In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de hoofdzaken betreffende het Brexit-dossier. Stilgestaan wordt bij het referendum van 23 juni 2018 en de gang van zaken sinds de kennisgeving van de Britse uittreding op 29 maart 2017. Daarbij komt de stand van zaken in de terugtrekkingsonderhandelingen aan de orde, de Britse voorstellen zoals vervat in het White Paper van juli 2018 en de perspectieven voor oplossingen van de nog uitstaande problemen. Met name de juridisch-institutionele aspecten van de diverse onderwerpen en problemen worden belicht. |
Institutioneel |
Brexit. Het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie: een moeizaam partnerschap |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | Brexit, artikel 50 VEU, Terugtrekkingsakkoord, toekomstige betrekkingen, Handelsregeling |
Auteurs | Prof. dr. J.W. de Zwaan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Consumenten |
Oude wijn in nieuwe zakken? Modernisering van het Europese consumentenrecht (II) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, Fitness check |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
Auteursinformatie |
Vrij verkeer |
Confédération Paysannes: grensoverschrijdend jurisprudentieel actualiseren van de Richtlijn inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | biotechnologie, GGO Richtlijn, harmonisatie, voorzorgsbeginsel, CRISPR |
Auteurs | Prof. mr. J. Somsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Confédération paysannes oordeelde het Hof dat mutagenesetechnieken ontwikkeld na het vaststellen van de doelbewuste introductie van GGO Richtlijn, waaronder bijvoorbeeld CRISPR/CAS9, binnen de werkingssfeer van de GGO Richtlijn vallen. Tegelijkertijd concludeerde het dat de uitzondering voor GGO’s verkregen door ‘mutagenese’, vervat in Annex I B, niet geldt voor deze nieuwe technieken, en daarom aan een risicobeoordeling moeten worden onderworpen. Deze oudere en zich als veilig bewezen GGO’s mogen volgens het Hof van Justitie echter wel aan nadere nationale regels worden onderworpen (partiële harmonisatie). De resulterende uitbreiding van de reikwijdte van deze kaderrichtlijn naar GGO’s verkregen door gerichte mutagenese heeft repercussies voor alle wetgeving waarin het begrip ‘GGO’ centraal staat. |
Sociaal beleid |
Werkzaamheden in meerdere lidstaten voor de Europese socialezekerheidscoördinatie: nadere verduidelijkingen door het Hof van Justitie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | Meerdere werkstaten, Toepasselijke socialezekerheidswetgeving, Plegen uit te oefenen, Onbetaald verlof, Geringe thuiswerkzaamheden |
Auteurs | Dr. H. Niesten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De geannoteerde twee arresten X/Nederlandse Staatssecretaris van Financiën 1xHvJ 13 september 2017, zaak C-569/15, X/ Staatssecretaris van Financiën, ECLI:EU:C:2017:673 en HvJ 13 september 2017, zaak C-570/15, X/Staatssecretaris van Financiën, ECLI:EU:C:2017:674. van 13 september 2017 illustreren de toenemende diversiteit binnen het grensoverschrijdend werkverkeer. Aan het Hof van Justitie werden prejudiciële vragen gesteld over de betekenis van ‘onbetaald verlof’ en ‘beperkte (thuis)werkzaamheden’ voor de uitleg van de bijzondere regel inzake het verrichten van werkzaamheden in twee of meer lidstaten (dat wil zeggen: samenloop) ter vaststelling van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Beide arresten nopen tot de vraagstelling of de huidige Europese socialezekerheidscoördinatie voldoende is toegesneden op hedendaagse flexibele arbeidsvormen waar mobilisering en digitalisering de overhand nemen. Noten
|
Milieu |
De lange mars van het voorzorgsbeginsel: redding van de bij? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | gewasbestrijdingsmiddelen, neonicotinoïden, bijensterfte, voorzorgsbeginsel, EFSA |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na ruim tien jaar op de interne markt te zijn toegelaten, heeft de Commissie drie omstreden gewasbestrijdingsmiddelen (neonicotinoïden) verboden waarvan een causaal verband met bijensterfte in Europa werd vermoed. Vanwege wetenschappelijke onzekerheid hierover was het verbod gebaseerd op het voorzorgsbeginsel. Het beroep tegen deze toepassing van het beginsel is door het Gerecht in dit arrest ongegrond verklaard. Het is daarmee het eerste arrest waarin met zoveel woorden en zoveel overtuiging het voorzorgsbeginsel wordt getoetst en toegepast. Ondanks deze voorlopige zege voor de bescherming van milieu en menselijke gezondheid is het afwachten of de transitie naar een duurzaam gebruik van bestrijdingsmiddelen zal plaatsvinden. Dit hangt vooral samen met fundamentele vragen over de verhouding tussen de wetenschap en de politieke besluitvorming. |
