Dit artikel bevat een analyse van het kartelbeleid van de Commissie en arresten van het Gerecht van Eerste Aanleg en het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ten tijde van eerdere economische crisissituaties. In het bijzonder de volgende aspecten komen aan bod: (1) recente uitspraken van mededingingsautoriteiten over het kartelbeleid in de economische crisis; (2) hoe werden crisiskartels eerder beoordeeld onder artikel 81 van het EG-Verdrag; (3) werden in het verleden, en zo ja, onder welke omstandigheden, ‘crisiskortingen’ op kartelboetes toegestaan?; en (4) biedt het beleid van de Commissie met betrekking tot betalingsmodaliteiten van de boete ademruimte voor ondernemingen in moeilijkheden? |
Artikel |
Kartelhandhaving door de Europese Commissie in crisistijd: business as usual? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | Kartelhandhaving, Crisiskartel, Boetevermindering, betalingsmodaliteit |
Auteurs | Mr. drs H.C.L. Hobbelen en Mr. V. Mussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
T-Mobile e.a./NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | onderling afgestemde feitelijke gedraging, mededingingsbeperkende strekking, informatie-uitwisseling tussen concurrenten, bewijsvermoeden causaal verband |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 juni 2009 beantwoordde het Hof van Justitie prejudiciële vragen in de zaak van de mobiele operators (zaak C-8/08, T-Mobile e.a./NMa). De eerste vraag van het CBb had betrekking op de uitleg van het begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging (oafg) met mededingingsbeperkende strekking. Volgens het Hof heeft een oafg een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij concreet de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt concreet kan beperken. Uitwisseling van informatie tussen concurrenten heeft een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij onzekerheden over voorgenomen gedrag kan wegnemen. De tweede en derde vraag van het CBb betroffen de toepassing van het zogenoemde Anic-bewijsvermoeden met betrekking tot het causaal verband tussen afstemming en daaropvolgend marktgedrag. Volgens het Hof is dit bewijsvermoeden een regel van materieel recht. Het bewijsvermoeden mag bij elke oafg worden toegepast. |
Artikel |
De beleidsregels combinatieovereenkomsten |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | combinatieovereenkomsten, Besluit Vrijstellings Combincatieovereenkomsten (BVC), combinatievorming, beleidsregels |
Auteurs | Mr. M.A. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 oktober 2009 zijn de beleidsregels van de minister van Economische Zaken (EZ) inzake combinatieovereenkomsten in werking getreden.1x Beleidsregels van de minister van Economische Zaken van 11 september 2009, nr. WJZ/9153048, met betrekking tot de toepassing door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van artikel 6 van de Mededingingswet ten aanzien van combinatieovereenkomsten, Stcrt. 2009, nr. 14082, 22 september 2009. Deze beleidsregels zijn tot stand gekomen na een jarenlange discussie welke regels het oude Besluit Vrijstelling Combinatieovereenkomsten (BVC) zouden moeten vervangen. Bovendien zijn de beleidsregels bedoeld om de scheiding tussen de vorming van het mededingingsbeleid door EZ en de uitvoering door de NMa aan te scherpen. Positief is dat de minister is afgestapt van de wantrouwige en restrictieve benadering van combinatievorming die het beleid jarenlang heeft gekenmerkt. Op grond van de beleidsregels zullen combinatieovereenkomsten alleen in uitzonderlijke gevallen niet zijn toegestaan. Minder positief is dat de beleidsregels weinig toevoegen aan de Europese richtsnoeren inzake horizontale samenwerkingsovereenkomsten en nauwelijks concrete handvatten bieden. Noten
|
Redactioneel |
Handhaving van het mededingingsrecht: een hete herfst? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2009 |
Auteurs | Prof. mr. T.R. Ottervanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
Artikel |
De WOB en de Eurowob in het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2009 |
Trefwoorden | Wob, Eurowob, Verordening (EG) nr. 1049/2001, toegang tot documenten, civiele handhaving |
Auteurs | Mr. L. Haasbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toegang tot documenten op grond van de Wob en de Eurowob kan een belangrijke rol gaan spelen in mededingingsprocedures, bijvoorbeeld bij de bewijsvergaring in civiele procedures gebaseerd op het mededingingsrecht. Het daadwerkelijke belang van de openbaarheidsregimes zal afhangen van de interpretatie van de uitzonderingsgronden, op basis waarvan toegang tot documenten mag worden geweigerd. Dit artikel bespreekt de interpretatie van deze uitzonderingsgronden uit de jurisprudentie en beschikkingenpraktijk in voor het mededingingsrecht belangrijke potentiële toepassingen van de openbaarheidsregimes. Aan de hand hiervan zal een inschatting worden gegeven van de mogelijkheden en risico’s van toepassing van de openbaarheidsregimes in het mededingingsrecht |
Praktijk |
Kroniek Rechtspraak Mededingingszaken in 2008 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | mededinging, Nma, misbruik van machtspositie, gunjumping |
Auteurs | Mr. K. Defares, Mr. S. Goossens en Mr. J. Langer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Was er vóór 1998 een relatief beperkt aantal beoefenaren van het mededingingsrecht, destijds neergelegd in de Wet Economische mededinging, de laatste jaren voor de inwerkingtreding van de Mededingingswet aangevuld met een aantal generieke verboden, inmiddels heeft het Nederlandse mededingingsrecht zich ontwikkeld tot een volwassen en zelfstandige juridische discipline, die haar aantrekkingskracht op een groot aantal juristen heeft bewezen. In deze tien jaar heeft de rechtspraak over de Mededingingswet een ontwikkeling doorgemaakt en in belangrijke mate bijgedragen aan het tot volle wasdom komen van dit rechtsgebied. In die rechtspraakontwikkeling heeft de NMa een bepalende rol gespeeld. |
