In deze bijdrage worden kort de ontwikkelingen geschetst die het medisch aansprakelijkheidsrecht in België heeft ondergaan en wellicht nog zal ondergaan. In België ligt het foutaansprakelijkheidsrecht als systeem tot vergoeding van medische schade reeds lang onder vuur. Door de Wet van 15 mei 2007 werd het klassieke foutaansprakelijkheidsrecht als vergoedingssysteem voor medische schade afgeschaft en werd er een nieuw vergoedingssysteem ingevoerd, waarbij de fout als grondvoorwaarde tot de vergoeding wordt geschrapt (het zogenoemde ‘no fault’-systeem). Hoewel de inwerkingtreding voorzien was voor 1 januari 2008, is dit systeem nooit in werking getreden. Op 23 oktober 2008 besliste de federale ministerraad om de nieuwe ingevoerde no fault-regeling te herzien en te vervangen door een foutloze aansprakelijkheidsregeling, geïnspireerd door het Franse systeem (tweesporensysteem). Tegelijkertijd werd beslist om het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, het KCE, te belasten met een studieopdracht om de kostprijs te ramen van een dergelijk systeem in België. De inwerkingtreding van de no fault-Wet van 15 mei 2007 werd, in afwachting daarvan, voor de tweede maal uitgesteld voor onbepaalde tijd, via een bepaling in de Wet houdende diverse bepalingen (I) van 22 december 2008. De zet die de procedure inzake de geschillen over het toepassingsgebied van de no fault-Wet regelde (Wet inzake de regeling van geschillen van 15 mei 2007) werd eveneens voor de tweede maal uitgesteld, via een bepaling opgenomen in de Wet houdende diverse bepalingen (II) van 22 december 2008. Op dit moment speelt dus nog steeds het ‘klassieke’ foutaansprakelijkheidsrecht. |
Artikel |
Vergoeding van medische schade in België: het nieuwe tweesporensysteem |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | tweesporensysteem, medische schade, foutaansprakelijkheidsrecht, no fault-systeem |
Auteurs | Mevrouw mr. E. de Kezel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De onduidelijke reikwijdte van het blokkeringsrecht: wetsvoorstel cliëntenrechten zorg biedt geen oplossing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | blokkeringsrecht, wetsvoorstel cliëntenrechten zorg, keuringen |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al sinds de invoering van de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) in 1995 is het blokkeringsrecht uit artikel 7:464 lid 2 onder b BW een onderwerp dat onderhevig is aan tegenstrijdige rechtspraak en onenigheid in de literatuur over de reikwijdte en de interpretatie van dit artikel. Zowel in letselschadezaken als daarbuiten. De (eventuele) invoering van de nieuwe Wet cliëntenrechten zorg in 2011 lijkt voor de wetgever een uitgelezen mogelijkheid om een groot aantal onduidelijkheden rondom het blokkeringsrecht te verhelderen. Uit de tekst van het huidige wetsvoorstel blijkt echter dat de wetgever deze mogelijkheid tot op heden onbenut heeft gelaten. Dat is bijzonder spijtig. |
Praktijk |
Actualiteiten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2009 |
Samenvatting |
In Actualiteiten wordt verslag uitgebracht van actuele ontwikkelingen. |
Jurisprudentie |
ShockschadeHof Arnhem 26 mei 2009, LJN BJ0871 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | shockschade, Taxibus-arrest, Taxibusleer |
Auteurs | Mr. J. Wildeboer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Appellant heeft op 22 juni 2003 zijn echtgenote om het leven gebracht. Zij was de dochter van geïntimeerde. Appellant is bij onherroepelijk vonnis van 2 juli 2004 door de Rechtbank Arnhem (strafrechter) veroordeeld wegens het plegen van moord. Blijkens dit vonnis heeft appellant zijn echtgenote eerst versuft met ether en haar vervolgens met meer dan tachtig messteken om het leven gebracht. Geïntimeerde had zich in deze strafzaak als civiele partij gevoegd, maar was in die voeging in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard.= |
Artikel |
De vraagstelling voor expertises in medische aansprakelijkheidszaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, IWMD-vraagstelling, rechtsontwikkeling, Richtlijn Medisch Specialistische Rapportage |
Auteurs | Prof. mr. A.J. Akkermans, mevrouw mr. L.G.J. Hendrix en mr. A.J. Van |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zoals bekend heeft de Projectgroep medische deskundigen in de rechtspleging van de Vrije Universiteit in samenwerking met de Interdisciplinaire Werkgroep Medische Deskundigen (IWMD) een studiemodel ontwikkeld voor de vraagstelling bij medische expertises over het causaal verband bij ongevallen. Dit model is bekend geworden als ‘de IWMD-vraagstelling’ en heeft ruime navolging gekregen in de praktijk. Daardoor levert de vraagstelling aan de deskundige veel minder problemen op dan voorheen. Onlangs zag het concept van een nieuwe versie (maart 2009) het licht. Ook dit concept heeft al zijn weg naar de praktijk gevonden. Zoals haar benaming aangeeft, ziet deze vraagstelling op de situatie waarin vaststaat dat de benadeelde een ongeval is overkomen, maar waar ter discussie staat wat daarvan de gevolgen zijn. |
