Deze reeks artikelen betreft een overzicht van jurisprudentie ter zake het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. In deze aflevering komen onder andere de redelijkheid en billijkheid, de pre-emptive strike en betrokken derden aan de orde. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2020 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, concurrentiebeding, franchiseovereenkomst, postcontractueel, prognose-torpedo |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ad Rem |
Zijn boilerplates ter zake van de beperking van het rechterlijk ingrijpen bij dwaling acceptabel? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | artikel 6:230 BW, dwaling, wijziging, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. van Wechem en Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken de vraag of partijen de rechtsgevolgen van dwaling, voor zover deze betrekking heeft op de wijzigingsbevoegdheid van de rechter op grond van artikel 6:230 lid 2 BW, contractueel regelen; kunnen partijen afstand doen van een rechtsvordering (of verweer) op grond van laatstgenoemd artikel en de rechter op dit punt buitenspel zetten? Alhoewel de Hoge Raad zich nog niet over deze vraag heeft uitgelaten en er goede argumenten voor een ander standpunt zijn, beantwoorden de auteurs de door hen gestelde vraag voorshands ontkennend. |
Boilerplates etc. |
Zorgt een kwijtingsbeding inderdaad voor het definitief kwijtraken van vorderingsrechten? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Kwijtingsbeding, Vaststellingsovereenkomst, Boilerplate, Uitleg |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het kwijtingsbeding in vaststellingsovereenkomsten centraal. Een ‘boilerplate’, omdat het beding in vrijwel elke vaststellingsovereenkomst voorkomt. Nadat het karakter van een vaststellingsovereenkomst in kaart wordt gebracht, worden de mogelijke rechtsgevolgen en de uitleg van een kwijtingsbeding besproken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Collectieve actie, Franchisenemersvereniging, Franchisenemers |
Auteurs | Mr. A.W. Dolphijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de orde komt dat als franchisenemers hun belangen jegens de franchisegever collectief organiseren, zij in beginsel materieel verdergaande bevoegdheden kunnen hebben om te ageren tegen (voorgenomen wijzigingen van) bepalingen in de modelfranchiseovereenkomst. |
Ad Rem |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Elektronische handtekening, Akte, Bewijskracht, e-commerce |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. Van Wechem en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Contracten worden nogal eens ondertekend “in counterparts”. Partijen wisselen dan pdf-bestanden met de handtekening uit. De vraag is of dergelijke handtekeningen voldoen aan het begrip “elektronische handtekening” en of de documenten dan wel als akte in de zin van de wet gelden. De auteurs onderzoeken deze vragen en gaan daarbij in op de elektronische handtekening van art. 3:15a BW. |
Over de grens |
Over de Tiffany/Swatch-procedures en het Nederlandse materiële recht bezien vanuit internationale partijen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | uitleg en aanvulling, Rechtskeuze, Forumkeuze, internationale handelsgeschillen, NCC |
Auteurs | Mr. J.M. Luycks en Mr. drs. A.M.M. Hendrikx |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat een beschouwing naar aanleiding van de arbitrage en vernietigingsprocedure tussen Tiffany en Swatch. Het Nederlandse materiële recht bezien vanuit internationale partijen staat centraal, waarbij de focus ligt op het onderscheid tussen de uitleg en aanvulling van een overeenkomst en de gevolgen van een door partijen gemaakte rechtskeuze. |
Impressies |
De ‘prognose-torpedo’: een effectief verweermiddel tegen vorderingen in kort geding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | [ontbreken] Franchise, Exploitatie prognose, Dwaling, Kort Geding, Wilsgebrek |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een beroep op dwaling vanwege een ondeugdelijke prognose kan in kort geding een effectief verweermiddel zijn van een franchisenemer om de vordering van een franchisegever af te laten wijzen door de rechter. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2019 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | franchise, franchiseovereenkomst, non-concurrentiebeding, Wet franchise, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van recente jurisprudentie op het gebied van het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst mede in het licht van de Wet franchise. |
