De mededingingsregels, waaronder de staatssteunregels, bieden ruimte aan overheden en ondernemingen om de ingrijpende economische gevolgen als gevolg van de Covid-19-crisis op te vangen. In tijdelijke kaders heeft de Europese Commissie uiteengezet welke bijzondere steunmaatregelen en welke samenwerkingsvormen tussen concurrerende ondernemingen zijn toegestaan. Om snel ingrijpen mogelijk te maken heeft de Commissie voorzien in flexibele procedures die op korte termijn rechtszekerheid bieden. In deze bijdrage bespreken wij de specifieke invulling van de mededingingsregels in de tijdelijke kaders en gaan wij in op de vraag wat de tijdelijke materiële en procedurele flexibiliteit betekent voor de toekomst van deze regels. |
Zoekresultaat: 303 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht x
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Covid-19, staatssteun, mededingingsregels, Tijdelijke Kaderregeling, Tijdelijk Raamwerk |
Auteurs | Mr. M.C. van Heezik, Mr. drs L.N.M. van Uden en Mr. L.G.J. Fiorilli |
SamenvattingAuteursinformatie |
Rechtsbescherming |
Nieuwe richtlijn over bescherming klokkenluiders in de Europese Unie: inhoud en eerste analyse |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | klokkenluiders, rechtsbescherming, uitingsvrijheid, arbeidsrecht |
Auteurs | Mr. E.W. Jurjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een nieuwe richtlijn is de bescherming van klokkenluiders in Europa, geïnspireerd door onder meer artikel 10 EVRM, gecodificeerd. De richtlijn biedt een bredere bescherming voor klokkenluiders dan momenteel naar Nederlands recht geldt, maar beperkt deze bescherming wel tot meldingen van klokkenluiders over inbreuken op specifieke delen van het Unierecht. De Nederlandse wetgever zal moeten bezien hoeveel gebruik er gaat worden gemaakt van de ruimte die de richtlijn biedt om verdergaande bescherming te realiseren, in het bijzonder door de bescherming uit te breiden tot meldingen van klokkenluiders over inbreuken op andere (rechts)gebieden. |
Staatssteun |
De zaak TenderNed: de reikwijdte van overheidsgezag en het staatssteunrechtelijke economische-activiteitenbegrip |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | economische activiteit, ondernemingsbegrip, overheidsgezag, overheidsaanbestedingen, staatssteun |
Auteurs | Mr. G.J. van Midden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het arrest TenderNed besproken, waarin het Hof van Justitie oordeelde dat het aanbieden van applicaties ter ondersteuning van aanbestedende diensten bij de uitvoering van hun aanbestedingsactiviteiten niet onder de staatssteunregels valt. Met het aanbieden van TenderNed wordt namelijk uitvoering gegeven aan overheidsgezag en daarom is geen sprake van een economische activiteit waarop de staatssteunregels van toepassing zijn. In dit artikel onderzoekt de auteur de in deze arresten gegeven interpretatie van het begrip ‘overheidsgezag’. |
Mededinging |
Gunjumping in het Europese concentratietoezicht: een overzicht van recente ontwikkelingen in Brussel en Luxemburg |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | mededinging, Europese Commissie, concentratiecontrole, gunjumping, boetes |
Auteurs | Mr. P.J.H.M. van Osch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties die leiden tot een wijziging van zeggenschap en die de omzetdrempels van de Europese Concentratieverordening overschrijden, moeten worden gemeld bij de Europese Commissie. Gedurende het onderzoek naar de gevolgen van de transactie voor de mededinging mogen aangemelde transacties niet ten uitvoer worden gebracht. Ondernemingen die in strijd handelen met deze meldings- en standstill-verplichting maken zich schuldig aan gunjumping en kunnen door de Europese Commissie worden beboet. In deze bijdrage beschrijf ik het wettelijke kader en bespreek ik recente ontwikkelingen in Brussel en Luxemburg op het gebied van gunjumping. De conclusie is dat de Europese Commissie gunjumping in de afgelopen periode onder het vergrootglas heeft gelegd, en het Hof van Justitie het toepassingsbereik strakker heeft omkaderd. |
Asiel en migratie |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | migratie, asielrecht, Europese Unie, grensprocedures, solidariteit |