Rechtsbescherming |
Bescherming van het dierenwelzijn, de volksgezondheid of de godsdienstvrijheid?Het arrest Liga van Moskeeën over het ritueel slachten van dieren |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | godsdienstvrijheid, onverdoofd ritueel slachten van dieren, grondrechtenbelemmering, dierenwelzijn, uniformiteit van het Unierecht |
Auteurs | Mr. dr. M. Beijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Liga van Moskeeën buigt het Hof van Justitie zich voor het eerst over de Unierechtelijke eisen aan de (onverdoofde) rituele slacht van dieren. Een Belgische rechter had een prejudiciële vraag gesteld over de geldigheid van deze eisen gelet op de bescherming van de godsdienstvrijheid. Het Hof van Justitie concludeert in het arrest dat de godsdienstvrijheid niet wordt beperkt, en laat veel aandacht uitgaan naar de legitieme doelen die door de Unierechtelijke eisen worden nagestreefd, waaronder de bescherming van het dierenwelzijn en de volksgezondheid. Dit artikel bespreekt de bijzonderheden aan deze grondrechtelijke toetsing van het Hof van Justitie. |
Vervoer |
Over arbeidstijden en cabotage in het goederenvervoer over de weg: ‘dubbel klutsen’ door het Hof van Justitie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | wegvervoer, verordeningen, rusttijden, cabotage, mobiliteitspakket |
Auteurs | Mr. K. Sevinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
In twee recente arresten heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over een aantal actuele vraagstukken inzake het vervoer over de weg. In de zaak Vaditrans gaat het om rijtijden en, in dit geval vooral, rusttijden. In de zaak Commissie/Denemarken gaat het om de voorwaarden waaronder cabotage mag worden verricht. In beide gevallen gaat het om verordeningen die nadere uitvoering behoeven. Beide zaken worden hier in samenhang besproken, mede in het licht van het zogenoemde ‘mobiliteitspakket’. |
Europees strafrecht |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | Uitlevering, Weigeringsgrond, Verbod van ongelijke behandeling, Beperking van vrij verkeer, Strafrechtelijke samenwerking |
Auteurs | Mr. A.J. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft het Hof van Justitie in de zaak Pisciotti opnieuw een oordeel gegeven over uitlevering van een EU-onderdaan naar een derde staat.1xHvJ (Grote Kamer) 10 april 2018, zaak C-191/16, Romano Pisciotti/Bundesrepublik Deutschland, ECLI:EU:C:2018:222. Het arrest bouwt voort op eerdere revolutionaire rechtspraak en verduidelijkt de ingezette lijn van het Hof van Justitie. Om die reden is de uitspraak bijzonder interessant. In deze bijdrage bespreek ik het oordeel van het Hof van Justitie in Pisciotti. Vervolgens plaats ik het arrest in de context van eerdere Europese jurisprudentie over uitlevering. Ik bekijk ook welke implicaties de rechtspraak van het Hof van Justitie heeft voor de rechtspraktijk hier te lande. Noten
|
Mededinging |
Gun jumping en de EU-Concentratieverordening: wanneer is sprake van een valse start? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, gun jumping, voortijdige totstandbrenging, standstill-verplichting |
Auteurs | Mr. dr. J.C.A. Houdijk en Mr. R.M.T.M. Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak geeft het Hof van Justitie antwoord op de vraag welke criteria gelden om te bepalen of sprake is van een totstandbrengingshandeling in het kader van het EU-concentratiecontroleregime. Het Hof van Justitie geeft hiermee een verdere uitleg van de standstill-verplichting ex artikel 7 lid 1 EU-Concentratieverordening. De uitspraak bevat voorts criteria om de risico’s omtrent gun jumping in de praktijk beter te kunnen inschatten. |
Asiel en migratie |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | 1 F Vluchtelingenverdrag, Openbare orde, Unieburgers, Proportionaliteit, Respect voor privé en gezinsleven |
