Met de publicatie van de Leidraad tariefafspraken zzp’ers beoogt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) duidelijkheid te scheppen over de verenigbaarheid van zulke afspraken met het mededingingsrecht. Aangezien zzp’ers in de regel worden gezien als onderneming, vallen onderlinge afspraken over prijzen in beginsel onder het kartelverbod. De ACM signaleert de zorg dat zzp’ers door concurrentie onder het bestaansminimum uitkomen. Zij heeft in de Leidraad drie volgens haar toepasselijke uitzonderingen op het kartelverbod geformuleerd. Daarnaast kondigt de ACM aan het kartelverbod niet te zullen handhaven ten aanzien van afspraken die het door het kabinet beoogde minimumloon voor zzp’ers van 16 euro per uur vastleggen. Of dit minimumloon er komt en wat het voor deze toezegging betekent als dit niet het geval is, zal moeten blijken. |
Zoekresultaat: 32 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht x
Mededinging |
De ACM leidraad tariefafspraken zzp’ers: de ACM vs. Europees kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | ACM, Kartelverbod, zzp’ers, Tariefafspraken, Leidraad |
Auteurs | Mr. S. van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mededinging |
Gasorba: ‘stating the obvious’ over parallelle handhaving |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | mededinging, Verordening (EG) nr. 1/2003, toezeggingsbesluit, kartelschadeclaims |
Auteurs | Mr. B. Nijhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelt dat een toezeggingsbesluit ex artikel 9 lid 1 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Europese Commissie in beginsel niet in de weg staat aan handhaving van Europees mededingingsrecht door nationale rechters en mededingingsautoriteiten ten aanzien van dezelfde feiten waar een toezegginsbesluit op ziet. |
Artikel |
De eerste prejudiciële procedure over de Europese Concentratiecontroleverordening ooit: over Oostenrijks asfalt en de invulling van het begrip ‘joint venture’ |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2017 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, joint venture, full-function, gezamenlijke zeggenschap |
Auteurs | Mr. dr. J.C.A. Houdijk en Mr. R.M.T.M. Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Austria Asphalt heeft het Hof van Justitie voor wat betreft de toepassing van de EU-Concentratieverordening bepaald dat bij een wijziging van uitsluitende naar gedeelde zeggenschap over een bestaande onderneming pas sprake is van een concentratie indien de gemeenschappelijke onderneming die uit een dergelijke transactie voortkomt duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult. |
Artikel |
Eindrapport E-Commerce Sector Inquiry: extra aandacht voor geoblocking en verticale prijsbinding |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | E-commerce, Sector inquiry, Verticale prijsbinding, Geoblocking, Mededinging |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. G.P. Sholeh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 mei 2017 heeft de Europese Commissie als onderdeel van haar Digital Single Market-strategie een eindrapport gepubliceerd waarin de conclusies van haar e-commerce sector inquiry zijn opgenomen. Dit eindrapport brengt handelspraktijken aan het licht die tot een beperking van de concurrentie zouden kunnen leiden op (digitale) e-commerce markten. In dit artikel bespreken wij onder andere de belangrijkste en interessantste bevindingen uit het eindrapport. Daarnaast bespreken we de beleidsconclusies van de Europese Commissie, en recente en nieuwe (inbreuk)zaken op het gebied van e-commerce. Wij sluiten af met enkele opmerkingen over de (mogelijke) betekenis van het eindrapport voor de (Nederlandse) rechtspraktijk. |
Artikel |
Afstemming in de eenentwintigste eeuw: de rol van bewijsvermoedens voor onderling afgestemde feitelijke gedraging door deelname aan online platforms |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, bewijsvermoeden, procedurele autonomie, onderling afgestemde feitelijke gedraging |
Auteurs | Prof. mr. A. Gerbrandy en T. Binder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Eturas werd het Hof van Justitie gevraagd om een nadere uitleg te geven aan het begrip ‘afstemming tussen ondernemingen’ in de zin van een onderling afgestemde feitelijke gedraging (art. 101 lid 1 VWEU). Het belang van dit arrest ligt ten eerste in de constatering dat afstemming plaats kan vinden door middel van deelname van ondernemingen aan een online platform beheerd door een derde (niet-concurrerende) partij, en ten tweede in de verdere verfijning van de toelaatbaarheid van bewijsvermoedens; meer specifiek van de grenzen die het onschuldbeginsel daaraan stelt. |