Auteurs | Prof. dr. H. Battjes, Mr. dr. E.R. Brouwer en Mr. dr. M. den Heijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 23 september 2020 presenteerde de Europese Commissie het migratie- en asielpact. Dit pact beslaat 509 pagina’s aanbevelingen en wetgevende voorstellen op het gebied van migratie- en asielrecht, het Schengenacquis en grenscontrole. In deze bijdrage bespreken we onder meer de vraag in hoeverre de voorstellen een basis bieden voor solidaire, menswaardige, maar ook effectievere migratie- en asiel afspraken in de Europese Unie. De bijdrage gaat met name in op de voorgestelde grensprocedures en de hervorming van het Dublinsysteem. Ook bespreken we de plannen ter versterking van Schengen en de maatregelen op het gebied van persoonsgegevens en EU- datasystemen. |
Telecommunicatie |
Kroniek Telecommunicatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | elektronische communicatie, Telecomcode, connectiviteit, aanleg netwerken, netneutraliteit |
Auteurs | Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beschikbaarheid van vaste en mobiele netwerken met zeer hoge capaciteit, zoals glasvezelnetwerken en 5G-netwerken, is cruciaal in de digitale economie. De Richtlijn van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (‘de Telecomcode’) heeft als doelstelling om bij te dragen aan de ontwikkeling van hoogwaardige netwerken. Deze connectiviteitsdoelstelling staat naast de reeds bestaande doelstellingen op het gebied van mededinging, interne markt en de bescherming van eindgebruikers. Deze bijdrage beschrijft allereerst de maatregelen, veelal soft law, die ter invulling van de connectiviteitsdoelstelling in de twee jaar na de vaststelling van de Telecomcode op Europees niveau zijn genomen, zoals Berec-richtsnoeren met een verduidelijking van nieuwe begrippen en instrumenten in de Telecomcode en een Aanbeveling van de Commissie voor een toolbox om de kosten van aanleg van nieuwe netwerken te verlagen. Daarna komt de gedeeltelijke implementatie in de Nederlandse Telecommunicatiewet aan de orde. Vervolgens passeert de jurisprudentie de revue, waarin een uitleg van de reikwijdte en de inhoud van het kader voorafgaand aan de Telecomcode, en van de Netneutraliteitsrverordening wordt gegeven. Daarbij wordt, waar relevant, ook benoemd hoe de uitleg zicht verhoudt tot de Telecomcode en de Nederlandse implementatie. |
Staatssteun |
Dôvera: ziektekostenverzekeringen en het ondernemingsbegrip – onzekerheid verzekerd? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | staatssteun, mededingingsrecht, ondernemingsbegrip, economische activiteiten |
Auteurs | Mr. drs. B.M.M. Reuder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het arrest in de staatssteunzaak Dôvera besproken, waarin het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat Slowaakse zorgverzekeraars geen ondernemingen zijn in de zin van de Europese mededingingsregels, nadat het Gerecht had geoordeeld dat zij wel als ondernemingen moesten worden gezien. Dit artikel bespreekt achtereenvolgens het ondernemingsbegrip in de context van socialezekerheidsstelsels, de verschillende oordelen in de Dôvera-zaak en de betekenis van het arrest van het Hof van Justitie voor de toepasselijkheid van mededingingsregels op Nederlandse zorgverzekeraars. |
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Digital Services Act, Platformen, Aansprakelijkheid, Filters, Algoritmen |
Auteurs | Mr. dr. S. Kulk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat kan en moet Facebook doen om smaad en laster te stoppen? Wat kan er van YouTube verlangd worden als het gaat om onthoofdingsvideo’s? En is Twitter aansprakelijk voor haatzaaiende berichten van twittergebruikers? Deze vragen raken allemaal aan de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid die internetplatforms hebben voor illegale en onrechtmatige inhoud die door hun gebruikers wordt gedeeld. De Richtlijn inzake elektronische handel is vooralsnog van groot belang als het gaat om de aansprakelijkheid van platformaanbieders. Maar dat staat te veranderen. Op een aantal specifieke terreinen heeft de Europese wetgever reeds nieuwe regelgeving aangenomen die ertoe strekt dat platformaanbieders meer moeten doen om bepaalde inhoud van hun platformen te weren. Er is bovendien een voorstel voor een ‘Digital Services Act package’ in de maak. Daarmee beoogt de Europese Commissie een nieuw kader neer te zetten voor het reguleren van digitale dienstverleners, waarin ook de aansprakelijkheid van deze dienstverleners zal worden herijkt. In deze bijdrage wordt een overzicht geboden van die ontwikkelingen en wordt in het bijzonder stilgestaan bij het gebruik van algoritmen om toezicht te houden op de online uitwisseling van informatie. |
