Deze bijdrage inventariseert mogelijke schadeclaims die zouden kunnen worden ingesteld in verband met de coronacrisis. Achtereenvolgens komen aan de orde de potentiële aansprakelijkheid van de Staat, deels als gevolg van niet-genomen maatregelen (nalaten), deels als gevolg van wel genomen maatregelen (doen) en de potentiële aansprakelijkheid van private partijen. Bij dit laatste gaat het om de potentiële aansprakelijkheid van ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingshuizen, van werkgevers, van eigenaren en uitbaters van openbaar toegankelijke gebouwen (inclusief winkels), van producenten, van sociale media en van burgers onderling. De bijdrage wordt afgesloten met enkele algemene beschouwingen over schade en causaliteit. |
Zoekresultaat: 73 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade x
Artikel |
Corona en potentiële aansprakelijkheidsclaims |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | informatieplicht staat, operationele plicht staat, corona, aansprakelijkheid jegens bezoekers, ziekenhuizen |
Auteurs | Prof. mr. C.C. van Dam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Kansschade: een bewogen leerstukHR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1223 en Rb. Den Haag 8 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | (letsel)schade, kansschade, zorgvuldigheidsnorm, proportionele aansprakelijkheid, condicio sine qua non-verband |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het Srebrenica-arrest als in het Faro-vonnis, twee tamelijk verschillende zaken, is een veroordeling tot vergoeding van kansschade uitgesproken voor onzorgvuldig handelen. In zijn Srebrenica-uitspraak stelde de Hoge Raad de kleine, maar niet verwaarloosbare kans voor de bewuste groep mannelijke vluchtelingen om uit handen te blijven van Bosnische Serviërs (als Dutchbat naar behoren zou zijn opgetreden) vast op 10%, waar het hof nog was uitgekomen op 30%. De rechtbank kwam in de Faro-zaak tot een kleine, maar niet verwaarloosbare kans van 20% op een beter resultaat bij de destijds met Martinair gevoerde onderhandelingen als de Raad voor de Luchtvaart niet onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Een algemeen, voor alle gevallen toepasbaar, minimumpercentage voor kansschade lijkt niet aanwijsbaar. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | WAMCA, massaschade, wet, afwikkeling, collectieve actie |
Auteurs | Mr. A.A.L. Oving |
SamenvattingAuteursinformatie |
In maart 2019 heeft de Eerste Kamer de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) aangenomen en per 1 januari 2020 is zij in werking getreden. In deze bijdrage bespreekt de auteur welke (procesrechtelijke) wijzigingen de WAMCA met zich brengt, en of de WAMCA de in de praktijk meest voorkomende knelpunten bij het afwikkelen van massaschade ondervangt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | herstelrecht, restorative justice, just culture, medische aansprakelijkheid, schade |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht wat er vanuit een ‘herstelgericht’ perspectief te zeggen is over de afwikkeling van medische schade. Biedt restorative just culture aanknopingspunten voor een afwikkeling van medische schade die beter aansluit bij de behoeften van betrokkenen? |
Artikel |
Verzekeren in gezinsverbandOver polisdekking en regres in ‘nieuwe’ gezinsverhoudingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | verzekeren, gezinsverband, polisdekking, nieuwe gezinsverhoudingen |
Auteurs | Mr. J.H.G. Verweij-Hoogendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de wijze waarop verzekeraars in hun polissen omgaan met ‘nieuwe’ gezinsverhoudingen. De polissen van opstalverzekeringen, inboedelverzekeringen en aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren van zestien verzekeringsmaatschappijen zijn hiervoor onderzocht. Ook wordt aandacht besteed aan regresuitsluitingen ten aanzien van gezinsleden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, wanprestatie, hulpzaken, medische hulpmiddelen, ongeschikt |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent verschenen proefschrift onderzoekt de auteur in hoeverre het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek uiteengezet. De auteur komt tot de conclusie dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken in beginsel voor rekening van de hulpverlener komt. De redelijkheid zal niet snel gebieden dat het risico dient te worden verschoven naar de patiënt. |
Artikel |
