Twee verzekeraars dienen tuchtklachten in tegen de advocaat van een slachtoffer. Naar het oordeel van de Raad van Discipline heeft de advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, omdat hij zich niet als advocaat heeft teruggetrokken nadat zijn cliënt leugenachtige verklaringen aan de verzekeraar had verstrekt. De advocaat heeft een verkeerde voorstelling van zaken aan de verzekeraar gegeven. De klacht wordt gegrond verklaard en aan de advocaat wordt de maatregel van berisping opgelegd. |
Zoekresultaat: 299 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade x
Jurisprudentie |
Mag een advocaat (zijn cliënt laten) liegen?RvD ’s-Hertogenbosch 6 december 2021, ECLI:NL:TADRSHE:2021:204 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | tuchtrecht, fraude, personenschade |
Auteurs | Mr. P. Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De toepassing van de Wet Affectieschade in de rechtspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | schadevergoeding, smartengeld, shockschade, letselschade, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. J. Mantel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet Affectieschade is inmiddels ruim 2,5 jaar in werking. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag hoe in de afgelopen jaren invulling is gegeven aan de Wet Affectieschade in de rechtspraak. Daarbij zullen enkele in de literatuur gesignaleerde vraagstukken en kanttekeningen inzake de toepassing van de Wet Affectieschade het kader vormen. In het bijzonder wordt ingegaan op de vaste kring van de gerechtigden, de hardheidsclausule en de reikwijdte van het met de inwerkingtreding van de wet geïntroduceerde begrip ‘ernstig en blijvend letsel’. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | onafhankelijke expertise, letselschade, privaatrecht, aansprakelijkheidsrecht, Ongevalsgevolgen |
Auteurs | Drs. A.M. Reitsma, Dr. L.G. Koudstaal, Drs. D. van Arkel e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ‘Vraagstelling causaal verband bij ongeval’ van de Interdisciplinaire Werkgroep Medische Deskundigen (IWMD) is sinds haar verschijnen in 2004 uitgegroeid tot de standaardvraagstelling voor onafhankelijke deskundigen in letselschadezaken. De meest recente versie van de zogenoemde IWMD-vraagstelling dateert van januari 2010 en is dus inmiddels ruim twaalf jaar in gebruik. Vanuit de praktijk wordt al enige tijd aangedrongen op een revisie. In overleg tussen De Letselschade Raad, de Nederlandse Vereniging van Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken (GAV) en de Vrije Universiteit Amsterdam is een werkgroep gevormd, die eind 2019 een enquête over de IWMD-vraagstelling heeft verspreid onder professionals werkzaam in de letselschade. In dit artikel bespreken de auteurs de resultaten van deze enquête en de opties voor mogelijke revisie die daaruit lijken voort te vloeien. De volledige resultaten van de enquête, de hier geformuleerde opties voor revisies en andere relevante documenten zijn te raadplegen op de website van De Letselschade Raad. Professionals uit de letselschadebranche wordt gevraagd daarop hun visie te geven. |
Artikel |
Het productbegrip bij productaansprakelijkheid aan de hand van drie arresten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | kanalisatie, software, AI, informatie, product |
Auteurs | Mr. dr. G.M. Veldt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een drietal recente arresten komt het productbegrip uit de richtlijn productaansprakelijkheid (85/374/EEG) aan de orde. De arresten laten zien dat wat een product is lang niet altijd eenduidig valt te beantwoorden, hetgeen consequenties kan hebben voor het verhaal van schade door letselschadeslachtoffers op grond van de regeling productaansprakelijkheid. Reden genoeg om deze arresten te bespreken, aan de hand daarvan bepaalde aspecten van het productbegrip uit te lichten en in te gaan op welke voor de letselschadepraktijk relevante aanpassingen in het verlengde van die drie uitspraken mogelijk in de toekomst ophanden zijn. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | erkenning, genoegdoening, slachtofferparticipatie |