Artikel |
Va banque: een snel kansspel en het Europese rechtszekerheidsbeginsel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Over de toepassing van het Europees recht op nationaal beleid ter regulering van gokactiviteiten wees het Hof van Justitie inmiddels een aanzienlijk aantal arresten waarin met name de vrijverkeerbepalingen tot op detailniveau worden uitgelegd aan nationale rechters. Het arrest Berlington Hungary lijkt het zoveelste arrest over dit onderwerp. Een indruk die wordt versterkt doordat de zaak zonder conclusie werd berecht. Het arrest bevat echter ook een noviteit doordat wordt geoordeeld dat slechts sprake kan zijn van een gerechtvaardigde beperking van het vrij verkeer van diensten als de nationale wetgever het Unierechtelijke vertrouwensbeginsel respecteert. De betekenis van deze voorwaarde staat in deze bijdrage centraal. |
Artikel |
De rechtspraak van het Hof van Justitie op het gebied van het mededingingsrecht: ontwikkelingen in de jaren 2013 en 2014 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | Mededingingsbeperkende afspraken, Misbruik van een economische machtspositie, Ondernemingsbegrip, Procedureel, Fundamentele rechtsbeginselen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en Mr. E.L.G. Mattioli |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderhavige artikel staan centraal de belangrijkste ontwikkelingen in de rechtspraak van het Hof van Justitie die zich in de jaren 2013 en 2014 hebben voorgedaan op het gebied van het mededingingsrecht. In verband met de enorme productie van arresten en beschikkingen door het Hof van Justitie op dit terrein komen uitsluitend de meest in het oog springende zaken aan bod |
Artikel |
Lundbeck en pay-for-delay schikkingen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2015 |
Trefwoorden | Lundbeck, pay-for-delay, schikking, farmaceutische industrie, Actavis |
Auteurs | Mr. J. Fanoy en Mr. T. Raats |
SamenvattingAuteursinformatie |
In januari 2015 publiceerde de Europese Commissie de boetebeschikking in de zaak Lundbeck. Lundbeck werd samen met een aantal producenten van generieke geneesmiddelen beboet voor pay-for-delay schikkingen die zij hadden getroffen. Door middel van deze schikkingen kwamen de betrokken producenten van generieke geneesmiddelen overeen dat zij markttoegang zouden uitstellen in ruil voor een betaling. In dit artikel wordt de Lundbeck-beschikking besproken en een vergelijking gemaakt met de beoordeling van pay-for-delay schikkingen door de Amerikaanse mededingingsautoriteit en rechter. |
Artikel |
Aanbodbundeling en gezamenlijke verkoop van primaire landbouwproducten – hoever reikt het kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | GMO, mededingingsrecht, kartelverbod, landbouwsector, producentenorganisatie |
Auteurs | Mr. Eric Janssen en Mr. Sjaak van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de vorig jaar in werking getreden GMO-Verordening worden producenten van primaire landbouwproducten gestimuleerd hun producten gezamenlijk af te zetten. Wanneer gezamenlijke afzet tevens centrale prijsstelling en/of aanbodbundeling impliceert, kan een spanningsveld ontstaan met het kartelverbod dat concurrentiebeperkende afspraken zoals prijsafspraken en quotering verbiedt. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verhouding tussen de GMO-Verordening en het kartelverbod, waarbij de (on)mogelijkheden voor samenwerking in de landbouwsector worden geschetst. |
Artikel |
Exceptie van de mededingingsbepalingen voor (schijn)zelfstandigen: de zaak FNV Kiem |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | mededinging, sociaal beleid, werknemerschap, schijnzelfstandigen |