Waarom het rekensjabloon van het nieuwe model moet worden aangepast |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | artikel 6:108 BW, overlijdensschade, gederfd levensonderhoud, oud model, nieuw model |
Auteurs | Mr. J.M. Tromp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de vraag centraal of het rekensjabloon in het economisch deel 1 van het nieuwe model geschikt is om de uitkomsten te verwerken van de in het juridisch deel 2 te maken keuzes. De conclusie is dat dat niet zo is. Een praktische oplossing wordt aangedragen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | secundaire aansprakelijkheid, Alphen aan den Rijn, schietpartij, relativiteit, zorgplicht |
Auteurs | Mr. K.L. Maes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 maart 2018 is de politie door het Gerechtshof Den Haag aansprakelijk gehouden voor de door de slachtoffers en nabestaanden geleden letsel- en overlijdensschade vanwege het ten onrechte verstrekken van de wapenvergunning aan Tristan van der V., nadat deze aansprakelijkheid eerder op relativiteitsgronden strandde bij de Rechtbank Den Haag. In het onderhavige artikel worden beide uitspraken besproken en de afwijkende oordelen tegen elkaar afgezet. De kritieken waarmee met name het vonnis is ontvangen, geven bovendien aanleiding om de daarmee verweven secundaire aansprakelijkheidsproblematiek nader onder de loep te nemen. Want waarom hield de rechtbank de aansprakelijkheidsdeur zo krampachtig dicht, en zet het hof deze desondanks (meer) open? |
Artikel |
De informatieplicht van een zorgaanbieder bij de afwikkeling van medische schadeOver finale kwijting, geschilleninstanties en ongeïnformeerde patiënten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Wkkgz, medisch, schade, informatieplicht, informed consent |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schikkingsonderhandelingen in de Wkkgz-voorfase en bindend advies worden vaak afgerond met een vaststellingsovereenkomst. De aard van de vaststellingsovereenkomst geeft veel gewicht aan de wilsvorming vooraf. Dat veronderstelt een informatieplicht. In de Wkkgz-voorfase betekent de informatieplicht dat een vaststellingsovereenkomst bij voorkeur pas wordt gesloten na deskundig advies. Een zorgaanbieder die zich achteraf op de verplichtingen uit het bindend advies van een geschilleninstantie wil beroepen, zal eveneens aan zijn informatieplicht moeten voldoen. De wijze van informatieverstrekking van de geschilleninstanties is dermate gebrekkig, dat aantasting van het bindend advies achteraf goed denkbaar is. Inspiratie wordt gezocht bij het medisch informed consent. |
Jurisprudentie |
Nieuw licht op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel?HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, werkgeversaansprakelijkheid, asbest, arbeidsrechtelijke omkeringsregel |
Auteurs | Mr. Veneta Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij beantwoording van de vraag of causaal verband aanwezig is tussen de asbestblootstelling en het ontstaan van mesothelioom, en of ter vaststelling hiervan de arbeidsrechtelijke omkeringsregel moet worden toegepast, is – overeenkomstig de arresten HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 (SVB/Van der Wege) en ECLI:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma) – van belang dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden niet te onzeker dan wel te onbepaald dient te zijn. De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van het hof dat de enkele blootstelling aan asbest onvoldoende is om toepassing te geven aan de omkeringsregel. De in de eerdergenoemde arresten vastgestelde regels gelden ook bij schade als gevolg van mesothelioom. Ook hier kan het causaal verband te onzeker of te onbepaald zijn wanneer de werknemer ook buiten de werkzaamheden aan asbest blootgesteld is geweest. Daarom komt, gelet op hetgeen in het algemeen bekend is omtrent de ziekte mesothelioom en haar oorzaak, betekenis toe aan (1) de duur en de intensiteit van de blootstelling bij deze werkgever, en in voorkomend geval (2) de duur en de intensiteit van andere blootstelling(en) aan asbest gedurende de latentieperiode en (3) de verhouding tussen (1) en (2). |
Artikel |
Over de zoektocht naar en de grenzen van secundaire aansprakelijkheid na het schietincident in Alphen aan den Rijn |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | secundaire aansprakelijkheid, zorgplicht, ouders, schietincident, Alphen aan den Rijn |