Auteurs | Dr. C.J. Ruppert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de Nederlandse overheid allerlei collectieve schaderegelingen gemaakt. Het overgrote deel van deze schaderegelingen wordt uit de publieke middelen gefinancierd. In een onlangs verschenen onderzoek worden de 44 Nederlandse regelingen voor collectieve schade geanalyseerd. De algemene uitkomst is dat veel van deze regelingen hun doel voorbijschieten. Ze zijn niet goed doordacht en onvoldoende uitgewerkt. Ook geven ze slachtoffers lang niet altijd voldoende erkenning voor wat hun is overkomen. In dit artikel wordt ingegaan op het in het onderzoek gehanteerde beoordelingskader en op de schaderegelingen die werden ingesteld naar aanleiding van seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg. Geconcludeerd wordt dat hier wel geheel of gedeeltelijk gecompenseerd werd, maar dat slachtoffers slechts deels erkenning en genoegdoening kregen. In deze schaderegelingen zaten weeffouten die in de toekomst moeten worden vermeden. Algemene lessen voor de toekomst zijn om beter te luisteren en zo veel mogelijk aan te sluiten bij wat slachtoffers wensen, om de uitvoering van een collectieve schaderegeling niet louter bureaucratisch en formalistisch te doen verlopen, om ruimte te creëren waardoor uitzonderingen mogelijk zijn ten faveure van de slachtoffers, en om de uitvoering te monitoren en collectieve schaderegelingen periodiek te evalueren. |
Jurisprudentie |
De verzekeringsplicht in de relatie tot de zzp’er. Hoe krachtig is de rem van de Hoge Raad?HR 17 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1267 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | zzp’er, verzekeringsplicht, werkgever, werknemer, werkgeversaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. P. Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 september 2021 deed de Hoge Raad uitspraak in een zaak waarin onder meer de vraag aan de orde is of de op de werkgever rustende verzekeringsplicht ook geldt ten opzichte van een zzp’er. |
Jurisprudentie |
Geestelijk letsel naar objectieve maatstaven; een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is niet vereistHR (strafkamer) 29 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1024 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | smartengeld, vordering benadeelde partij, artikel 6:106 BW, psychisch letsel |
Auteurs | Mr. L.A.J. Kock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 29 juni 2021 heeft de Hoge Raad zich (opnieuw) uitgelaten over de vraag wanneer sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’, als bedoeld in artikel 6:106 aanhef en onder b BW. In het bijzonder heeft de Hoge Raad zich nader uitgelaten over de invulling van het vereiste dat het bestaan van geestelijk letsel naar objectieve maatstaven moet zijn vastgesteld. |
Artikel |
Rellende jongeren & opnieuw een voorstel tot verruiming van de aansprakelijkheid van ouders‘May I have the check, please?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | art. 6:169 BW, risicoaansprakelijkheid, kinderen, jeugdcriminaliteit, schade |
Auteurs | Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jeugdcriminaliteit, de daarbij veroorzaakte schade en de onverhaalbaarheid hiervan vormen vanzelfsprekend een maatschappelijke zorg. Het is echter de vraag of die zorg voldoende reden en rechtvaardiging is om de kwalitatieve aansprakelijkheid van alle ouders te verruimen, zoals thans wordt uitgewerkt en voorbereid door demissionair minister Dekker. De auteur bespreekt in dit artikel daarom de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders, in historisch en huidig perspectief, en geeft vervolgens haar opinie over de mogelijk toekomstige verruiming van deze kwalitatieve aansprakelijkheid. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | schadefonds, firstpartyverzekering, immuniteit, no-fault, productaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. drs. I. Haazen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een gegarandeerde beschikbaarheid van innovatieve vaccins is onmisbaar in een wereld waar levensbedreigende infectieziekten steeds vaker voorkomen. Het risico dat vaccins bijwerkingen hebben en tot letsel leiden is daarbij onvermijdelijk. Het verhalen van vaccinatieschade via het aansprakelijkheidsrecht blijkt gecompliceerd. De auteur onderzoekt alternatieve systemen voor vergoeding van schade door vaccinaties. Vertrekpunt daarbij is Amerikaans onderzoek op dit terrein. Zij concludeert dat een no-faultschadefonds met een gedeeltelijke immuniteit van vaccinproducenten de meest geschikte weg is om vaccinatieschade te vergoeden zonder dat de ontwikkeling van vaccins in gevaar komt. De auteur doet enkele suggesties over de invulling van een dergelijk fonds. |
Artikel |
Rechterlijke beoordelingsvrijheid vraagstelling voorlopig deskundigenbericht: doorbreking rechtsmiddelenverbod bij afwijkende vraagstelling? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | verzoekschrift, onderwerpen, afwijzing verzoek, hoger beroep |
Auteurs | Mr. H.M. Quaak |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat centraal of, en zo ja, in hoeverre de rechter beoordelingsvrijheid heeft om bij een voorlopig deskundigenbericht af te wijken van de door verzoeker voorgestelde vraagstelling, en de daaraan verbonden vraag of, en zo ja, wanneer, een dergelijke afwijking kan leiden tot een doorbreking van het rechtsmiddelenverbod van artikel 204 lid 2 Rv. |
