Op 1 oktober 2020 gaf het Hof van Justitie van de Europese Unie antwoord op de door de Franse Conseil d’État gestelde prejudiciële vraag of hele insecten, zoals wormen, sprinkhanen en krekels, een novel food zijn in de zin van Verordening (EG) nr. 258/97. Tegen de achtergrond van deze vraag besteedt advocaat-generaal Michal Bobek in zijn conclusie, naast de standaardmethoden van uitlegging van het Unierecht, aandacht aan de minder vaak toegepaste dynamische uitlegging. In deze bijdrage wordt derhalve nader stilgestaan bij de beperkingen en mogelijkheden van de toepassing van de dynamische interpretatie in de context van het Unierecht. |
Zoekresultaat: 336 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht x
Rechtsbescherming |
Van meelwormen, krekels, sprinkhanen en andere wijzen van uitlegging van Unierecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | Verordening (EG) nr. 258/97, dynamische uitlegging, hele insecten, uitlegging materiële werkingssfeer van de verordening |
Auteurs | Mr. drs. K.J. Defares |
SamenvattingAuteursinformatie |
Rechtsbescherming |
Het spanningsveld tussen de belangen van producent, concurrent en publiekHoever rijkt de bescherming van de commerciële belangen van farmaceutische bedrijven onder de Eurowob? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | Verordening (EG) nr. 1049/2001, agentschap, Eurowob, commerciële belangen, algemene aanname van vertrouwelijkheid |
Auteurs | Y.C. Bijl LL.M. en J. de Klein LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden twee recente uitspraken van respectievelijk het Gerecht en het Hof van Justitie besproken. In deze uitspraken laten zij zich uit over het openbaar maken van klinische onderzoeksrapporten verstrekt in het kader van een aanvraag voor het in de handel brengen van een geneesmiddel. In de uitspraken komen onder meer het leerstuk van de algemene aanname van de vertrouwelijkheid en de uitzonderingsgrond onder de Eurowob die dient ter bescherming van de commerciële belangen van een (rechts)persoon aan bod. Dit artikel beoogt uiteen te zetten in hoeverre de uitspraken meer duidelijkheid verschaffen over het bovengenoemde leerstuk en de genoemde uitzonderingsgrond. |
Rechtsbescherming |
Nieuwe richtlijn over bescherming klokkenluiders in de Europese Unie: inhoud en eerste analyse |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | klokkenluiders, rechtsbescherming, uitingsvrijheid, arbeidsrecht |
Auteurs | Mr. E.W. Jurjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een nieuwe richtlijn is de bescherming van klokkenluiders in Europa, geïnspireerd door onder meer artikel 10 EVRM, gecodificeerd. De richtlijn biedt een bredere bescherming voor klokkenluiders dan momenteel naar Nederlands recht geldt, maar beperkt deze bescherming wel tot meldingen van klokkenluiders over inbreuken op specifieke delen van het Unierecht. De Nederlandse wetgever zal moeten bezien hoeveel gebruik er gaat worden gemaakt van de ruimte die de richtlijn biedt om verdergaande bescherming te realiseren, in het bijzonder door de bescherming uit te breiden tot meldingen van klokkenluiders over inbreuken op andere (rechts)gebieden. |
Staatssteun |
De zaak TenderNed: de reikwijdte van overheidsgezag en het staatssteunrechtelijke economische-activiteitenbegrip |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | economische activiteit, ondernemingsbegrip, overheidsgezag, overheidsaanbestedingen, staatssteun |
Auteurs | Mr. G.J. van Midden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het arrest TenderNed besproken, waarin het Hof van Justitie oordeelde dat het aanbieden van applicaties ter ondersteuning van aanbestedende diensten bij de uitvoering van hun aanbestedingsactiviteiten niet onder de staatssteunregels valt. Met het aanbieden van TenderNed wordt namelijk uitvoering gegeven aan overheidsgezag en daarom is geen sprake van een economische activiteit waarop de staatssteunregels van toepassing zijn. In dit artikel onderzoekt de auteur de in deze arresten gegeven interpretatie van het begrip ‘overheidsgezag’. |
Mededinging |