Auteurs | Mr. K.L. Maes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 juni 2017 heeft de Rechtbank Den Haag zich uitgelaten over de vraag of de ouders van Tristan van der V. aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het schietincident in Alphen aan den Rijn. Meer in het bijzonder gaat het daarbij om de vraag of de ouders de relevante autoriteiten hadden behoren te informeren over de geestestoestand van hun zoon, in plaats van een gevaarlijke situatie te laten voortduren. In deze bijdrage wordt de uitspraak van de rechtbank – mede in het licht van haar eerdere uitspraak over de aansprakelijkheid van de politie naar aanleiding van hetzelfde schietincident – geanalyseerd, waarbij aandacht wordt besteed aan de civielrechtelijke, secundaire zorgplicht van de ouders. |
Artikel |
De afwikkeling van medische schade onder de WkkgzDe beloften van het klachtrecht voor patiënten, de eerste stappen naar verwezenlijking door de ziekenhuizen en de eerste verrichtingen van de Wkkgz-geschilleninstanties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | schadeafwikkeling, medisch, klacht, claim, Wkkgz |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de Wkkgz vindt de buitengerechtelijke afwikkeling van medische schadeclaims plaats in het klachtrecht in plaats van het aansprakelijkheidsrecht. Zorgaanbieders moeten zelf proactief en oplossingsgericht schadeclaims onderzoeken en beoordelen. De rol van de patiëntencontactpersoon in het ziekenhuis, van de zorgverlener en de samenwerking tussen ziekenhuis en verzekeraar zijn daarmee ingrijpend veranderd. Dit overzichtsartikel bespreekt de eerste stappen naar implementatie van de Wkkgz, de aard van het klachtrecht, de noodzaak van triage, de werkwijzen van zelfregelende ziekenhuizen, de noodzaak van informed consent, BGK , de zeswekentermijn, de eerste resultaten van de Wkkgz-geschilleninstanties, en het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet BIG. |
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheid voor schade door gasboringenRb. Noord-Nederland 1 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715 (Eisers/NAM en Staat) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | gasboringen, Groningen, EVRM, staatsaansprakelijkheid, NAM |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus en Mr. E.C. Gijselaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 maart 2017 besliste de Rechtbank Noord-Nederland dat de NAM aansprakelijk is voor door inwoners van het Groningenveld geleden en nog te lijden immateriële schade en vermogensschade in de zin van gemist ongestoord woongenot waarvoor uitgaven zijn gedaan die vanwege de aardbevingen doel hebben gemist. De Rechtbank Noord-Nederland besliste voorts dat de Staat onzorgvuldig en aldus onrechtmatig heeft gehandeld jegens de 127 eisers in deze gevoegde zaak. Een schadevergoedingsverplichting heeft dat laatste oordeel echter niet opgeleverd. In deze bijdrage staat dit vonnis centraal en wordt zowel de beslissing in de verhouding eisers/NAM als die in de verhouding eisers/Staat bezien in het licht van rechtspraak van de Hoge Raad en het EHRM. |
Jurisprudentie |
HR 7 oktober 2016, NJ 2017/73, m.nt. J. Spier (Vennemans-Kropmans/Gemeente Nijmegen) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | wegbeheerdersaansprakelijkheid, gebrek, schade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Vennemans-Kropmans/Gemeente Nijmegen oordeelt de Hoge Raad dat voorwerpen die niet behoren tot de weg in de zin van artikel 6:174 BW een weg niet gebrekkig kunnen maken. Hij bevestigt daarmee de lijn in lagere rechtspraak. In de literatuur werd echter door sommigen verdedigd dat ieder voorwerp een weg gebrekkig kan maken, mits de weg daardoor niet meer voldoet aan de eisten van redelijk onderhoud. Die opvatting volgt de Hoge Raad niet, maar de vraag is of – met de komst van een directe verkeersverzekering – dat criterium niet toch weer aan betekenis zal gaan winnen. |
Artikel |
Wat is een behoorlijke verzekering in het kader van goed werkgeverschap? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | behoorlijke verzekering, polissenonderzoek, werkgeversaansprakelijkheid, werknemersschade |