Mededinging |
De ACM leidraad tariefafspraken zzp’ers: de ACM vs. Europees kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | ACM, Kartelverbod, zzp’ers, Tariefafspraken, Leidraad |
Auteurs | Mr. S. van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de publicatie van de Leidraad tariefafspraken zzp’ers beoogt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) duidelijkheid te scheppen over de verenigbaarheid van zulke afspraken met het mededingingsrecht. Aangezien zzp’ers in de regel worden gezien als onderneming, vallen onderlinge afspraken over prijzen in beginsel onder het kartelverbod. De ACM signaleert de zorg dat zzp’ers door concurrentie onder het bestaansminimum uitkomen. Zij heeft in de Leidraad drie volgens haar toepasselijke uitzonderingen op het kartelverbod geformuleerd. Daarnaast kondigt de ACM aan het kartelverbod niet te zullen handhaven ten aanzien van afspraken die het door het kabinet beoogde minimumloon voor zzp’ers van 16 euro per uur vastleggen. Of dit minimumloon er komt en wat het voor deze toezegging betekent als dit niet het geval is, zal moeten blijken. |
Rechtsbescherming |
Prejudiciële vragen over de geldigheid van EU-handelingen en effectieve rechtsbescherming: Eurobolt-arrest |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, geldigheid van EU-recht, nationale rechters, loyale samenwerking |
Auteurs | Dr. U. Jaremba MA LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli 2019 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zaak Eurobolt BV. Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend door de Hoge Raad in een nationale procedure die door Eurobolt is aangespannen in reactie op de heffing van antidumpingrechten. Dit arrest van het Hof van Justitie is zeer relevant voor het stelsel van rechtsbescherming in de EU in het kader van rechterlijke toetsing van geldigheid van EU-recht. De kernvraag in deze zaak is of een nationale rechter informatie van EU-instellingen kan opvragen om de mogelijke ongeldigheid van een EU-handeling nader te onderzoeken. In deze bijdrage worden de uitspraak van het Hof van Justitie en de gevolgen daarvan voor het functioneren van nationale rechters geëvalueerd in de context van het EU-recht en met name de prejudiciële procedure. |
Vrij verkeer |
Beperkingen van het verblijfsrecht van EU-burgers en hun familieleden in de lidstaten van de EU: Uit het oog, maar niet uit het hart? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | EU-burgerschap, Burgerschapsrichtlijn, voldoende middelen eis, uitzettingsmogelijkheden, gezinshereniging |
Auteurs | Mr. dr. H. van Eijken en H.H.C. Kroeze LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht van vrij verkeer en verblijf van EU-burgers en hun familieleden in de EU wordt geregeld door de Burgerschapsrichtlijn. Dit recht is echter niet absoluut en kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer een EU-burger onvoldoende inkomsten heeft om voor zichzelf en voor zijn familie te zorgen. Familieleden die geen EU-nationaliteit bezitten, hebben een recht om te verblijven in een gastlidstaat, wanneer zij hun familielid, die EU-burger is, begeleiden of zich bij deze EU-burger voegen. In de twee zaken die in dit artikel centraal staan, worden deze twee voorwaarden voor het verblijfsrecht van EU-burgers en hun familieleden door het Hof van Justitie nader uitgelegd. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | Schengen, vrij verkeer personen, EU burgerschap, covid-19, binnengrenzen, Europees Recht |
Auteurs | Mr. dr. H. van Eijken en Prof. dr. mr. J.J. Rijpma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De razendsnelle verspreiding van covid-19 binnen de EU leidde ertoe dat lidstaten afzonderlijk een groot aantal maatregelen namen om de verspreiding van het virus in te dammen. Deze vormden een belangrijke beperking van het vrij reizen binnen de EU, als ook van de mogelijkheden om van buiten Europa in te reizen. In deze bijdrage verkennen wij het (ontbreken van een) juridisch kader op EU-niveau voor de herinvoering van controles aan de binnengrenzen en het verbieden van niet-essentiële reizen op grond van de volksgezondheid. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | corona, covid-19, interne markt, volksgezondheid, mededinging |