Google Android: mag men een gegeven paard toch in de bek kijken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Google, platforms, machtspositie, misbruik, koppelverkoop |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie en Mr. B.A. Verheijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Google Android-besluit heeft de Europese Commissie aan Google een recordboete opgelegd wegens misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU. In het besluit staat Android, het besturingssysteem van Google voor smartphones en tablets, centraal. Google biedt dit aan via een open source-model. Het besluit stelt een machtspositie van Google vast op verschillende digitale markten: (1) de markt voor licenseerbare besturingssystemen voor slimme mobiele apparaten, (2) de markt voor Android appstores en (3) de markt voor algemene zoekdiensten op het internet (Google Search). Volgens de Commissie heeft Google met verschillende gedragingen, waaronder exclusiviteitsbetalingen en koppelverkoop, haar positie op laatstgenoemde markt, waarop zij inkomsten genereert via online advertenties, willen beschermen. De Commissie kwalificeert deze gedragingen als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. De auteurs analyseren het besluit en de inzet van het mededingingsrechtelijke instrument misbruik van een economische machtspositie in deze complexe digitale omgeving. Daarbij gaan zij in het bijzonder ook in op het bijzondere verdienmodel van Google ten aanzien van Android, waarbij innovatieve technologie kosteloos ter beschikking wordt gesteld in ruil voor restricties die erop zijn gericht de Googlediensten die advertentie-inkomsten genereren een zo groot mogelijk bereik te garanderen. |
Rechtsbescherming |
De toepasselijkheid van Uniegrondrechten op nationale verdergaande beschermingsmaatregelenNadere afbakening van het toepassingsgebied van Uniegrondrechten in het arrest TSN en AKT |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Uniegrondrechten, algemene beginselen van Unierecht, werkingssfeer van Unierecht, uitvoering van Unierecht |
Auteurs | Mr. dr. M. de Mol |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Uniegrondrechten zijn in beginsel van toepassing op nationale maatregelen die vallen binnen een Unierechtelijke bepaling die aan lidstaten een discretionaire bevoegdheid toekent. Het feit dat de lidstaten niet verplicht zijn om gebruik te maken van de bevoegdheid doet hier niet aan af. Hoe zit het echter met Unierechtelijke bepalingen die de lidstaten de ruimte geven om verdergaande bescherming te geven dan het EU-minimum? Als een lidstaat deze mogelijkheid benut door verdergaande bescherming te bieden, zijn de Uniegrondrechten dan ook van toepassing? Het arrest TSN en AKT geeft hierover duidelijkheid. |
Vrij verkeer |
De Europese Toegankelijkheidsrichtlijn voor mensen met een handicap: grondrechtenbevordering binnen de Europese interne markt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | toegankelijkheid, interne markt, personen met een beperking, grondrechten, VN-verdrag handicap |
Auteurs | Prof. mr. dr. S. de Vries en Mr. T. de Sterke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de in april 2019 aangenomen Europese Toegankelijkheidsrichtlijn wordt gepoogd de toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een beperking te verbeteren. De richtlijn geeft hiermee uitvoering aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dit artikel beschrijft de totstandkomingsgeschiedenis van de richtlijn, de belangrijkste kenmerken ervan en wat de te verwachten toegevoegde waarde van de richtlijn zal zijn. |
Mededinging |
Gunjumping in het Europese concentratietoezicht: een overzicht van recente ontwikkelingen in Brussel en Luxemburg |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | mededinging, Europese Commissie, concentratiecontrole, gunjumping, boetes |
Auteurs | Mr. P.J.H.M. van Osch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties die leiden tot een wijziging van zeggenschap en die de omzetdrempels van de Europese Concentratieverordening overschrijden, moeten worden gemeld bij de Europese Commissie. Gedurende het onderzoek naar de gevolgen van de transactie voor de mededinging mogen aangemelde transacties niet ten uitvoer worden gebracht. Ondernemingen die in strijd handelen met deze meldings- en standstill-verplichting maken zich schuldig aan gunjumping en kunnen door de Europese Commissie worden beboet. In deze bijdrage beschrijf ik het wettelijke kader en bespreek ik recente ontwikkelingen in Brussel en Luxemburg op het gebied van gunjumping. De conclusie is dat de Europese Commissie gunjumping in de afgelopen periode onder het vergrootglas heeft gelegd, en het Hof van Justitie het toepassingsbereik strakker heeft omkaderd. |
Asiel en migratie |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | migratie, asielrecht, Europese Unie, grensprocedures, solidariteit |