Auteurs | Prof. mr. A.B. Terlouw en Mr. R.J.A. Bruin |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie geeft in deze uitspraak uitleg aan het begrip openbare orde in de artikelen 27 en 28 van Richtlijn 2004/38. Het oordeelt dat maatregelen die het recht van bewegingsvrijheid beperken alleen kunnen worden gerechtvaardigd als zij voldoen aan het beginsel van proportionaliteit. Als een persoon is uitgesloten van vluchtelingrechtelijke bescherming omdat hem in het verleden artikel 1 F van het Vluchtelingenverdrag is tegengeworpen, betekent dit niet automatisch dat zijn enkele aanwezigheid op het grondgebied van de gaststaat een werkelijke, actuele en voldoende serieuze bedreiging oplevert. De uitspraak van het Hof kan bredere betekenis hebben dan alleen voor Unieburgers en hun gezinsleden. |
Titel |
Register NtEr 2018 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 11 2018 |
Auteurs | Mr. S. Bakker |
Vrij verkeer |
Bescherming van wezenlijke nationale belangen en de aanbestedingsplichtRechtstreekse gunning van overheidsopdrachten als ultimum remedium |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | Artikel 346 lid 1 VWEU, Richtlijn 2004/18/EG, Richtlijn 92/50/EEG, wezenlijke nationale veiligheidsbelangen, fundamentele vrijheden, Aanbestedingsrecht |
Auteurs | Mr. M.J.J.M. Essers en Mr. A.J.M. Louwers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest van 20 maart 2018 inzake Europese Commissie tegen de Republiek Oostenrijk verduidelijkt het Hof van Justitie onder welke voorwaarden het lidstaten is toegestaan om af te zien van een Europese aanbesteding door zich te beroepen op de bescherming van wezenlijke nationale veiligheidsbelangen. Het Hof van Justitie overweegt dat lidstaten hierin weliswaar een beoordelingsmarge toekomt, maar dat de lidstaat die zich op deze uitzondering beroept moet kunnen aantonen dat die belangen niet anders beschermd hadden kunnen worden. Ook Nederland verkent de mogelijkheden voor verruiming van deze uitzonderingsgrond. Gelet op de groeiende publieke aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens en nationale veiligheid, biedt deze zaak concrete aanknopingspunten om te toetsen wanneer een uitzondering op de aanbestedingsplicht wegens wezenlijke veiligheidsbelangen gerechtvaardigd is. |
Overheidsaanbestedingen |
Tirkkonen: besluiteloosheid wordt beloond? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | aanbesteding, raamovereenkomsten, uitzonderingen op aanbestedingsplicht |
Auteurs | Mr. B. Nijhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelt dat Aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG geen toepassing vindt bij een systeem waar potentiële opdrachtnemers slechts hoeven te voldoen aan toelatingseisen, zonder dat de aanbestedende dienst uiteindelijk een keuze maakt voor specifieke opdrachtnemers op basis van onderscheidende criteria. Daarbij is het irrelevant dat dat systeem niet ‘open house’ is. |
Mededinging |
Excessieve prijzen in het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | misbruik van machtspositie, excessieve prijzen, auteursrecht, tariefvergelijking, ‘PPP-index’ |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het hier besproken arrest komt opnieuw een evergreen uit het (Europees) mededingingsrecht aan de orde: het (beweerd) misbruik van machtspositie in de vorm van excessieve tarieven van collectieve beheersorganisaties voor auteursrechten met een (feitelijk dan wel wettelijk verankerd) incassomonopolie. Het Hof van Justitie bevestigt dat bij toepassing van de in de Franse discothekenrechtspraak uit de jaren tachtig ontwikkelde methode van internationale tariefvergelijking1xHvJ 13 juli 1989, zaak C-395/87, Tournier, ECLI:EU:C:1989:319 en HvJ 13 juli 1989, gevoegde zaken C-110/88, C-241/88 en C-242/88, Lucazeau e.a., ECLI:EU:C:1989:326. ook kan worden gebruikt als maar een beperkt aantal lidstaten in deze vergelijking wordt betrokken. Voorwaarde is dan wel dat deze lidstaten voldoende representatief zijn en er voor koopkrachtverschillen wordt gecorrigeerd. Alleen als de uit die vergelijking blijkende prijsverschillen significant en duurzaam zijn, kan sprake zijn van misbruik. Noten
|
Asiel en migratie |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | Openbare orde, openbare veiligheid, vrij verkeer van Unieburgers, verblijfsrichtlijn, strafrecht |
Auteurs | Prof. mr. P. Boeles |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoeveel gevaar voor de openbare orde moet een gastlidstaat tolereren van een langdurig gevestigde Unieburger en zijn familie? Artikel 28 Richtlijn 2004/38/EG beoogt aan gevestigden een hogere bescherming tegen uitzetting te geven. Volgens de considerans (overweging 24) moet bescherming tegen verwijdering sterker zijn naarmate de Unieburger en zijn familieleden beter in het gastland geïntegreerd zijn. Als zij vele jaren op het grondgebied van het gastland hebben verbleven, zeker wanneer zij daar geboren zijn en er hun hele leven hebben gewoond, mogen verwijderingsmaatregelen slechts onder uitzonderlijke omstandigheden worden genomen. Artikel 28 heeft geleid tot nogal wat jurisprudentiële verwarring. Van extra bescherming blijkt nauwelijks sprake te zijn. |