Auteurs | Mr. drs. H.A.G. Temmink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het uitbreken van de covid-19-crisis heeft de Europese Unie zich schrap gezet om de gevolgen van de pandemie te beteugelen. Deze bijdrage geeft een overzicht van de initiatieven die tot dusverre zijn genomen. In eerste instantie betreft het maatregelen om de directe gevolgen voor de volksgezondheid te bestrijden en de integriteit van de interne markt te waarborgen. Ondertussen wordt ook aan herstelmaatregelen gewerkt voor het weer aan de gang krijgen van de economie. Wat zijn de gevolgen van corona voor de interne markt en de toekomst van de Unie? |
Mededinging |
Concentratietoezicht en industriebeleid: tussen protectionisme en mededingingstoezicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | mededinging, concentratiecontrole, Industriebeleid, Protectionisme, hervormingsvoorstellen |
Auteurs | Mr. Y. de Vries en Mr. E.M.R.H. Vancraybex |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het besluit van de Commissie om de fusie tussen Siemens en Alstom te verbieden heeft tot veel kritiek geleid. Het concentratietoezicht zou aan het ontstaan van Europese kampioenen op het mondiale speelveld in de weg staan. Verschillende lidstaten hebben opgeroepen tot een hervorming van het concentratietoezicht om beter rekening te houden met belangen van industriebeleid. Gedacht wordt aan een bevoegdheid voor de Raad om door de Commissie verboden concentraties alsnog goed te keuren op grond van overwegingen van industriebeleid dan wel een versoepeling van de analysekaders van de Commissie. In deze bijdrage gaan wij in op de rol van industriebeleid in het concentratietoezicht en de voor- en nadelen van de hervormingsvoorstellen, mede in het licht van de praktijk in de lidstaten. Wij concluderen dat er betere oplossingen denkbaar zijn. Voor zover industriepolitieke ‘correcties’ op de zuivere mededingingstoets toch in het concentratietoezicht worden ingebouwd, gaat onze voorkeur uit naar een goedkeuringsbevoegdheid voor de Raad waarbij de scheidslijn tussen de objectieve mededingingstoets en meer subjectieve politieke beslissingen helder blijft. |
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | online platformen, vrij verkeer van diensten, aansprakelijkheid, Digital Single Market |
Auteurs | Prof. dr. V. Mak |
SamenvattingAuteursinformatie |
De uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Airbnb Ireland geeft aanleiding tot een herbezinning op de Richtlijn elektronische handel. Deze richtlijn uit 2000 lijkt onvoldoende toegerust om het hoofd te bieden aan de complexe problemen die ontstaan door de groeiende aanwezigheid van grote online platformen op Europese consumentenmarkten. Deze noot bespreekt de kwalificatie van platformdiensten als ‘dienst van de informatiemaatschappij’ en de daaraan gekoppelde regels voor aansprakelijkheid en mogelijke beperkingen van het vrij verkeer van diensten door nationale regelgeving. |
Externe betrekkingen |
Oude wijn in nieuwe zakken: over de oorsprongsmarkering van levensmiddelen uit de door Israël bezette gebieden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | herkomstaanduiding, oorsprongsmarkering, oorsprongsregels, door Israël bezette gebieden, Verordening (EU) nr. 1169/2011 |
Auteurs | Mr. K.P. Olsthoorn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de onderhavige prejudiciële zaak is het Hof van Justitie voor het eerst verzocht om een uitspraak over de uitlegging van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1169/2011 over de vermelding van het ‘land van oorsprong’ en de ‘plaats van herkomst’ met betrekking tot levensmiddelen die uit de door Israël sinds 1967 bezette gebieden afkomstig zijn. In het op 12 november 2019 gewezen arrest in de de zaak Organisation juive européenne en Vignoble Psagot heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat uit deze verordening volgt dat op levensmiddelen die afkomstig zijn uit een door Israël bezet gebied, niet alleen dit gebied maar tevens, wanneer die levensmiddelen afkomstig zijn uit een plaats die of een geheel van plaatsen dat een Israëlische nederzetting binnen dat gebied vormt, deze herkomst moet worden vermeld. In deze bijdrage worden de achtergronden en gevolgen van deze uitspraak nader toegelicht. |