Jurisprudentie |
OverlijdensschadeHR 10 april 2009, LJN BG8781, RvdW 2009, 514 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | overlijdensschade, gederfd levensonderhoud, kosten lijkbezorging, schadebeperkingsplicht |
Auteurs | Mevrouw mr. M.C.J. Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 6:108 BW lijkt op het eerste gezicht een duidelijke, limitatieve omschrijving te geven van de kring van vorderingsgerechtigden en van hun vorderingsrechten (gederfd levensonderhoud en de kosten van lijkbezorging). Echter, schijn bedriegt.Zelfs in op het eerste gezicht eenvoudige en veelvoorkomende situaties blijkt aan de hand van de wet vaak geen eenduidig antwoord te kunnen worden gegeven op de vraag hoe de schade wegens gederfd levensonderhoud vastgesteld moet worden. En zelfs over de vraag wat onder kosten van lijkbezorging moet worden verstaan, bestaat nog steeds geen overeenstemming.Bij de vaststelling van de schade leidt dat tot langdurige en daarmee voor de nabestaanden emotioneel belastende discussies over gecompliceerde vraagstukken zoals onder meer de behoeftigheid, abstracte of concrete schadebenadering en de wijze van verrekening van uitkeringen uit sommen- en levensverzekeringen, enzovoort. |
Artikel |
Eindelijk schot in het Wetsvoorstel affectieschade? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | wetsvoorstel affectieschade, slachtoffers, aansprakelijkheid, vergoeding |
Auteurs | Mr. D.J. van der Kolk en Mevrouw mr. T.R. Wachter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op het rapport ‘Slachtoffers en aansprakelijkheid’ en op de behandeling van het wetsvoorstel affectieschade in de Eerste Kamer naar aanleiding van het rapport. Tot slot zal worden stilgestaan bij een aantal vraagpunten. Alvorens hierop in te gaan, zal allereerst kort de achtergrond en de lange historie van het wetsvoorstel affectieschade worden besproken. |
Praktijk |
Actualiteiten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Samenvatting |
In Actualiteiten wordt verslag uitgebracht van actuele ontwikkelingen. |
Jurisprudentie |
WerkgeversaansprakelijkheidHR 17 april 2009, LJN BH1996 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, rollerskate-arrest, verzekeringsplicht |
Auteurs | Mevrouw mr. M. van den Steenhoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het bedrijf M/V Communicatie (hierna: M/VC) organiseert eens per kwartaal op vrijdagmiddag na werktijd een ontspanningsactiviteit voor de ongeveer vijftien medewerkers. De personeelsleden stellen om de beurt een activiteit voor. De directeur dient toestemming te geven voordat de activiteit plaatsvindt.Onderdeel van de activiteit die op deze wijze op vrijdag 1 februari 2002 plaatsvindt, is een workshop dansen op rollerskates in de marmeren hal van M/VC. Twee professionele rollerskaters, ingehuurd door M/VC, geven de workshop en nemen rolschaatsen mee.Een werkneemster van M/VC, toentertijd 47 jaar, werkt niet op vrijdag, maar komt wel naar de activiteit op 1 februari 2002. In de daarvoor bestemde kantoorruimte met vloerbedekking trekt zij de rollerskates aan. De workshop was nog niet begonnen. De medewerkers van het ingehuurde bedrijf waren nog bezig met de muziekinstallatie. De werkneemster gaat wel vast op de rollerskates van de kantoorruimte naar de marmeren hal en komt daar op zeker moment, voor aanvang van de workshop, ten val en breekt haar linkerpols.Voor het ongeval en de gevolgen ervan stelt zij M/VC aansprakelijk, primair op grond van artikel 7:658 BW en subsidiair op grond van artikel 7:611 BW, dan wel artikel 6:162 jo. art. 6:76 BW. Zij stelt het door M/VC ingehuurde rollerskatebedrijf niet aansprakelijk. |
Artikel |
Schadebeperking en de verplichting om passende arbeid te verrichten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | schadebeperkingsplicht, passende arbeid, re-integratieverplichtingen, arbeidsrechtelijke verplichting |
Auteurs | Mevrouw mr. M. Opdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Steeds wanneer een letselschadeslachtoffer ook werknemer is, krijgt hij tegelijkertijd te maken met de schadebeperkingsplicht uit het aansprakelijkheidsrecht en de re-integratieverplichtingen uit het arbeidsrecht. Inhoudelijk komen deze verplichtingen echter niet overeen. De verschillende verplichtingen kennen een eigen context. In deze bijdrage wordt besproken wat de betekenis is van de re-integratieverplichtingen voor de schadebeperkingsplicht, en omgekeerd. Hierbij ligt de focus op de arbeidsrechtelijke verplichting om ‘passende arbeid’ te verrichten. |
Artikel |
Aansprakelijkheid bij medebezit: een ‘relatief’ complex vraagstuk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, medebezit |
