In deze bijdrage wordt onderzocht wat er vanuit een ‘herstelgericht’ perspectief te zeggen is over de afwikkeling van medische schade. Biedt restorative just culture aanknopingspunten voor een afwikkeling van medische schade die beter aansluit bij de behoeften van betrokkenen? |
Zoekresultaat: 72 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | herstelrecht, restorative justice, just culture, medische aansprakelijkheid, schade |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De verhaals(on)mogelijkheden van de WAM-verzekeraar bij (joy)rijden zonder rijbewijsBijdrage naar aanleiding van Hof Arnhem-Leeuwarden 23 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9273 en Hof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3129 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | joyriding, artikel 185 lid 2 WVW 1994, verhaalsrecht WAM-verzekeraar, familieverweer, artikel 7:962 lid 3 BW |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
In krap een halfjaar tijd deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in twee vergelijkbare zaken, waarin sprake was van joyriding door een jeugdig familielid van de verzekeringnemer en waarbij de betrokkene reed zonder (geldig) rijbewijs. In beide zaken trachtte de WAM-verzekeraar van het betrokken voertuig de aan derde-benadeelden gedane uitkeringen te verhalen. Een belangrijk verschil: de ene verzekeraar richtte zich tot zijn eigen verzekerde, de andere verzekeraar richtte zich tot de joyrider. Aan de hand van de beide arresten belicht deze bijdrage de verhaalsmogelijkheden van een WAM-verzekeraar in geval van joyriden zonder (geldig) rijbewijs. |
Jurisprudentie |
Dat de Hoge Raad in 2019 arrest moge wijzenHof Arnhem-Leeuwarden 27 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10336 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid hulpverlener, ongeschikte hulpzaak, toerekening, objectieve onbekendheid, afweging factoren |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, wanprestatie, hulpzaken, medische hulpmiddelen, ongeschikt |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent verschenen proefschrift onderzoekt de auteur in hoeverre het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek uiteengezet. De auteur komt tot de conclusie dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken in beginsel voor rekening van de hulpverlener komt. De redelijkheid zal niet snel gebieden dat het risico dient te worden verschoven naar de patiënt. |
Jurisprudentie |
Welke gevolgen kan deelfraude hebben voor de vordering van de claimant op de aansprakelijke partij en diens verzekeraar?HR 6 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1103 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | sanctie, claimant, Deelfraude, fraude, Aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. J.G. Keizer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat de regel uit het verzekeringsrecht dat (deel)fraude tot algeheel verval van het recht op uitkering kan leiden (art. 7:941 lid 5 BW), niet analoog toegepast kan worden in de personenschadepraktijk als de claimant tegenover de verzekeraar van de aansprakelijke partij (deel)fraude pleegt. Is een aan artikel 7:491 lid 5 BW verwante wettelijke regel voor de personenschadepraktijk daarom nodig en wenselijk, of bestaan er al voldoende mogelijkheden om (deel)fraude effectief te sanctioneren? |
Artikel |
De informatieplicht van een zorgaanbieder bij de afwikkeling van medische schadeOver finale kwijting, geschilleninstanties en ongeïnformeerde patiënten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Wkkgz, medisch, schade, informatieplicht, informed consent |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schikkingsonderhandelingen in de Wkkgz-voorfase en bindend advies worden vaak afgerond met een vaststellingsovereenkomst. De aard van de vaststellingsovereenkomst geeft veel gewicht aan de wilsvorming vooraf. Dat veronderstelt een informatieplicht. In de Wkkgz-voorfase betekent de informatieplicht dat een vaststellingsovereenkomst bij voorkeur pas wordt gesloten na deskundig advies. Een zorgaanbieder die zich achteraf op de verplichtingen uit het bindend advies van een geschilleninstantie wil beroepen, zal eveneens aan zijn informatieplicht moeten voldoen. De wijze van informatieverstrekking van de geschilleninstanties is dermate gebrekkig, dat aantasting van het bindend advies achteraf goed denkbaar is. Inspiratie wordt gezocht bij het medisch informed consent. |