Auteurs | Prof. dr. H. Battjes, Mr. dr. E.R. Brouwer en Mr. dr. M. den Heijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 23 september 2020 presenteerde de Europese Commissie het migratie- en asielpact. Dit pact beslaat 509 pagina’s aanbevelingen en wetgevende voorstellen op het gebied van migratie- en asielrecht, het Schengenacquis en grenscontrole. In deze bijdrage bespreken we onder meer de vraag in hoeverre de voorstellen een basis bieden voor solidaire, menswaardige, maar ook effectievere migratie- en asiel afspraken in de Europese Unie. De bijdrage gaat met name in op de voorgestelde grensprocedures en de hervorming van het Dublinsysteem. Ook bespreken we de plannen ter versterking van Schengen en de maatregelen op het gebied van persoonsgegevens en EU- datasystemen. |
Telecommunicatie |
Kroniek Telecommunicatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | elektronische communicatie, Telecomcode, connectiviteit, aanleg netwerken, netneutraliteit |
Auteurs | Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beschikbaarheid van vaste en mobiele netwerken met zeer hoge capaciteit, zoals glasvezelnetwerken en 5G-netwerken, is cruciaal in de digitale economie. De Richtlijn van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (‘de Telecomcode’) heeft als doelstelling om bij te dragen aan de ontwikkeling van hoogwaardige netwerken. Deze connectiviteitsdoelstelling staat naast de reeds bestaande doelstellingen op het gebied van mededinging, interne markt en de bescherming van eindgebruikers. Deze bijdrage beschrijft allereerst de maatregelen, veelal soft law, die ter invulling van de connectiviteitsdoelstelling in de twee jaar na de vaststelling van de Telecomcode op Europees niveau zijn genomen, zoals Berec-richtsnoeren met een verduidelijking van nieuwe begrippen en instrumenten in de Telecomcode en een Aanbeveling van de Commissie voor een toolbox om de kosten van aanleg van nieuwe netwerken te verlagen. Daarna komt de gedeeltelijke implementatie in de Nederlandse Telecommunicatiewet aan de orde. Vervolgens passeert de jurisprudentie de revue, waarin een uitleg van de reikwijdte en de inhoud van het kader voorafgaand aan de Telecomcode, en van de Netneutraliteitsrverordening wordt gegeven. Daarbij wordt, waar relevant, ook benoemd hoe de uitleg zicht verhoudt tot de Telecomcode en de Nederlandse implementatie. |
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Digital Services Act, Platformen, Aansprakelijkheid, Filters, Algoritmen |
Auteurs | Mr. dr. S. Kulk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat kan en moet Facebook doen om smaad en laster te stoppen? Wat kan er van YouTube verlangd worden als het gaat om onthoofdingsvideo’s? En is Twitter aansprakelijk voor haatzaaiende berichten van twittergebruikers? Deze vragen raken allemaal aan de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid die internetplatforms hebben voor illegale en onrechtmatige inhoud die door hun gebruikers wordt gedeeld. De Richtlijn inzake elektronische handel is vooralsnog van groot belang als het gaat om de aansprakelijkheid van platformaanbieders. Maar dat staat te veranderen. Op een aantal specifieke terreinen heeft de Europese wetgever reeds nieuwe regelgeving aangenomen die ertoe strekt dat platformaanbieders meer moeten doen om bepaalde inhoud van hun platformen te weren. Er is bovendien een voorstel voor een ‘Digital Services Act package’ in de maak. Daarmee beoogt de Europese Commissie een nieuw kader neer te zetten voor het reguleren van digitale dienstverleners, waarin ook de aansprakelijkheid van deze dienstverleners zal worden herijkt. In deze bijdrage wordt een overzicht geboden van die ontwikkelingen en wordt in het bijzonder stilgestaan bij het gebruik van algoritmen om toezicht te houden op de online uitwisseling van informatie. |
Rechtsbescherming |
Prejudiciële vragen over de geldigheid van EU-handelingen en effectieve rechtsbescherming: Eurobolt-arrest |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, geldigheid van EU-recht, nationale rechters, loyale samenwerking |
Auteurs | Dr. U. Jaremba MA LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli 2019 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zaak Eurobolt BV. Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend door de Hoge Raad in een nationale procedure die door Eurobolt is aangespannen in reactie op de heffing van antidumpingrechten. Dit arrest van het Hof van Justitie is zeer relevant voor het stelsel van rechtsbescherming in de EU in het kader van rechterlijke toetsing van geldigheid van EU-recht. De kernvraag in deze zaak is of een nationale rechter informatie van EU-instellingen kan opvragen om de mogelijke ongeldigheid van een EU-handeling nader te onderzoeken. In deze bijdrage worden de uitspraak van het Hof van Justitie en de gevolgen daarvan voor het functioneren van nationale rechters geëvalueerd in de context van het EU-recht en met name de prejudiciële procedure. |