Artikel |
Ziekenhuisfusies en publieke belangen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | ziekenhuisfusies, zorgfusies, algemeen belang in de zorg, bevoegdheden NMa, steunverlening ziekenhuizen |
Auteurs | Prof. dr. M.F.M. Canoy en Prof. mr. W. Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zorgfusies zijn een onderwerp van aanhoudend politiek debat. In het bijzonder ziekenhuisfusies houden de gemoederen bezig. Deze bijdrage bespreekt het bijzondere karakter van de ziekenhuismarkt. We betogen dat de liberalisering, de methodologie van marktafbakening, de beperkte schaalvoordelen en de publieke belangen in de zorg maken dat fusies moeilijk beoordeelbaar zijn. Daarbij gaan we in op het spanningsveld tussen de adviserende zorgtoezichthouders NZa en IGZ en de verantwoordelijke algemene mededingingstoezichthouder NMa. Ook analyseren we mogelijke oplossingsrichtingen, in het bijzonder de borging van publieke belangen middels de diensten van algemeen economisch belang, en een aanvullende zorgtoets gebaseerd op het “DNB model” uit de financiële sector. |
Artikel |
Fusies van ziekenhuizenHet beoordelingskader van de NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | fusies, ziekenhuiszorg, NMa, concentratiecontrole, marktafbakening |
Auteurs | Prof. dr. M.C.W. Janssen, Drs. K. Schep en Prof. dr. J. van Sinderen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bevat een overzicht van de NMa-besluiten met betrekking tot fusies tussen ziekenhuizen. Het plaatst de besluiten en de commentaren daarop in perspectief van de ontwikkeling van het denken binnen de NMa. Het artikel besteedt aandacht aan wat wel en niet mogelijk is binnen het toetsingskader van de Mededingingswet. Alleen dan wanneer er sprake is van marktmacht op de relevante markt kan de NMa aspecten van kwaliteit van de zorg en efficiency voordelen mee laten wegen. In haar besluiten houdt de NMa sterk rekening met het feit dat marktwerking in de zorgmarkt nog in een pril stadium verkeert. |
Artikel |
De beoordeling van samenwerkingsvormen in de zorg onder artikel 6 MwKetenzorg is geen kartel |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | VWS, ketenzorg, samenwerkingsvormen, mededinging, zorg, art. 6 Mw |
Auteurs | Mr. drs. B.M.M. Reuder, Dr. G. Tezel en mr. I.W. VerLoren van Themaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Ministerie van VWS staat in de zorg zowel meer concurrentie, als meer samenwerking voor, waaronder samenwerking in de vorm van ketenzorg. Dat lijkt op het eerste gezicht paradoxaal. Marktwerking wordt immers vaak geassocieerd met de plicht voor partijen zelfstandig strategische keuzes te maken, terwijl ketenzorg juist vergaande afstemming verlangt. Dit artikel laat zien dat het mededingingsrecht niet in de weg staat aan realisatie van beide beleidsdoelen. Het mededingingsrecht biedt voldoende ruimte voor samenwerkingen die bijdragen aan de zorgdoelen kwaliteit, betaalbaarheid en bereikbaarheid, doch verbiedt afspraken die de marktwerking verder beperken dan noodzakelijk is voor de realisatie van deze doelstellingen. |
Artikel |
Marktafbakening en marktmacht in de zorgsector |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | marktafbakening, marktmacht, fusiesimulatie, ziekenhuiszorg |
Auteurs | Dr. R.S. Halbersma, Drs. W. Kerstholt en Dr. M.C. Mikkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Marktmacht wordt doorgaans indirect vastgesteld door afbakening van de relevante markt, bijvoorbeeld met de Elzinga Hogarty-test. Een alternatief is het direct modelleren van marktgedragingen, bijvoorbeeld met de LOCI- en de Option Demand-methoden. Wij hebben deze drie methoden geïmplementeerd op Nederlandse ziekenhuisgegevens. Uit onze resultaten blijkt dat veel Nederlandse ziekenhuismarkten sterk geconcentreerd zijn. De geografische omvang van een Elzinga Hogarty-markt leidt tot een optimistische inschatting van de marktconcentratie ten opzichte van alternatieve methoden. Daarnaast blijken de LOCI- en Option Demand-methoden tot sterk overeenkomstige patronen te leiden. Deze robuuste conclusies zijn in overeenstemming met de internationale literatuur. |
Praktijk |
Kroniek concentratiecontrole 2008 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2009 |
Auteurs | Mr. Maarten de Jong en Mr. Luke Haasbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondanks de financiële crisis is het aantal concentratiemeldingen in 2008 niet afgenomen. De NMa heeft een vergelijkbaar aantal zaken behandeld als in voorgaande jaren. Deze hebben geleid tot een aantal interessante besluiten. In de zaak Telefoongids/Gouden Gids heeft de NMa voor het eerst een effectanalyse toegepast zonder de relevante markt af te bakenen. De NMa maakt een uitvoerige analyse van de te verwachten gevolgen van de fusie zonder in te gaan op de marktaandelen van de partijen. In de zaken Evean/Philadelphia/Woonzorg en KPN/Reggefiber leidden verticale effecten tot mededingingsrechtelijke bezwaren, waarvoor remedies nodig waren. De NMa gaat daarbij voor het eerst uitgebreid in op de Richtsnoeren niet-horizontale fusies van de Commissie. Bovendien heeft de NMa voor het eerst onder het nieuwe boeteregime boetes opgelegd voor het niet melden van een concentratie. |