Artikel |
De actualiteit en toekomst van de toepassing van whiplashjurisprudentie buiten whiplashzaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | whiplash, niet-whiplashzaken, causaal verband, elektrocutie, hondenbeet |
Auteurs | Mr. S. Boer en Mr. C. van der Roest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Steeds vaker wordt in niet-whiplashzaken een beroep gedaan op de zogenaamde whiplashjurisprudentie. Met een beroep op de redeneringen uit deze jurisprudentie wordt door benadeelden getracht om het bestaan van veelal substraatloze klachten en het (juridisch) causaal verband tussen deze klachten en beperkingen en het incident aan te tonen. Is toepassing van de whiplashjurisprudentie in niet-whiplashzaken gerechtvaardigd, of is daarmee het spreekwoordelijke hek van de dam? Door middel van een analyse van de whiplashjurisprudentie en recente jurisprudentie in niet-whiplashzaken komen de auteurs tot de conclusie dat een juiste toepassing van de zogenoemde causaliteitsregels uit de whiplashjurisprudentie in niet-whiplashzaken tot rechtvaardige uitkomsten leidt, mits men daarbij de hoofdregel en de beginselen van het bewijsrecht niet uit het oog verliest. |
Artikel |
Over frauderende slachtoffers en WAM-verzekeraarsEn de vraag of civielrechtelijke sanctionering mogelijk, of zelfs gewenst is |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | WAM-verzekeraar, fraude, verval van uitkering, frauderende claimant |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek en Mr. M. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij fraude door hun verzekerden kunnen verzekeraars ontkomen aan hun dekkingsplicht. Kan dat ook in de verhouding tussen WAM-verzekeraars en verkeersslachtoffers die ageren op grond van artikel 6 WAM? De kantonrechter te Amsterdam zag geen grond voor (analoge) toepassing van artikel 7:941 lid 5 BW of voor verval van het recht op uitkering via de band van de redelijkheid en billijkheid. Naar aanleiding van het kantonvonnis bespreken de auteurs in deze bijdrage of het verval van het recht op uitkering het door verzekeraars gewenste effect sorteert en of fraude in de aansprakelijkheidsverhouding kan derogeren aan het recht op schadevergoeding. |
Artikel |
Wetsvoorstel collectieve schadevergoedingsactie: een oplossing voor welk probleem ook alweer? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | wetsvoorstel collectieve schadevergoedingsactie, massaschade, schadevergoeding, collectieve actie, collectieve rechtshandhaving |
Auteurs | Prof. mr. I.N. Tzankova |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel werd ingevoerd als gevolg van de motie Dijksma, die de positie van belangenorganisaties in collectieve schadevergoedingsacties moest verbeteren. Terwijl het systeem van de exclusieve belangenbehartiger in combinatie met het voorgestelde opt-outregime vroeg in de procedure verweerders een grote dienst bewijst, doet het wetsvoorstel weinig voor de adequate financiering van collectieve acties, waardoor een tekort aan rechtsbescherming dreigt. De auteur pleit voor een wettelijke introductie van de ‘common fund’, gekoppeld aan de bevoegdheid voor de rechter om de ‘success fee’ voor de procesfinanciers te bepalen. Dit dient wel te worden geflankeerd door een passende opleiding en training van de rechters die over collectieve acties oordelen. Ook dient de registratieplicht te worden uitgebreid met rapportageplicht aan het einde van een collectieve actie of schikking. |
Artikel |
De afwikkeling van medische schade onder de WkkgzDe beloften van het klachtrecht voor patiënten, de eerste stappen naar verwezenlijking door de ziekenhuizen en de eerste verrichtingen van de Wkkgz-geschilleninstanties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | schadeafwikkeling, medisch, klacht, claim, Wkkgz |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de Wkkgz vindt de buitengerechtelijke afwikkeling van medische schadeclaims plaats in het klachtrecht in plaats van het aansprakelijkheidsrecht. Zorgaanbieders moeten zelf proactief en oplossingsgericht schadeclaims onderzoeken en beoordelen. De rol van de patiëntencontactpersoon in het ziekenhuis, van de zorgverlener en de samenwerking tussen ziekenhuis en verzekeraar zijn daarmee ingrijpend veranderd. Dit overzichtsartikel bespreekt de eerste stappen naar implementatie van de Wkkgz, de aard van het klachtrecht, de noodzaak van triage, de werkwijzen van zelfregelende ziekenhuizen, de noodzaak van informed consent, BGK , de zeswekentermijn, de eerste resultaten van de Wkkgz-geschilleninstanties, en het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet BIG. |