Vrij verkeer |
Beperkingen van het verblijfsrecht van EU-burgers en hun familieleden in de lidstaten van de EU: Uit het oog, maar niet uit het hart? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | EU-burgerschap, Burgerschapsrichtlijn, voldoende middelen eis, uitzettingsmogelijkheden, gezinshereniging |
Auteurs | Mr. dr. H. van Eijken en H.H.C. Kroeze LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht van vrij verkeer en verblijf van EU-burgers en hun familieleden in de EU wordt geregeld door de Burgerschapsrichtlijn. Dit recht is echter niet absoluut en kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer een EU-burger onvoldoende inkomsten heeft om voor zichzelf en voor zijn familie te zorgen. Familieleden die geen EU-nationaliteit bezitten, hebben een recht om te verblijven in een gastlidstaat, wanneer zij hun familielid, die EU-burger is, begeleiden of zich bij deze EU-burger voegen. In de twee zaken die in dit artikel centraal staan, worden deze twee voorwaarden voor het verblijfsrecht van EU-burgers en hun familieleden door het Hof van Justitie nader uitgelegd. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | corona, covid-19, interne markt, volksgezondheid, mededinging |
Auteurs | Mr. drs. H.A.G. Temmink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het uitbreken van de covid-19-crisis heeft de Europese Unie zich schrap gezet om de gevolgen van de pandemie te beteugelen. Deze bijdrage geeft een overzicht van de initiatieven die tot dusverre zijn genomen. In eerste instantie betreft het maatregelen om de directe gevolgen voor de volksgezondheid te bestrijden en de integriteit van de interne markt te waarborgen. Ondertussen wordt ook aan herstelmaatregelen gewerkt voor het weer aan de gang krijgen van de economie. Wat zijn de gevolgen van corona voor de interne markt en de toekomst van de Unie? |
Mededinging |
Concentratietoezicht en industriebeleid: tussen protectionisme en mededingingstoezicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | mededinging, concentratiecontrole, Industriebeleid, Protectionisme, hervormingsvoorstellen |
Auteurs | Mr. Y. de Vries en Mr. E.M.R.H. Vancraybex |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het besluit van de Commissie om de fusie tussen Siemens en Alstom te verbieden heeft tot veel kritiek geleid. Het concentratietoezicht zou aan het ontstaan van Europese kampioenen op het mondiale speelveld in de weg staan. Verschillende lidstaten hebben opgeroepen tot een hervorming van het concentratietoezicht om beter rekening te houden met belangen van industriebeleid. Gedacht wordt aan een bevoegdheid voor de Raad om door de Commissie verboden concentraties alsnog goed te keuren op grond van overwegingen van industriebeleid dan wel een versoepeling van de analysekaders van de Commissie. In deze bijdrage gaan wij in op de rol van industriebeleid in het concentratietoezicht en de voor- en nadelen van de hervormingsvoorstellen, mede in het licht van de praktijk in de lidstaten. Wij concluderen dat er betere oplossingen denkbaar zijn. Voor zover industriepolitieke ‘correcties’ op de zuivere mededingingstoets toch in het concentratietoezicht worden ingebouwd, gaat onze voorkeur uit naar een goedkeuringsbevoegdheid voor de Raad waarbij de scheidslijn tussen de objectieve mededingingstoets en meer subjectieve politieke beslissingen helder blijft. |
Mededinging |
Jurisdictie bij schade als gevolg van een inbreuk op het Europees mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, Rechtsmacht, Kartelschade, Handlungsort, Erfolgsort |
Auteurs | Mr. drs. T.S. Hoyer en Mr. J.W. Fanoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit overzichtsartikel bespreken de auteurs de lijnen die zijn te ontdekken in de arresten CDC/Akzo, flyLAL, Apple en Tibor-Trans van het Hof van Justitie van de Europese Unie, die zien op de toepassing en uitleg van de artikel 7 lid 2, artikel 8 lid 1 en artikel 25 van de EEX-Vo in het geval van een schadevordering wegens een inbreuk op het Europees mededingingsrecht. Voorts gaan zij in op de (praktische) gevolgen van deze jurisprudentie voor een benadeelde die een schadevordering wegens een inbreuk op het Europees mededingingsrecht aanhangig wenst te maken. |