Auteurs | Mr. J.R. Goudkuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in 2011 voor werkgevers een behoorlijke verzekeringsplicht in het leven geroepen met betrekking tot de werknemers die zich tijdens de uitoefening van werkzaamheden in het verkeer bevinden. Wat wordt verstaan onder een behoorlijke verzekering? Om deze centrale vraag te onderzoeken zijn eerst aanknopingspunten gezocht in de jurisprudentie. Hierna zijn meerdere verzekeringspolissen onderzocht om te bezien wat een gangbare verzekeringspolis is. Het voornaamste onderzoeksresultaat is dat verzekeraars het Burgerlijk Wetboek van toepassing hebben verklaard. Enerzijds betekent dit in beginsel volledige schadevergoeding voor de werknemer, anderzijds betekent dit dat eventuele onduidelijkheden wat betreft de schadevergoeding aan de rechter worden overgelaten. |
Artikel |
Schade door een ongeschikte medische hulpzaak ex artikel 6:77 BW: een rechtsvergelijking met Frankrijk en Duitsland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaken, Frans aansprakelijkheidsrecht, Duits aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. V.J.P. Ramaekers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De aansprakelijkheidsregeling voor gebruikers van ongeschikte medische hulpzaken volgens artikel 6:77 BW heeft geleid tot rechtsonzekerheid en discussie. Om nieuwe inzichten te verkrijgen is het interessant om een rechtsvergelijking te maken met twee nabijgelegen landen die voor wat betreft het rechtssysteem en de juridisch-culturele ontwikkeling op Nederland lijken. In deze bijdrage is daarom onderzocht wie in Frankrijk en Duitsland door patiënten kunnen worden aangesproken, wat daar de tendensen in zijn en op welke manier het Nederlandse recht daar inspiratie aan kan ontlenen. |
Artikel |
Aansprakelijkheid van de (letselschade)advocaat voor informatieverzuimen: het bewijs van de zorgplichtschending en de (ontbrekende) eigen schuld van de cliënt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | informatieverzuim, (letselschade)advocaat, bewijs, aanvullende stelplicht, uitsluiting eigen schuld |
Auteurs | Prof. mr. I. Giesen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beroepsbeoefenaar – en dus ook de letselschadeadvocaat – die een informatieverplichting schendt, zal enigszins op zijn aansprakelijkheidsrechtelijke tellen moeten passen als het om het bewijs van die zorgplichtschending en het (bewijs van het) causaal verband gaat. Maar daar is die advocaat nog redelijk ‘beschermd’. Geraakt een cliënt voorbij die hindernissen, dan is het echter snel afgelopen: eigen schuld als verweer mag niet meer in beeld komen, althans mag slechts een marginale rol spelen, zo wordt betoogd. |
Jurisprudentie |
Verwerping beroep omkeringsregelHof Arnhem-Leeuwarden 31 maart 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2353 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | zorgplicht, risicoaansprakelijkheid, causaal verband, omkeringsregel |
Auteurs | Mr. M. Jongkind |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ouders stellen de camping aansprakelijk voor gehoorschade van hun zoon. Op 12 juni 2003 zou de zoon in het zwembad van de camping besmet zijn geraakt met de PA-bacterie. Daarna is geconstateerd dat een filter van het zwembad defect was. De ouders stellen dat de camping haar zorgplicht heeft geschonden, alsmede dat de camping risicoaansprakelijk is op grond van artikel 6:175, 6:174 of 6:173 BW. Met betrekking tot het causaal verband wordt een beroep gedaan op de omkeringsregel. Het gerechtshof oordeelt dat geen sprake is van risicoaansprakelijkheid ex artikel 6:175 BW. Het beroep op de omkeringsregel wordt verworpen. |
Artikel |
De verhaalsmogelijkheden bij schade door een ongeschikte medische hulpzaak anno 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaak, aansprakelijkheid, schade, notified body |
Auteurs | Mr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien een patiënt schade heeft geleden ten gevolge van een lekkend borstimplantaat, een niet goed sluitende hartklep, een heup die metaaldeeltjes afgeeft of een andersoortige medische hulpzaak, rijst de vraag of, en zo ja, op wie hij deze schade zou kunnen verhalen. In dit artikel wordt besproken welke actoren de patiënt zou kunnen aanspreken, waarbij met name gekeken zal worden naar recente ontwikkelingen op het gebied van de aansprakelijkheid van deze actoren. |
Artikel |
Zorg en ondersteuning in 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet langdurige zorg, Jeugdwet, Zorgverzekeringswet, gemeenten |
Auteurs | Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 1 januari 2015 is de zorg in Nederland volledig opnieuw georganiseerd. De auteur geeft in dit artikel een kort overzicht van de veranderingen. |