Brexit |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | Brexit, artikel 50 VEU, soevereiniteit, 4 intrekking kennisgeving, uittreding |
Auteurs | Mr. dr. A. Cuyvers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wightman bevestigt het unilaterale, soevereine recht van een lidstaat om een kennisgeving van uittreding in te trekken. Deze bijdrage bespreekt zowel dit recht op intrekking als de eventuele grenzen aan dit recht, waaronder wellicht misbruik van recht. |
Consumenten |
Modernisering van het Europese consumentenrecht: meer vlees op het bot (II) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | handhaving, online marktplaatsen, informatieplichten, dynamic pricing, bedenktijd |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel en de in de vorige aflevering van dit tijdschrift opgenomen bijdrage bespreek ik de vraag of de Moderniseringsrichtlijn in haar uiteindelijke vorm de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt van modernisering en verbetering van de handhaving van het consumenten-acquis. In het eerste deel van deze bijdrage heb ik mij daartoe gericht op de individuele en publiekrechtelijke handhaving van het consumentenrecht en op dynamic pricing en informatieverplichtingen voor online marktplaatsen. In dit tweede en laatste deel bespreek ik de vraag met wie de consument nu eigenlijk contracteert als de overeenkomst via een online marktplaats wordt gesloten, behandel ik kort enkele vereenvoudigingen voor handelaren en ga ik in op de herziene regels voor de bedenktijd van consumenten. In de conclusie wordt de vraag of de Moderniseringsrichtlijn de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt, beantwoord. |
Staatssteun |
Stimulerende steunverlening volgens het arrest Eesti Pagar |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | stimulerend effect, onrechtmatige staatssteun, terugvordering, rente, verjaring |
Auteurs | Mr. dr. P.C. Adriaanse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Eesti Pagar heeft het Hof van Justitie de taak van steunverleners bij beoordeling van het stimulerend effect van steunverlening afgebakend. Verder heeft het Hof van Justitie een verplichting voor steunverleners uitgesproken om op eigen initiatief alle consequenties te trekken uit niet-naleving van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, waaronder verplichte terugvordering met inbegrip van rente. In dat kader heeft het Hof van Justitie zich ook uitgelaten over het vertrouwensbeginsel, verjaring en de vordering van rente. Het arrest is voor de praktijk van belang omdat het meer duidelijkheid geeft over de toepassing van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. |
Digitale markten |
De ‘filterverplichting’ uit de nieuwe Auteursrechtrichtlijn |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2019 |
Trefwoorden | auteursrecht, platforms, internet, Europese Unie/EU, filter |
Auteurs | Mr. J.G. Reus |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het kan weinigen zijn ontgaan: op 15 april 2019 is de Richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt aangenomen (DSM-richtlijn). De DSM-richtlijn moet op 7 juni 2021 zijn omgezet in nationaal recht. Hoewel de richtlijn raakt aan allerlei onderwerpen op het gebied van het auteurs- en naburige recht in de ‘digitale markt’ (lees: op internet), hebben vooral de nieuwe regels over de value gap buitengewoon veel aandacht gekregen in de media. Met de value gap wordt kort gezegd het gat bedoeld tussen de winsten die internettussenpersonen zoals zoekmachines en platforms opstrijken en de inkomsten die de makers van de content (de auteurs) ervan terugzien. Om rechthebbenden tegemoet te komen bij de exploitatie van werken op internet, in een poging die ‘gap’ terug te dringen, bevat de richtlijn een controversieel artikel gericht op internetplatforms. Het artikel stond lange tijd bekend als ‘artikel 13’. In de definitieve versie van de DSM-richtlijn is dit artikel 17 geworden. Het is dit artikel waar ik in deze bijdrage op wil inzoomen, en dan met name op de elementen van die bepaling die als een ‘filterverplichting’ zouden kunnen worden aangemerkt – een veelgehoord punt van kritiek, dan wel zorg. |