Artikel |
Gemist inkomen uit zwart werk in de ban of niet? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | zwart werk, verlies aan verdienvermogen, schadevergoeding, aansprakelijkheidsrecht, zwarte inkomsten |
Auteurs | Mr. L.E. Kroese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Begin 2020 werd de letselschadepraktijk opgeschud toen de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland oordeelde dat gemiste zwarte inkomsten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Betekende dit het einde van de uitleg die in de praktijk en de rechtspraak al sinds 2000 aan de schadepost wordt gegeven? In dit artikel wordt aan de hand van de sindsdien verschenen literatuur en jurisprudentie besproken wat de stand van zaken is en hoe het verder gaat. Mits de benadeelde aan zijn bewijslast kan voldoen, komt de schadepost naar de mening van de auteur nog altijd voor vergoeding in aanmerking. |
Artikel |
De verplichting tot het aanbieden van excusesOver hoe de medische tuchtrechtspraak inspiratie kan bieden voor de civiele rechtspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | excuses, verplichting, vordering, aansprakelijkheid, tuchtrecht |
Auteurs | Mr. dr. L.A.B.M. Wijntjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is in de literatuur de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor de rol van excuses in het civiele recht. Een vraag die hierbij aan bod komt, is in hoeverre en onder welke omstandigheden een juridische verplichting kan bestaan voor het aanbieden van excuses. Op basis van een jurisprudentieanalyse wordt in dit artikel inzichtelijk gemaakt hoe de medische tuchtprocedure en de civiele procedure invulling geven aan de verplichting tot het aanbieden van excuses. Hoewel de geconstateerde verschillen deels te verklaren zijn door te kijken naar de doelen van de procedures, wordt betoogd dat de civiele rechter inspiratie kan ontlenen aan de wijze waarop het medisch tuchtcollege hiermee omgaat. |
Artikel |
Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces: welk wetboek gaat daar eigenlijk over? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | schadevergoeding, civiel schadeverhaal, benadeelde partij, verhouding Sv en Rv, strafprocedure |
Auteurs | Mr. Th.O.M. Dieben en Mr. O.S. Pluimer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In mei 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij in strafzaken (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793). Hoewel nuttig voor de praktijk waar het de materiële kant van de vordering betreft, roept het arrest juist vragen op als het om procesrechtelijke aspecten gaat. De Hoge Raad verwijst namelijk meermaals naar bepalingen uit het Rv, terwijl de gemiddelde praktijkbeoefenaar er veelal van uitging dat aan dit wetboek helemaal geen relevantie toekomt in strafzaken. Is sprake van een koerswijziging van de Hoge Raad of houdt de Hoge Raad juist koers? En welk wetboek gaat eigenlijk over de procesrechtelijke kant van de vordering benadeelde partij? Het Sv, het Rv, of allebei? Deze en andere vragen worden beantwoord in dit artikel. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | geestelijk letsel, cumulatie, hoogte, niet-ontvankelijkheid, confrontatievereiste |
Auteurs | Mr. A.M. Overheul |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt middels een eerste, verkennende jurisprudentieanalyse inzichtelijk gemaakt wat speelt op het gebied van vergoeding van immateriële schade in de context van shockschade na inwerkingtreding van de Wet vergoeding affectieschade. De uitspraken zijn geanalyseerd op basis van de cumulatie van de shock- en affectieschadevordering, de hoogte van de vergoeding van immateriële schade in geval van een shockschadevordering, de niet-ontvankelijkheid van de shockschadevordering, het confrontatievereiste en het vereiste van geestelijk letsel. Aan dit laatste vereiste komt in deze bijdrage bijzondere aandacht toe bij bespreking van het juridisch kader. |
Artikel |
De schadepost huishoudelijke hulp: op zoek naar handvatten ter invulling van het ‘normaal en gebruikelijk’-criterium |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | professionele hulp, letselschade, huishouden, vergoeding, richtlijn |
Auteurs | Mr. M.W.H.M. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De begroting van de omvang van de schadepost huishoudelijke hulp leidt vaak tot verdeeldheid tussen (belangenbehartigers van) slachtoffers en verzekeraars. Dit is met name het geval wanneer de schadepost niet onder de normering van de Richtlijn Huishoudelijke Hulp van De Letselschade Raad valt. Dit artikel gaat in op de vraag wanneer het inschakelen van professionele huishoudelijke hulp normaal en gebruikelijk is, hetgeen als criterium voor vergoeding van huishoudelijke hulp heeft te gelden. Er worden – na een uitvoerige analyse van de rechtspraak – diverse handvatten aangereikt ter beantwoording van deze vraag. |