Vrij verkeer |
Grondrechtenbescherming in het Nederlandse en Europese auteursrecht na Spiegel Online, Funke Medien en Pelham |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | auteursrecht, grondrechten, Auteursrechtrichtlijn, excepties, informatievrijheid |
Auteurs | T. Snijders en S. van Deursen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze uitspraken spreekt het Hof van Justitie zich uit over de mogelijkheid van excepties op de exclusieve rechten van auteurs buiten de uitputtende lijst met excepties die is opgenomen in de Auteursrechtrichtlijn. Ook laat het Hof van Justitie zich opnieuw uit over de rol van grondrechten bij de interpretatie van de bestaande excepties. Deze uitspraken worden in breder perspectief geplaatst door daarnaast de benadering van het EHRM te bespreken. Tot slot worden de implicaties van deze dynamische Europese rechtsorde voor de Nederlandse praktijk besproken. |
Milieu |
Finse wolvenjacht: deur op een kier voor ‘ecodictie’ in het Europese natuurbeschermingsrecht? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, natuurbescherming, wolven, jacht, gunstige staat van instandhouding |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke en Mr. dr. A. Trouwborst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest over het Finse vergunningsbeleid voor de jacht op wolven geeft het Hof van Justitie uitleg over de betekenis en reikwijdte van een aantal omstreden bepalingen van de Habitatrichtlijn. De twee belangrijkste vragen betreffen (a) of het toegestaan is om vergunning voor jacht te verlenen om meer acceptatie voor grote roofdieren te bewerkstelligen bij de lokale bevolking en (b) op welk bestuursniveau (lokaal, nationaal, biografisch, grensoverschrijdend) de zogenoemde eis van ‘gunstige staat van instandhouding’ voor beschermde soorten moet worden bereikt. Daarnaast benadrukt het Hof van Justitie net als in andere recente arresten het belang van wetenschappelijk bewijs en de prominente rol van het voorzorgbeginsel. Met de vestiging van het eerste Nederlandse wolvenroedel in eeuwen kan de eerste vraag ook zeker relevant geworden voor Nederland. Het antwoord op de tweede vraag is voor Nederland – met zijn gefragmenteerde grondgebied en vele kleine populaties beschermde soorten – zelfs van fundamenteel belang. Het Hof van Justitie geeft meer duidelijkheid maar laat tegelijkertijd nog wel vragen open. |
Externe betrekkingen |
Oude wijn in nieuwe zakken: over de oorsprongsmarkering van levensmiddelen uit de door Israël bezette gebieden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | herkomstaanduiding, oorsprongsmarkering, oorsprongsregels, door Israël bezette gebieden, Verordening (EU) nr. 1169/2011 |
Auteurs | Mr. K.P. Olsthoorn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de onderhavige prejudiciële zaak is het Hof van Justitie voor het eerst verzocht om een uitspraak over de uitlegging van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1169/2011 over de vermelding van het ‘land van oorsprong’ en de ‘plaats van herkomst’ met betrekking tot levensmiddelen die uit de door Israël sinds 1967 bezette gebieden afkomstig zijn. In het op 12 november 2019 gewezen arrest in de de zaak Organisation juive européenne en Vignoble Psagot heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat uit deze verordening volgt dat op levensmiddelen die afkomstig zijn uit een door Israël bezet gebied, niet alleen dit gebied maar tevens, wanneer die levensmiddelen afkomstig zijn uit een plaats die of een geheel van plaatsen dat een Israëlische nederzetting binnen dat gebied vormt, deze herkomst moet worden vermeld. In deze bijdrage worden de achtergronden en gevolgen van deze uitspraak nader toegelicht. |
Institutioneel recht |
Anomalie of de aankondiging van een omwenteling?Het EU-stelsel van rechtsbescherming na Rimšēvičs |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | EMU, onafhankelijkheid, rechterlijke bevoegdheden, rechtsstaat, direct beroep |
Auteurs | Mr. dr. A. van den Brink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Rimšēvičs vernietigde het Hof van Justitie voor het eerst een besluit van een nationaal overheidsorgaan. Het ging om het ontslag van de president van de Letse centrale bank. De vernietiging doorbreekt de klassieke bevoegdheidsverdeling tussen het Hof van Justitie en nationale rechters, maar is gebaseerd op een bijzondere bepaling uit het EMU-recht. Betreft het om die reden een geïsoleerd geval, of kan de uitspraak bredere implicaties krijgen? |