In deze bijdrage wordt de recente rechtspraak in whiplashzaken besproken. De huidige lijn in de rechtspraak wordt vervolgens zowel vanuit juridisch als vanuit medisch perspectief belicht, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de richtlijnen van de NVN en de behandelbaarheid van subjectieve gezondheidsklachten. De auteurs gaan onder meer in op de vragen of de huidige lijn in de rechtspraak wel een gewenste ontwikkeling is en of de rechter niet te veel zijn eigen (niet medische onderbouwde) weg gaat in whiplashzaken. De auteurs pleiten voor het aannemen van een beperkte looptijd in whiplashzaken. |
Artikel |
Causaal verband in whiplashzaken: een beschouwing vanuit juridisch en medisch perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | whiplash, causaal verband, schade, letselschadeclaim, juridisch perspectief, medisch perspectief |
Auteurs | Mr. P. Oskam en Drs. A.M. Reitsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Internationale verkeersongevallen. Waarom niet alle wegen leiden naar Rome |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | internationale verkeersongevallen, Haags Verkeersongevallenverdrag, Rome II-verordening, grensoverschrijdende verkeersongevallen, internationaal privaatrecht |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij internationale verkeersongevallen in Europa wordt het toepasselijk recht bepaald aan de hand van ofwel het Haags Verkeersongevallenverdrag ofwel Rome II, afhankelijk in welk land een procedure wordt gestart. In deze bijdrage worden de verschillen tussen Rome II en het Haags Verkeersongevallenverdrag in kaart gebracht. De conclusie is dat toepassing van beide verdragen naast elkaar kan leiden tot toepassing van het recht van verschillende landen. Zolang beide verdragen naast elkaar van toepassing zijn, is sprake van een systeem dat complex en verwarrend is. Dit is in strijd met het doel van Rome II om binnen Europa eenheid en duidelijkheid te creëren. |
Jurisprudentie |
Hoger beroep van deelgeschillen beperkt mogelijk via doorbrekingsjurisprudentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | hoger beroep deelgeschillen, doorbreking appèlverbod, toepasselijkheid doorbraakjurisprudentie, werkgeversaansprakelijkheid. |
Auteurs | mr. E. Pans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al tijdens de parlementaire behandeling van de Wet deelgeschilprocedure werd duidelijk dat elke vraag die zich in een bodemprocedure kan voordoen in beginsel aan de deelgeschilrechter kan worden voorgelegd (mits de beslissing een vaststellingsovereenkomst over de gehele vordering naderbij kan brengen). Het is een gegeven dat ook complexe zaken of vorderingen met een groot belang aan de deelgeschilrechter kunnen worden voorgelegd en dat de deelgeschilrechter hierover ingrijpende uitspraken kan doen, zoals over de vestiging van aansprakelijkheid. Dit is in de rechtspraktijk ook al wel gebleken. Welke appèlmogelijkheden staan de in het ongelijk gestelde partij in dat geval tot haar beschikking, en zijn de in de rechtspraak ontwikkelde ‘doorbrekingsgronden’ van een wettelijk appèlverbod ook van toepassing op de deelgeschilprocedure? De Hoge Raad spreekt zich hierover uit in het hier besproken arrest van 18 april 2014 (ECLI:NL:HR:2014:943). |