Auteurs | Prof. mr. F.J.L. Pennings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het Albany-arrest zijn cao-bepalingen die op werknemers betrekking hebben onder bepaalde voorwaarden uitgesloten van de werking van de mededingingsbepalingen van het VWEU (art. 101). In het arrest FNV Kiem is de vraag aan de orde of een bepaling die in een cao is opgenomen reeds om die reden buiten de mededingingsbepalingen valt. Als het antwoord hierop ontkennend is dan is de vraag of de omstandigheid dat de bepaling betrekking heeft op zelfstandigen, maar (ook) bedoeld is ter verbetering van arbeidsvoorwaarden of werkgelegenheid van werknemers tot gevolg heeft dat de mededingingsbepalingen dergelijke cao-bepalingen niet verbieden. Het Hof van Justitie antwoordde dat bepalingen die betrekking hebben op zelfstandigen niet buiten de werkingssfeer van artikel 101 VWEU vallen. Dit is echter anders wanneer het om schijnzelfstandigen gaat. Vervolgens gaf het Hof van Justitie een ruime definitie van ‘schijnzelfstandigen’, zodat het arrest meer mogelijkheden geeft om cao-bepalingen die betrekking hebben op ‘zelfstandigen’ te maken dan op het eerste gezicht lijkt. |
Artikel |
De modernisering voorbij: de mededingingsbeperking in het kartelverbod en in het staatssteunverbodEen aanzet voor een vergelijkende studie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | Modernisering, Mededingingsbeperking, Kartelverbod, Staatssteun, Economische benadering |
Auteurs | Dr. Laura Parret |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel de mededingingsregels als de staatssteunregels hebben de afgelopen jaren een zogenoemde modernisering ondergaan. De meest recente modernisering, die van de staatssteunregels, vond inspiratie in de eerdere modernisering van de mededingingsregels. Beide hebben minstens één gemeenschappelijk kenmerk: de invoering van een meer economische benadering. Aanleiding genoeg om stil te staan bij het verband tussen beide onderdelen van het brede mededingingsrecht. Deze bijdrage doet dat aan de hand van het aan de artikelen 101 en 107 VWEU gemeenschappelijke begrip ‘mededingingsbeperking’ en de impact van de modernisering daarop. Zullen de respectievelijke moderniseringen het kartelverbod en het staatssteunverbod dichter bij elkaar brengen of juist niet? |
Artikel |
Herziening TabaksrichtlijnOver de nieuwe Tabaksrichtlijn en de implicaties voor de Nederlandse rechtsorde |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | interne markt, volksgezondheid, harmonisatie, Richtlijn 2014/40/EU, intellectueel eigendom |
Auteurs | Mr. R.A. Fröger en Mr. K. de Weers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 14 maart 2014 is de nieuwe Tabaksrichtlijn 2014/40/EU (hierna: de Richtlijn) vastgesteld. De nieuwe Tabaksrichtlijn brengt een ingrijpende wijziging op het gebied van de productie en distributie van tabaksproducten met zich mee. Op 20 mei 2016 moet de Richtlijn in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. In deze bijdrage worden de belangrijkste kenmerken van de Richtlijn besproken en wordt kort ingegaan op de gevolgen voor de Nederlandse rechtsorde. |
Artikel |
De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie op het gebied van het mededingingsrecht: ontwikkelingen in de jaren 2011 en 2012 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | Restrictieve afspraken, Misbruik van machtspositie, ToepassingsvoorwaardenProcedureel, Fundamentele rechtsbeginselen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en mr. E.L.H. Mattioli |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden enkele belangrijke ontwikkelingen besproken die zich in de jaren 2011 en 2012 aan het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben voorgedaan op het terrein van het mededingingsrecht. Nu er op de Kirchberg in de genoemde periode meer dan 160 beschikkingen en arresten zijn geproduceerd, gaat het om een selectie van de interessantste thema’s. |
Artikel |
Menarini en KME: marginale of volle toetsing van mededingingsboetes door de rechter? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | mededinging, boetes, beoordelingsruimte, beleidsvrijheid, ambtshalve toetsing |
Auteurs | Mr. dr. R. Stijnen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Menarini heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat de toetsing van mededingingsboetes door de Italiaanse bestuursrechter voldoet aan de eisen van artikel 6 EVRM. Vlak daarna heeft het Hof van Justitie in de zaak KME geoordeeld dat het algemene wettigheidstoezicht tezamen met de volledige rechtsmacht van de unierechter bij door verordeningen bepaalde sancties voldoen aan de eisen van een effectieve rechtsbescherming als thans verankerd in artikel 47 Handvest. De vraag is of deze arresten gevolgen hebben voor de beoordelings- en beleidsruimte van de Europese Commissie of de nationale mededingingsautoriteit. |