Auteurs | Mevrouw mr. F. Leopold |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het belang voor een benadeelde om het huis van het aansprakelijkheidsrecht binnen te komen, is evident. De selectiecriteria aan de poort zijn echter niet even helder en worden soms wel erg arbitrair toegepast. |
Jurisprudentie |
WerkgeversaansprakelijkheidHR 20 februari 2009, LJN BF0003 (X/Autop) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid, Tanken, Immateriële schade |
Auteurs | Drs. J. Doomen |
Samenvatting |
Eiser heeft op 21 oktober 2001 de bestelwagen die hij als chauffeur voor zijn werkgever, Autop, onder zich had, afgetankt en is daarna uitgegleden over olie, wat heeft geleid tot arbeidsongeschiktheid. Hij vordert van zijn werkgever vergoeding van materiële en immateriële schade. Daarbij voert hij aan dat deze de omstandigheden op het benzinestation kende en dit desondanks aangewezen had als de plek om te tanken. |
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheid voor asbestblootstellingHof Den Bosch 6 mei 2008, LJN BD 5666 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | angstschade, asbest, blootstelling |
Auteurs | Mevrouw mr. E.P. Ceulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt een werknemer die ten gevolge van de blootstelling aan asbesthoudend materiaal in 2001 vanwege psychische klachten volledig arbeidsongeschikt raakte. De psychische klachten zijn volgens de werknemer het gevolg van de angst voor een asbestziekte die zich in de toekomst zou kunnen openbaren. Voor vergoeding van zijn schade sprak de werknemer zijn materiële werkgever aan. |
Artikel |
Nieuwe versie IWMD-vraagstelling: causaal verband bij ongeval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | Projectgroep medische deskundigen, civiele rechtspleging, causaal verband |
Auteurs | Mr. A.J. Van, prof. mr. A.J. Akkermans en mevrouw. mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2002 zag op de Vrije Universiteit Amsterdam de Projectgroep medische deskundigen in de civiele rechtspleging het licht. Een van de eerste projecten van deze onderzoekgroep betrof de vraagstelling bij medische expertises naar het causaal verband bij ongevallen. |
Jurisprudentie |
WerkgeveraansprakelijkheidHR 9 januari 2009, 07/13483, LJN BG4014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | werkgeveraansprakelijkheid, rookvrije werkplek, Tabakswet, Arbobesluit |
Auteurs | Mevrouw mr. Y.M.M. van Eck en mr. D.J. van der Kolk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanaf 1 januari 2004 heeft iedere werknemer recht op een rookvrije werkplek en zijn werkgevers verplicht maatregelen te treffen die ertoe leiden dat werknemers hun werkzaamheden kunnen verrichten zonder daarbij hinder van rook te ondervinden. Voor 2004 was het roken op de werkplek nog toegestaan. |
Artikel |
Pandora: een nieuwe aanpak in de behandeling van whiplashschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | Pandora, whiplashschade, nieuwe aanpak |
Auteurs | Mevrouw mr. F.Th. Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage beschrijft de hoofdlijnen van een geheel nieuwe aanpak in de behandeling van whiplashschade. Deze aanpak is ontwikkeld in het project Pandora, waarvoor het initiatief van CED Mens is uitgegaan. |
Jurisprudentie |
OverlijdensschadeHR 5 december 2008, RvdW 2009, 1 (Stichting Ziekenhuis Rijnstate/R) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | overlijdensschade, abstracte schadebegroting, letselschadezaken |
Auteurs | Mevrouw R. Rijnhout LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad wees op 5 december 2009 een arrest over de vergoeding voor huishoudelijke hulp door naasten in letselschadezaken. Met dit arrest trekt de Hoge Raad de lijn uit Johanna Kruidhof en Krüter door: abstracte schadebegroting is ook mogelijk voor de vergoeding van huishoudelijke hulp. De vraag is echter wat het criterium dat daarvoor is geïntroduceerd inhoudt. |
Praktijk |
Actualiteiten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Artikel |
De patiëntenkaart en de beschikkingen van de Hoge Raad van 22 februari 2008 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | patiëntenkaart, letselschadeclaim, medische gegevens |
Auteurs | Mevrouw mr. E.M. Deen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk is veel discussie over de vraag in hoeverre een benadeelde in het kader van de afwikkeling van een letselschadeclaim gehouden kan zijn zijn medische gegevens ter inzage te geven aan de wederpartij. De vraag staat centraal of de benadeelde zijn patiëntenkaart moet overleggen. |
Artikel |
Richtlijnen van De Letselschade Raad: hoe komen deze tot stand? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | De Letselschade Raad, totstandkoming normering letselschade |
Auteurs | Mr. H.M. Storm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur beschrijft de werkwijze van De Letselschade Raad bij de totstandkoming van de richtlijnen. Eenieder kan invloed uitoefenen op de inhoud daarvan. |