Het artikel bespreekt naar aanleiding van het overzichtsarrest van de Hoge Raad de belangrijkste aandachtspunten die bij de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij een rol kunnen spelen, en gaat in op het belang van de uitspraak. Het arrest draagt bij aan de rechtseenheid tussen strafrechters en hun civiele collega’s, maar biedt ook aanknopingspunten voor creatieve vorderingen en procestactiek. De relevantie van het arrest zit verder in de onderstreping door de Hoge Raad dat een inhoudelijke beoordeling van de vordering in het strafproces voor de benadeelde partij van groot belang is. |
Zoekresultaat: 6 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | benadeelde partij, schadevergoeding, strafprocedure, shockschade, rechtstreekse schade |
Auteurs | Mr. A.J.J.G. Schijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Het verlies van een kans op een beter behandelingsresultaatHR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2987 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | causaal verband, kansschade, medische aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H.P. Verdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze zaak betreft de vraag of door het handelen van een medisch beroepsbeoefenaar een verlies op een beter behandelingsresultaat verloren is gegaan en vormt daarmee de eerste medische-aansprakelijkheidszaak waarin de Hoge Raad het leerstuk van kansschade toepast. De Hoge Raad verduidelijkt hoe de vaststelling van het condicio sine qua non-verband bij kansschade dient te geschieden. |
Artikel |
Het Experiment resultaatgerelateerde beloning – verwachtingen over werking en doelbereiking |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | no cure, no pay, honorariumafspraken, resultaatgerelateerde beloning, contingency fee, Verordening op de praktijkuitoefening |
Auteurs | Prof. mr. W.H. van Boom en mr. M. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt verkend welke verwachtingen er onder advocaten, rechters en verzekeraars leven over de werking van het Experiment resultaatgerelateerde beloning en of dat experiment aan zijn doel zal beantwoorden. Het experiment staat onder voorwaarden toe dat een letselschadeadvocaat een ‘no cure, no pay’-afspraak met de benadeelde maakt. Het doel daarvan is het vergroten van de toegang tot het recht van letselschadeslachtoffers. Het is echter de vraag of er bij cliënten en advocaten een gedeelde behoefte bestaat om dergelijke afspraken te maken. Andere effecten zijn waarschijnlijker, zo voorspelt deze bijdrage. |
Artikel |
De schadeclaim van het slachtoffer van strafbare feiten; bruggenbouwer tussen twee rechtsgebieden? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Slachtoffer, voeging in het strafproces, civiele vordering, financiële afwikkeling, immateriële genoegdoening |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart en Mr. A.J.J.G. Schijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het strafrecht als in het civiele letselschaderecht is (toenemende) aandacht voor de behoeften van slachtoffers. Bij beide categorieën slachtoffers leven zowel materiële als immateriële behoeften. Toch geven de beide disciplines op eigen wijze invulling aan deze behoeften. In deze bijdrage signaleren de auteurs overeenkomsten en verschillen in de benadering van het slachtoffer in het strafrecht en het civiele letselschaderecht en verkennen zij de mogelijkheden voor kruisbestuiving tussen de beide disciplines. Zij gaan onder andere in op de mogelijkheid om de civiele vordering van de benadeelde partij in het strafproces onder te brengen in een parallel civiel traject. |
Artikel |
Schadeverhaal na misdrijven: ervaringen van slachtoffers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | misdrijven, schadevergoeding, civiel schadeverhaal, beleving van het slachtoffer, voeging in het strafproces, verzekering |
Auteurs | Dr. J.D.M. van Dongen, Mr. M.R. Hebly en Prof. mr. S.D. Lindenbergh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De positie van slachtoffers van strafbare feiten kan zich in een toenemende belangstelling verheugen. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat slachtoffers voldoende mogelijkheden moeten hebben om de gevolgen van criminaliteit te (laten) herstellen. Ten aanzien van de verschillende mogelijkheden die het recht thans biedt, rijst de vraag wat slachtoffers van strafbare feiten ondernemen om hun schade vergoed te krijgen, welke afwegingen zij daarbij maken en wat zij feitelijk ervaren bij het verhalen van hun schade. Dit is een verslag van een kwalitatief onderzoek naar ervaringen waarin deze slachtoffers zelf aan het woord komen. |
Jurisprudentie |
Wat voortduurt verjaart nietHof Arnhem 9 augustus 2011, LJN BR5350, JA 2011, 175 (Klein Teeselink/Eternit) en Hof Arnhem 20 december 2011, LJN BV0374 (Rietman/Eternit) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | asbestcementafval, mesothelioom, waarschuwingsplicht, verjaring, voortduren |
Auteurs | Mr. D.-J. Sol |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een tweetal arresten heeft het Hof Arnhem aangenomen dat Eternit – nadat zij in de jaren zestig op de hoogte raakte van de gezondheidsrisico’s van asbestcementafval – had moeten waarschuwen voor deze risico’s. Dit heeft zij nooit gedaan. Niet het moment van uitgifte is bepalend voor aanvang van de dertigjarige verjaringstermijn, maar het (toekomstig) moment waarop Eternit waarschuwt, zo volgt uit arrest één. In arrest twee oordeelt het hof dat de waarschuwingsplicht van Eternit niet oneindig is. Er is namelijk een moment waarop men op de hoogte raakt van de gezondheidsrisico’s van asbestcementafval; op dat moment vangt de verjaringstermijn aan. |