Artikel |
Voordeelstoerekening: leuker kunnen wij het niet maken, wel inzichtelijker |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | artikel 6:100 BW, voordeelstoerekening, schadeverweer, toerekening naar redelijkheid, eenzelfde gebeurtenis, condicio sine qua non |
Auteurs | Mr. S.S.Y. Engelen en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft op 8 juli 2016 in zijn arrest TenneT/ABB een nieuwe maatstaf geformuleerd voor voordeelstoerekening. Hierbij komt hij expliciet terug op zijn eerdere rechtspraak over dit leerstuk, zoals neergelegd in artikel 6:100 BW. De nieuwe maatstaf geeft niet alleen meer houvast bij de beoordeling van een beroep op voordeelstoerekening, maar schakelt het leerstuk van voordeelstoerekening bovendien gelijk met de wijze waarop de omvang van de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:95 tot met 6:98 BW dient te worden vastgesteld. In deze bijdrage bespreken de auteurs de inhoud en implicaties van de nieuwe maatstaf voor personenschadezaken. |
Jurisprudentie |
Het verlies van een kans op een beter behandelingsresultaatHR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2987 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | causaal verband, kansschade, medische aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H.P. Verdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze zaak betreft de vraag of door het handelen van een medisch beroepsbeoefenaar een verlies op een beter behandelingsresultaat verloren is gegaan en vormt daarmee de eerste medische-aansprakelijkheidszaak waarin de Hoge Raad het leerstuk van kansschade toepast. De Hoge Raad verduidelijkt hoe de vaststelling van het condicio sine qua non-verband bij kansschade dient te geschieden. |
Artikel |
De kosten van de deelgeschilprocedure: enkele suggesties tot normering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, normering, kosten, kostenbegroting, letsel- en overlijdensschade |
Auteurs | Mr. L. Boersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk worstelt met de begroting van de omvang van de kosten van deelgeschilprocedures. Dit wordt veroorzaakt door het telkens invulling moeten geven aan de open norm van artikel 1019aa Rv jo. artikel 6:96 lid 2 BW: alleen kosten die ‘redelijk’ zijn, komen voor vergoeding in aanmerking. Een oplossing zou gelegen kunnen zijn in het normeren van deze kosten. In deze bijdrage wordt daartoe een drietal suggesties gedaan. Deze zijn ingegeven door een analyse van alle op www.rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken in deelgeschil sinds de invoering van de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade in 2010 tot 1 januari 2017. |
Artikel |
Civiel schadeverhaal via het strafproces anno 2016Verslag van een onderzoek naar de praktijk van de besluitvorming van de strafrechter ten aanzien van de afdoening van de voeging benadeelde partij |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | civiel schadeverhaal, voeging, benadeelde partij, strafproces, slachtoffers |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus en Dr. R.B.S. Kool |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel is een verslag van een onderzoek met als centrale vraag hoe de praktijk van de besluitvorming van de strafrechter ten aanzien van de afdoening van de voeging benadeelde partij in het strafproces er anno 2016 uitziet. Op basis van trendgegevens blijkt dat de afgelopen jaren minder vorderingen niet-ontvankelijk zijn verklaard. Uit de interviews komt naar voren dat er in de rechtspraktijk ook een verandering wordt ervaren, die echter niet wordt toegeschreven aan de wijziging van het ontvankelijkheidscriterium in 2010, maar aan de tijdgeest. Een belangrijke keerzijde daarvan is echter, constateert de strafrechtspleging, dat de toegenomen slachtofferparticipatie in brede zin het strafproces onder (grotere) druk zet. |
Artikel |