Vrij verkeer |
De reikwijdte van de Dienstenrichtlijn: het arrest Amersfoort en Visser |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Auteurs | Prof. mr. E. Steyger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Amersfoort en Visser spreekt het Hof van Justitie zich uit over vier kwesties: de verhouding tussen de Dienstenrichtlijn en het kader van de telecomrichtlijnen, de toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn in zuiver interne situaties, de kwalificatie van detailhandel in goederen als ‘dienst’ in de zin van de Dienstenrichtlijn, en de status van (in elk geval één) bestemmingsplan binnen het kader van de Dienstenrichtlijn. Het Hof van Justitie schept in drie van de vier gevallen duidelijkheid over de afbakening van de werkingssfeer van de richtlijn. In het vierde geval, namelijk de kwalificatie van detailhandel in goederen, levert de uitspraak geen echte verduidelijking op, maar voorziet zij wel in een aantal complicaties. |
Staatssteun |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | staatssteun, terugvordering, Commissiebesluit, Algemene wet bestuursrecht, Algemene wet rijksbelastingen |
Auteurs | Mr. J.C. van Haersolte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 juli 2018 heeft het staatssteunrecht zijn plek gevonden in de Nederlandse regelgeving. Althans, de terugvordering van onrechtmatige staatssteun. Wat regelt de Wet terugvordering staatssteun? |
Institutioneel recht |
Examenantwoorden zijn ook persoonsgegevensOver de reikwijdte van de AVG |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | privacy, gegevensbescherming, AVG, persoonsgegevens |
Auteurs | S. Kulk LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Nowak moest het Hof van Justitie de vraag beantwoorden of beroepsexamens persoonsgegevens zijn. De uitspraak van het Hof van Justitie biedt duidelijkheid over hoe te bepalen of informatie persoonsgegevens zijn. Voor hoger onderwijsinstellingen kan de uitspraak aanleiding geven hun beleid te heroverwegen ten aanzien van het opslaan, het verlenen van toegang tot, en het analyseren van tentamenantwoorden. |
Vrij verkeer |
Europese Commissie: ‘Online platforms moeten meer verantwoordelijkheid nemen bij het bestrijden van online illegale content.’ |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | Europese Commissie, mededeling, internettussenpersonen, online illegale content |
Auteurs | Mr. A. van der Beek, L. Oranje en J.R. Spauwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 28 september 2017 publiceerde de Europese Commissie een mededeling over de bestrijding van illegale onlinecontent, waarin zij onlineplatforms wijst op hun bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid met betrekking tot het toegankelijk maken van dergelijke content. De mededeling bevat politieke richtsnoeren en beginselen voor onlineplatforms om de strijd tegen illegale online-inhoud op te voeren. Als aanvulling hierop heeft de Commissie op 1 maart 2018 een aanbeveling gepubliceerd met een reeks operationele maatregelen die moeten worden genomen door internetplatforms en lidstaten. Afhankelijk van het effect van deze maatregelen zal de Commissie bepalen over verdere stappen, waaronder wetgeving. Deze mededeling en aanbeveling lossen de huidige problemen met illegale content echter niet op, maar zorgen voor meer onduidelijkheid en minder transparantie in de strijd tegen online illegale content. |
Rechtsbescherming |
Uitleg van het begrip overheidsorgaan van een lidstaat: enkele bespiegelingen van het arrest Farrell/Whitty |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | rechtstreekse werking van richtlijnbepalingen, begrip overheidsorgaan van een lidstaat |
Auteurs | Mr. dr. M. Gijzen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de onderhavige prejudiciële zaak heeft de Ierse rechter het Hof van Justitie verzocht om een precisering van het begrip overheidsorgaan van een lidstaat waaraan een nauwkeurig geformuleerde en onvoorwaardelijke bepaling van een richtlijn kan worden tegengeworpen. Met dit arrest borduurt het Hof van Justitie voort op zijn eerdere arrest in de zaak Foster. |