Wat is de positie van regresnemers in het kader van de billijkheidscorrectie? Profiteren zij enkel van meer objectieve factoren zoals de (uiteenlopende) mate van verwijtbaarheid of kunnen ook meer subjectieve factoren zoals de ernst van de gevolgen voor het slachtoffer aanleiding geven voor een billijkheidscorrectie ten voordele van regresnemers? Om te voorkomen dat ‘subrogatie in zieligheid’ plaatsvindt, zou toepassing van de billijkheidscorrectie naar het oordeel van de auteur in regres beperkt moeten blijven tot factoren als de uiteenlopende ernst van de wederzijds gemaakte fouten en de mate van verwijtbaarheid van ieders gedrag. |
Jurisprudentie |
Positie regresnemerHof Arnhem 12 mei 2009, LJN BI5030 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | regres, eigen schuld, billijkheidscorrectie, ernst van het letsel |
Auteurs | Prof. mr. T. Hartlief |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
CausaliteitHR 18 december 2009, RvdW 2010, 33 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | meervoudige causaliteit, alternatieve causaliteit, mengschade, hoofdelijke aansprakelijkheid, proportionele aansprakelijkheid |
Auteurs | Mevrouw mr. L.C. Roelofs |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak doet zich een geval voor van meervoudige causaliteit: gelaedeerde is tot tweemaal toe slachtoffer geworden van een aanrijding. Onzeker is door welk van beide ongevallen de na het tweede ongeval ontstane schade is veroorzaakt. Deze schade kan namelijk het gevolg zijn van ofwel het eerste ofwel het tweede ongeval, of zelfs van beide. In deze bijdrage wordt het standpunt verdedigd dat in dit geval van zuiver alternatieve causaliteit terecht geen proportionele aansprakelijkheid is aangenomen – zoals bepleit door A-G Spier in zijn conclusie voor dit arrest – maar een hoofdelijke aansprakelijkheid op grond van art. 6:99 jo. 6:102 lid 1 BW. |
Artikel |
Voordeelsverrekening bij letselschade van uitkeringen uit hoofde van particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | voordeelsverrekening, arbeidsongeschikheidsverzekering, Schadeverzekering, sommenverzekering |
Auteurs | Mr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Heeft eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet dat voordeel, voor zover dit redelijk is, bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht. Dat uitgangspunt, ook wel geheten ‘voordeelsverrekening’, is neergelegd in artikel 6:100 BW. In de praktijk van alledag komt dit meer dan eens voor. In het algemeen wordt het ook billijk geacht dat bij de begroting van de schadevergoeding met dit voordeel rekening wordt gehouden. De benadeelde moet immers schadeloos worden gesteld; dat wil zeggen zijn volledige schade behoort te worden vergoed, maar hij behoort niet te worden verrijkt. |
Praktijk |
Nieuws |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Samenvatting |
In Nieuws wordt verslag uitgebracht van actuele ontwikkelingen. |
Artikel |
De medisch adviseur moet objectief en onafhankelijk zijn |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | letselschade, medisch beoordelingstraject, medisch adviseur, professionele standaard |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De medisch adviseur in letselschadezaken is een ‘onafhankelijke partijdeskundige’. Deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid maakt dat het voor medisch adviseurs niet altijd duidelijk is hoe zij als partijdeskundige vorm en inhoud zouden moeten geven aan hun onafhankelijkheid. Op 26 mei 2009 heeft het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam twee uitspraken gedaan, waarin het zich duidelijk heeft uitgelaten over de rol en de positie van de medisch adviseur in letselschadezaken: de medisch adviseur is in de eerste plaats arts, daarnaast medisch adviseur, en geen regisseur, pleitbezorger of belangenbehartiger van zijn opdrachtgever. |
Jurisprudentie |
ShockschadeHR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./Reaal Schadeverzekeringen) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | Taxibusarrest, schadevergoeding uit onrechtmatigedaad, shockschade |
Auteurs | Prof. mr. S.D. Lindenbergh en Mevrouw I. van der Zalm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Taxibus-arrest uit 2002 heeft de Hoge Raad aangegeven onder welke omstandigheden naasten van een direct getroffene een eigen aanspraak op schadevergoeding uit onrechtmatige daad hebben. Dat is, kort gezegd, het geval wanneer de naaste door waarneming van het ongeval of door rechtstreekse confrontatie met de gevolgen ervan een in de psychiatrie erkende ziekte heeft opgelopen. In de praktijk komt nogal eens de vraag op onder welke omstandigheden aan deze vereisten is voldaan. |