Schade door een ongeschikte medische hulpzaak ex artikel 6:77 BW: een rechtsvergelijking met Frankrijk en Duitsland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaken, Frans aansprakelijkheidsrecht, Duits aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. V.J.P. Ramaekers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De aansprakelijkheidsregeling voor gebruikers van ongeschikte medische hulpzaken volgens artikel 6:77 BW heeft geleid tot rechtsonzekerheid en discussie. Om nieuwe inzichten te verkrijgen is het interessant om een rechtsvergelijking te maken met twee nabijgelegen landen die voor wat betreft het rechtssysteem en de juridisch-culturele ontwikkeling op Nederland lijken. In deze bijdrage is daarom onderzocht wie in Frankrijk en Duitsland door patiënten kunnen worden aangesproken, wat daar de tendensen in zijn en op welke manier het Nederlandse recht daar inspiratie aan kan ontlenen. |
Artikel |
Kaderstellend programma van eisen Wkkgz-geschilleninstanties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | geschilleninstanties, Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg, uniformiteit en kwaliteit van geschilbeslechting, verbintenissenrecht |
Auteurs | Prof. mr. G. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Organisaties van en voor zorgaanbieders, aansprakelijkheidsverzekeraars en consumenten-, cliënten- en patiëntenorganisaties hebben in overleg een breed gedragen kaderstellend programma van eisen ontwikkeld voor de inrichting van geschilleninstanties op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz). Deze bijdrage bevat de informatie uit het nieuwsbericht dat zij daarover op internet hebben gepubliceerd en het programma van eisen met de bijbehorende toelichting. |
Artikel |
Drieluikherstelbemiddeling bij seksueel misbruik, een symbiose van erkenning en financiële genoegdoening |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | seksueel misbruik, herstelbemiddeling, Rooms-Katholieke Kerk, erkenning, financiële genoegdoening |
Auteurs | Mr. dr. L.P.M. Klijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit de contacten met slachtoffers van seksueel misbruik binnen kerkelijk verband werd duidelijk dat zij andere behoeften hadden dan enkel schadevergoeding. Met name omdat in het verleden het misbruik was ontkend of was genegeerd, bleek vooral erkenning belangrijk. Hiervoor is het nodig dat partijen tot elkaar worden gebracht. Enkel toekennen van schadevergoeding via een schadevergoedingsprocedure is daarvoor niet een passende remedie, want die brengt partijen eerder tegenover elkaar dan tot elkaar. Samen met slachtoffers is gezocht naar een weg waarbij erkenning en schadevergoeding zo konden worden gebundeld dat het een niet ten koste van het ander ging. Dat leidde tot de (door)ontwikkeling van de drieluikherstelbemiddeling. Daarover gaat dit artikel. |
Artikel |
Vijf jaar deelgeschilprocedure – een evaluatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, onderzoeksrapport, deeltjesversneller in het recht, Wesselink, uniformiteit |
Auteurs | Mr. S.J. de Groot en Mr. J.E. van Oers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken de belangrijkste bevindingen uit het onderzoeksrapport ‘Deeltjesversneller in het recht’ over de deelgeschilprocedure. Bekeken is of de bevindingen uit het rapport overeenkomen met de literatuur en verschenen rechtspraak in deelgeschilprocedures. In aanvulling daarop analyseerden zij de 65 gepubliceerde deelgeschiluitspraken over de periode na het door Wesselink uitgevoerde onderzoek. Besproken wordt of de door Wesselink geconstateerde ontwikkelingen zich ook in de rechtspraak na de onderzoeksperiode blijven doorzetten. |
Artikel |
De verhaalsmogelijkheden bij schade door een ongeschikte medische hulpzaak anno 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaak, aansprakelijkheid, schade, notified body |
Auteurs | Mr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien een patiënt schade heeft geleden ten gevolge van een lekkend borstimplantaat, een niet goed sluitende hartklep, een heup die metaaldeeltjes afgeeft of een andersoortige medische hulpzaak, rijst de vraag of, en zo ja, op wie hij deze schade zou kunnen verhalen. In dit artikel wordt besproken welke actoren de patiënt zou kunnen aanspreken, waarbij met name gekeken zal worden naar recente ontwikkelingen op het gebied van de aansprakelijkheid van deze actoren. |
Artikel |
Zorg en ondersteuning in 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet langdurige zorg, Jeugdwet, Zorgverzekeringswet, gemeenten |
Auteurs | Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 1 januari 2015 is de zorg in Nederland volledig opnieuw georganiseerd. De auteur geeft in dit artikel een kort overzicht van de veranderingen. |