Over de grens |
Het Engelse Supreme Court over het wijzigingsbeding in commerciële contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | No oral modification clause, Wijzigingsbeding, Engelse Supreme Court, Commercieel contractenrecht |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Medio 2018 deed het Engelse Supreme Court een belangrijke uitspraak over de afdwingbaarheid van een no oral modification clause. In dit artikel wordt deze uitspraak besproken en geconfronteerd met het Nederlandse recht op dit punt. |
Actualia contractspraktijk |
Renteclausules in consumentenovereenkomsten: a pound of flesh |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | rentebeding, Ambtshalve toetsing, Algemene voorwaarden, Wettelijke rente |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de omgang in de rechtspraak met rentebedingen in consumentenovereenkomsten besproken. Onevenredig hoge rentes worden ambtshalve vernietigd. In het Rapport Ambtshalve Toetsing III geeft de rechtspraak aan dat rentes boven de wettelijke handelsrente onevenredig hoog worden geacht. De vraag die resteert is of na vernietiging van de contractuele rente kan worden teruggevallen op de wettelijke rente, mits subsidiair gevorderd. Aan de hand van een arrest van het HvJ EU van 7 augustus 2018 wordt betoogd dat dat niet het geval kan zijn. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | oneerlijke handelspraktijk, vernietiging, misleidende omissie, ambtshalve toetsing, causaal verband |
Auteurs | Prof. mr. drs. C.M.D.S. Pavillon en Mr. dr. L.B.A. Tigelaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds juni 2014 kent de afdeling oneerlijke handelspraktijken een bijzondere vernietigingsgrond: art. 6:193j lid 3 BW. Deze bepaling is tot nu toe weinig toegepast, zo blijkt uit de gepubliceerde rechtspraak. In deze bijdrage wordt daarom onderzocht hoe hanteerbaar, in de zin van toegankelijk en gebruiksvriendelijk, de vernietigingsgrond uit art. 6:193j lid 3 BW eigenlijk is. Dit gebeurt door het analyseren van zes uitspraken. Uit het onderzoek blijkt dat de vernietigingsgrond toegankelijk en gebruiksvriendelijk is voor de consument mede dankzij de rol van de rechter. De rechter is namelijk degene die meestal het initiatief neemt tot toepassing van de sanctie. |
Actualia contractspraktijk |
Detailhandelaren en leveranciers in distributieland treden toe tot het walhalla van de Dienstenrichtlijn |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Algemene voorwaarden, Informatieplicht, Dienstenrichtlijn, Detailhandel, Distributiehandel |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Dienstenrichtlijn is op 28 december 2009 geïmplementeerd in het BW. De regeling in het BW bevat een eigen, van artikel 6:234 BW afwijkende, lichte wijze van informeren over algemene voorwaarden. Omdat de informatieplicht onder de Dienstenrichtlijn lichter is dan die onder het BW, streven veel partijen naar de status van dienstverrichter. Op 30 januari 2018 oordeelde het HvJ EU dat ook detailhandel en distributiehandel onder het bereik van de Dienstenrichtlijn vallen. De reikwijdte van dit arrest valt niet te onderschatten, De gevolgen van dit arrest voor de algemenevoorwaardenregeling in het BW worden besproken. |
Impressies |
Smart contracts? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Smart contracts, Blockchain, Kwalificatie, (schriftelijke) overeenkomst |
Auteurs | Mr. J.K. Stam |
SamenvattingAuteursinformatie |
De termen ‘smart contracts’ en ‘blockchain’ kunnen verwarrend zijn. Zo hoeven smart contracts geen contracten te zijn, maar kunnen ze dat wel zijn. Ze zijn, anders dan de naam wellicht doet vermoeden, nog niet intelligent (althans: niet in combinatie met een blockchain). En hoewel vaak gesproken wordt van de blockchain, is er niet slechts één (soort). Dit artikel beoogt misverstanden met betrekking tot de relatief nieuwe termen smart contracts en blockchain te voorkomen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Kartelschade, Richtlijn schadeclaims wegens mededingingsinbreuken, Implementatiewet privaatrechtelijke handhaving, Passing-on verweer, Voordeelstoerekening |
Auteurs | Mr. dr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op een aantal recente ontwikkelingen op het gebied van de private handhaving van het mededingingsrecht. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de nieuwe wettelijke bepalingen als gevolg van de implementatie van de richtlijn inzake schadeclaims wegens mededingingsinbreuken alsmede enkele noemenswaardige ontwikkelingen in de jurisprudentie op het gebied van kartelschade. |
