Een nieuwe golf van economisch patriottisme doet de vraag rijzen in hoeverre het Unierecht een keurslijf vormt voor publieke belangen die, in het kader van fusies en buitenlandse investeringen, kunnen worden ingeroepen ter onttrekking van nationale regelingen aan de vrije mededinging. In dit artikel zal deze kwestie benaderd worden vanuit het perspectief van het internemarktrecht. Daarbij zal worden ingegaan op de vraag of – en zo ja, wanneer – lidstaten op grond van het Unierecht nationale mechanismen mogen instellen en/of toepassen. |
Artikel |
You can talk the talk but can you walk the walk?Niet-mededingingsrechtelijke nationale belemmerende maatregelen met betrekking tot fusies en buitenlandse investeringen en het recht van de Europese Unie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2015 |
Trefwoorden | Fusies en buitenlandse investeringen, publieke belangen, bevoegdheidsverdeling nationaal-supranationaal |
Auteurs | Mr. P. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Non bis in idem in Europa: de zaken Spasic en M. |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | non bis in idem, artikel 54 Schengenuitvoeringsovereenkomst, artikel 50 Handvest EU, beperking grondrechten Handvest EU, tenuitvoerleggingsvoorwaarde |
Auteurs | Mr. dr. W.F. van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen Schengen en de EU geldt de regel dat iemand die onherroepelijk is berecht niet nog eens mag worden vervolgd of gestraft wegens hetzelfde feit (non bis in idem). Geldt deze bescherming ook wanneer de straf wel definitief is geworden maar nog niet ten uitvoer is gelegd? Artikel 54 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst is hierover duidelijk: het stelt tenuitvoerlegging als voorwaarde voor toepassing van de waarborg tegen tweede vervolging of bestraffing. Artikel 50 Handvest stelt deze voorwaarde echter niet. In de zaak Spasic beoordeelt het Hof van Justitie – voor het eerst – de verhouding tussen beide non bis in idem-bepalingen. |