Het artikel bespreekt naar aanleiding van het overzichtsarrest van de Hoge Raad de belangrijkste aandachtspunten die bij de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij een rol kunnen spelen, en gaat in op het belang van de uitspraak. Het arrest draagt bij aan de rechtseenheid tussen strafrechters en hun civiele collega’s, maar biedt ook aanknopingspunten voor creatieve vorderingen en procestactiek. De relevantie van het arrest zit verder in de onderstreping door de Hoge Raad dat een inhoudelijke beoordeling van de vordering in het strafproces voor de benadeelde partij van groot belang is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | benadeelde partij, schadevergoeding, strafprocedure, shockschade, rechtstreekse schade |
Auteurs | Mr. A.J.J.G. Schijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De BGK-vordering in een deelgeschilprocedure |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | deelgeschil, buitengerechtelijke kosten, dubbele redelijkheidstoets, artikel 1019w Rv, artikel 6:96 lid 2 BW |
Auteurs | Mr. R.D. Leen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de vraag centraal hoe de deelgeschilrechter aankijkt tegen het voorleggen van een BGK-geschil in de recente jurisprudentie. Een BGK-geschil kan worden voorgelegd in een deelgeschilprocedure. Rechters gaan wisselend om met de toepassing van de formele vereisten die gelden voor een deelgeschilprocedure. Een harde grens wordt getrokken indien sprake is van misbruik van procesrecht. Indien het BGK-geschil voldoet aan de formele vereisten, is het aan de rechter om te beoordelen of de BGK inhoudelijk aan de dubbele redelijkheidstoets voldoen. Het feit dat sprake is van een BGK-geschil kan op de dubbele redelijkheidstoets van invloed zijn. |
Artikel |
De Urgenda-zaak en de mogelijkheden voor internationale rechtspraak door de Nederlandse rechter in algemeen-belangacties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | staatsmachten, legitimatie, internationaal recht, Rookverbod-arrest, dualiteit rechtspraak |
Auteurs | Mr. dr. B.A. Kuiper-Slendebroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de Urgenda-zaak is niet alleen de dialoog geopend over de betekenis van het internationale klimaatrecht, de mogelijkheden voor algemeen-belangacties op andere gebieden en de verhouding tussen de Nederlandse staatsmachten, maar komt ook de rol van de nationale rechter in het internationale recht aan bod. Via de route van het EVRM wijst de Nederlandse rechter de Staat op zijn internationale verplichtingen – waaronder die van de positieve bescherming van mensenrechten – en brengt hij de rechtsopvattingen van internationaal en nationaal recht op één lijn. Dit getuigt van een actieve rol van de rechter. Geplaatst in het licht van internationale ontwikkelingen en het Rookverbod-arrest biedt deze rol ook mogelijkheden voor algemeen-belangacties wanneer de normen uit internationale verdragen in het concrete geval rechtstreeks toegepast kunnen worden door de rechter. |
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheidsrecht dient ook emotionele belangenHof Arnhem-Leeuwarden 15 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4396 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | verklaring voor recht, emotioneel belang, obductieverslag |
Auteurs | Mr. dr. M. Opdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een moeder heeft recht op inzage in het obductieverslag van haar overleden zoon. Het beroepsgeheim wordt doorbroken op grond van een zwaarwegend belang. Daarbij speelt ook het emotionele belang van de moeder om opheldering te krijgen over de doodsoorzaak een rol. Het aansprakelijkheidsrecht dient volgens het hof niet alleen een vergoedingsbelang, maar kan ook bijdragen aan de bevrediging van emotionele belangen. In deze annotatie wordt de waarde van een (zuiver) emotioneel belang in het aansprakelijkheidsrecht besproken. |
Jurisprudentie |
Welke gevolgen kan deelfraude hebben voor de vordering van de claimant op de aansprakelijke partij en diens verzekeraar?HR 6 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1103 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | sanctie, claimant, Deelfraude, fraude, Aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. J.G. Keizer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat de regel uit het verzekeringsrecht dat (deel)fraude tot algeheel verval van het recht op uitkering kan leiden (art. 7:941 lid 5 BW), niet analoog toegepast kan worden in de personenschadepraktijk als de claimant tegenover de verzekeraar van de aansprakelijke partij (deel)fraude pleegt. Is een aan artikel 7:491 lid 5 BW verwante wettelijke regel voor de personenschadepraktijk daarom nodig en wenselijk, of bestaan er al voldoende mogelijkheden om (deel)fraude effectief te sanctioneren? |