Artikel |
Aansprakelijkheid moeder en recidiveRechter eist zorgvuldigheid bij toepassen mededingingsrechtelijk ondernemingsbegrip |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, recidive, motiveringsbeginsel, ondernemingsbegrip, Akzo presumptie |
Auteurs | Mr. P. van den Berg en Mr. A. Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
A Tale of Three Cities: Grondrechtelijke aandachtspunten bij de toepassing van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | mededingingsprocedures, nemo tenetur, zwijgplicht, cautie |
Auteurs | Mr. H.M.H. Speyart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel diverse grondrechten al sinds jaar en dag worden ingeroepen in Europese mededingingsprocedures, komen op deze grondrechten gebaseerde verweren nog iets minder voor in Nederlandse mededingingszaken. In deze bijdrage, die wegens haar omvang geen uitputtend overzicht vormt, zal nader worden ingegaan op een aantal grondrechtelijke leerstukken die in dat kader met name relevant lijken. |
Artikel |
De econoom in mededingingszaken: Reflecties over de inbreng van economen in mededingingszaken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2006 |
Trefwoorden | mededinging |
Auteurs | W. Driehuis en J.W. Velthuijsen |
Artikel |
Het toerekeningsleerstuk: de balans opgemaakt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | AKZO Nobel, ELF Acquitaine, Arkema, toerekening aan moederondernemingen, toerekeningsleerstuk |
Auteurs | Mr. I.W. VerLoren van Themaat en Mr. M.C. van Heezik |
SamenvattingAuteursinformatie |
De recente arresten Akzo Nobel, Elf Acquitaine en Arkema nodigen uit de balans op te maken van het toerekeningsleerstuk. Twee vragen staan daarbij centraal: de aansprakelijkheid van moederondernemingen voor de gedragingen van hun dochters en de toerekening in gevallen van juridische of economische opvolging van de inbreukmakende ondernemingen. |
Jurisprudentie |
T-Mobile Netherlands: het Hof schenkt klare wijn over de uitleg van een doelbeperking bij een economische benadering |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2009 |
Trefwoorden | doelbeperking, economische benadering, ervaringsregel, onderling afgestemde feitelijke gedraging, causaliteitsvermoeden |
Auteurs | Mr. drs. E.M.H. Loozen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof heeft in zijn uitspraak in T-Mobile Netherlands uiteengezet aan welke voorwaarden moet worden voldaan opdat in het geval van een onderling afgestemde feitelijke gedraging een doelbeperking is aangetoond zoals bedoeld in artikel 81, eerste lid, EG-Verdrag. Hierna volgt eerst een korte weergave van de standpunten die de betrokken instanties hadden ingenomen in de aanloop naar de prejudiciële procedure. Daarna worden de antwoorden van het Hof behandeld. Die antwoorden worden vervolgens langs de economische meetlat gelegd. |
Artikel |
De richtsnoeren handhavingsprioriteiten artikel 82 EG-VerdragHet voorbeeld van een reis die boeiender was dan de eindbestemming |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | misbruik van machtspositie, richtsnoeren 82, handhavingsprioriteiten Commissie, uitsluitingsgedrag, effects-based approach |
Auteurs | Mr. O. Brouwer en mr. M. Knapen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 2 december 2008 publiceerde de Commissie haar Richtsnoeren betreffende de handhavingsprioriteiten bij de toepassing van artikel 82 EG-Verdrag op uitsluitingsgedrag (hierna: Richtsnoeren).Artikel 82 EG-Verdrag bevat een verbod op misbruik van machtspositie. Onder dit verbod valt uitbuitingsgedrag door een dominante onderneming, zoals het hanteren van buitensporig hoge prijzen, en uitsluitingsgedrag waarmee een dominante onderneming concurrenten op een mededingingsverstorende wijze uitsluit van de markt. De Richtsnoeren gaan in op deze laatste categorie van misbruik en geven inzicht in de handhavingsprioriteiten die de leidraad zullen vormen voor het optreden van de Commissie op basis van artikel 82 EG-Verdrag.In een eerdere bijdrage in NTER is ingegaan op het consultatiedocument van de Commissie van 2005 over de toepassing van artikel 82 EG-Verdrag op onrechtmatig uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie (hierna: Consultatiedocument) en de achtergrond van de herziening van artikel 82 EG-Verdrag. Deze bijdrage behandelt een aantal kernpunten van de Richtsnoeren en plaatst een aantal kanttekeningen. |