüstle: embryonale fout met grote gevolgen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | menselijke embryo’s, octrooieerbaarheid, richtlijn 98/44/EG, artikel 6 lid 2 onder c, menselijke waardigheid |
Auteurs | Prof. mr. H. Somsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijn 98/44/EG verplicht lidstaten biotechnologische uitvindingen door middel van het octrooirecht te beschermen. De octrooieerbaarheid van dergelijke uitvindingen is echter controversieel. Allereerst zijn de traditionele vereisten voor het verkrijgen van een octrooi (nieuw, inventieve stap, industrieel toepasbaar) slechts moeizaam verenigbaar met biologisch materiaal dat doorgaans in de natuur al voorhanden is. Daarnaast bestaan ethische en morele bezwaren tegen zowel het idee als zodanig dat (menselijke) levende materie het onderwerp zou kunnen zijn van eigendomsrechten, als tegen de gevolgen van dergelijke octrooien. Tot die laatste categorie behoort ook het gebruik en dus vernietiging van menselijke embryo’s voor industriële doeleinden.Om tegemoet te komen aan dergelijke bezwaren bepaalt de richtlijn in artikel 6 lid 1 dat uitvindingen waarvan de commerciële exploitatie strijdig zou zijn met de openbare orde of met de goede zeden van octrooieerbaarheid worden uitgesloten. Lid 2 maakt onder (c) duidelijk dat hieronder in ieder geval het gebruik van menselijke embryo’s voor industriële of commerciële doeleinden moet worden verstaan.In zaak C-34/10, Brüstle/Greenpeace, heeft het Hof van Justitie zich moeten uitlaten over de betekenis van het begrip ‘menselijk embryo’. Het antwoord op die vraag bepaalt de reikwijdte van de ethische uitzondering van artikel 6 lid 2 onder c, en daarmee wellicht de verdere ontwikkeling van stamceltherapie, waarbij door middel van het gebruik van embryo’s geneesmethodes worden ontwikkeld voor neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson. |
Artikel |
Hof van Justitie beperkt mogelijke ‘space to think’ voor de EU-instellingen onder de Eurowob |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Eurowob, toegang tot documenten, interne documenten, space to think, bescherming van het besluitvormingsproces |
Auteurs | Mr. H.R. Kranenborg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie buigt zich over de uitzondering op het recht op toegang tot documenten die het besluitvormingsproces van de EU-instellingen beoogt te beschermen. Deze uitzondering is door de instellingen ingeroepen om toegang tot interne documenten te weigeren en zodoende een zogenoemde ‘space to think’ te verzekeren: een ruimte voor de Europese overheidsorganen voor interne reflectie, zonder (ongevraagde) invloed van buitenaf. Voor situaties waarin een besluit al is genomen, legt het Hof van Justitie de lat voor een geslaagd beroep op de uitzondering hoog, ten aanzien van de situatie voordat een besluit is genomen biedt de uitspraak geen uitsluitsel. Helemaal uitgebannen wordt de ‘space to think’ vooralsnog niet. |