Artikel |
Stroperige letselschadeprocedures: effectieve remedies tegen rechterlijke termijnoverschrijding? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | redelijke termijn, doorlooptijden, versnelling, Kudla/Polen, Severijnen c.s./Gem. De Bilt |
Auteurs | Mr. E.A. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat de (beknopte) neerslag van een studie naar de mate van effectiviteit van de bestaande nationale remedie bij een geconstateerde rechterlijke redelijketermijnoverschrijding in de civiele (letselschade)procedure. Op grond van de bevindingen van het verrichte onderzoek is met name de praktische effectiviteit van deze remedie bediscussieerd. De bijdrage bevat derhalve een gedachte-experiment van mogelijke (theoretische) denkrichtingen ter eventuele bevordering van de effectiviteit van de repressieve remedie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | abeidsongeschiktheidsverzekering., schending mededelingsplicht, begrip arbeidsongeschiktheid, claimbehandeling |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de belangrijkste actualiteiten op het terrein van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarbij is in het bijzonder aandacht geschonken aan de rol van deze verzekering binnen de letselschade. Daarnaast komt het karakter van de AOV aan orde, de schending van de mededelingsplicht, het begrip arbeidsongeschiktheid en de claimbehandeling. |
Artikel |
Corona en potentiële aansprakelijkheidsclaims |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | informatieplicht staat, operationele plicht staat, corona, aansprakelijkheid jegens bezoekers, ziekenhuizen |
Auteurs | Prof. mr. C.C. van Dam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage inventariseert mogelijke schadeclaims die zouden kunnen worden ingesteld in verband met de coronacrisis. Achtereenvolgens komen aan de orde de potentiële aansprakelijkheid van de Staat, deels als gevolg van niet-genomen maatregelen (nalaten), deels als gevolg van wel genomen maatregelen (doen) en de potentiële aansprakelijkheid van private partijen. Bij dit laatste gaat het om de potentiële aansprakelijkheid van ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingshuizen, van werkgevers, van eigenaren en uitbaters van openbaar toegankelijke gebouwen (inclusief winkels), van producenten, van sociale media en van burgers onderling. De bijdrage wordt afgesloten met enkele algemene beschouwingen over schade en causaliteit. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | zelfrijdende auto, herstelgerichte schadeafwikkeling, procedurele rechtvaardigheid, directe verzekering, WA-direct |
Auteurs | Mr. dr. K.A.P.C. van Wees en Prof. mr. dr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nieuwe ontwikkelingen, zoals de opkomst van de zelfrijdende auto en het groeiende inzicht in het anti-therapeutische effect van de afwikkeling van letselschade, leiden tot het hernieuwd overdenken van ons compensatiesysteem voor verkeersongevallen. Het Verbond van Verzekeraars begint in 2021 met WA-direct, een eerste innovatieve stap, nog op basis van het huidige aansprakelijkheidsrecht maar met het oog op meer. In dit artikel worden deze ontwikkelingen besproken en met elkaar in verband gebracht. De mogelijkheden van een stelsel van directe schadeverzekering worden vergeleken met die van het aansprakelijkheidsrecht en WA-direct. |
Jurisprudentie |
Kansschade: een bewogen leerstukHR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1223 en Rb. Den Haag 8 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | (letsel)schade, kansschade, zorgvuldigheidsnorm, proportionele aansprakelijkheid, condicio sine qua non-verband |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het Srebrenica-arrest als in het Faro-vonnis, twee tamelijk verschillende zaken, is een veroordeling tot vergoeding van kansschade uitgesproken voor onzorgvuldig handelen. In zijn Srebrenica-uitspraak stelde de Hoge Raad de kleine, maar niet verwaarloosbare kans voor de bewuste groep mannelijke vluchtelingen om uit handen te blijven van Bosnische Serviërs (als Dutchbat naar behoren zou zijn opgetreden) vast op 10%, waar het hof nog was uitgekomen op 30%. De rechtbank kwam in de Faro-zaak tot een kleine, maar niet verwaarloosbare kans van 20% op een beter resultaat bij de destijds met Martinair gevoerde onderhandelingen als de Raad voor de Luchtvaart niet onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Een algemeen, voor alle gevallen toepasbaar, minimumpercentage voor kansschade lijkt niet aanwijsbaar. |