Actualia contractspraktijk |
Nog een update rechtspraak over het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Concurrentiebeding, Franchisegever, Franchisenemer |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Geschillen tussen franchisegevers en franchisenemers over postcontractuele non-concurrentiebedingen in de franchiseovereenkomst blijven met de nodige regelmaat terugkomen in de rechtspraak. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat het antwoord op de vraag of een ex-franchisenemer al dan niet gebonden is aan een dergelijk beding aanzienlijke gevolgen kan hebben voor zowel de ex-franchisenemer zelf als de franchisegever en de andere franchisenemers. In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van recente jurisprudentie. |
Artikel |
Contractuele informatierechten in overnamecontracten en aandeelhoudersovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Artikel 843a Rv, exhibitieplicht, informatierechten, overnamecontracten, aandeelhoudersovereenkomsten |
Auteurs | Mr. L.J.E. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse rechtssysteem biedt partijen in het economisch verkeer handvatten om benodigde informatie boven tafel te krijgen, ook als deze zich bij een derde bevindt. Bij overnamecontracten kan worden gedacht aan artikel 843a Rv, dat een partij een grondslag biedt om in en buiten rechte kennis te nemen van een (schriftelijk bewijsmiddel) dat haar in beginsel wel bekend is, maar niet in haar bezit is. In vennootschapsrechtelijke verhoudingen is van belang het recht van de algemene vergadering op inlichtingen op grond van artikel 2:107/217 lid 2 BW. |
Praktijk |
Update jurisprudentie agentuurovereenkomsten 2015-2017 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Agentuur, Klantenvergoeding, beëindiging agentuurrelatie, artikel 7:428 BW, Provisie |
Auteurs | Mr. drs. H.S. Kleinjan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de in de periode 1 januari 2015 tot en met 22 mei 2017 gewezen jurisprudentie over agentuurovereenkomsten besproken. Een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot agentuurovereenkomsten passeerde de revue de afgelopen twee jaar bij de rechtbanken, de gerechtshoven en het HvJ EU. Gemeenschappelijke noemer was dat vrijwel alle besproken uitspraken verband hielden met de beëindiging van de agentuurovereenkomsten. Een algemeen beeld dat naar voren komt, is dat de agent nog altijd veel bescherming wordt geboden. |
Artikel |
Opteren voor de Netherlands Commercial Court |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | NCC (Netherlands Commercial Court), Forumkeuze, internationale handelsgeschillen, Naamsbekendheid, Hof Amsterdam |
Auteurs | J. Hoeben LLM, Prof. mr. A.L.M. Keirse en M.D. Reijneveld LLB |
SamenvattingAuteursinformatie |
Internationale contracten leiden tot internationale handelsgeschillen. Deze kunnen onder meer worden beslecht bij een commercial court. In Nederland wordt momenteel een Netherlands Commercial Court (NCC) opgericht. Dit introduceert een keuze voor (contracts)partijen voor een nieuw forum voor beslechting van internationale handelsgeschillen in de Engelse taal, waarbij de belangen van snelheid, efficiëntie en goede financierbaarheid centraal staan. Dit artikel verkent de positieve aspecten van de NCC en houdt de contractspraktijk de mogelijkheid voor om te opteren voor dit nieuwe forum. |
Diversen |
Münchhausen revisited: de bewijsovereenkomst als instrument voor contractenmakers |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Mr. M. Uijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt beschreven hoe de bewijsovereenkomst kan worden gebruikt om boilerplate-clausules zodanig te verstevigen dat ze ook in de Nederlandse contractspraktijk het beoogde effect hebben. Na een korte inleiding over de toelaatbaarheid van bewijsovereenkomsten in het Nederlandse recht wordt specifiek ingegaan op het nut van bewijsafspraken voor een no oral modification clause, een non-waiver clause en een entire agreement clause. Daarbij wordt voor elk van deze drie veelgebruikte clausules een tekstsuggestie aangereikt. Verder wordt aan de hand van de jurisprudentie van de laatste tien jaar uitgelegd in welke situaties het waarschijnlijk geen zin heeft om zulke clausules uit te breiden met een bewijsregeling. |
Artikel |
Schadebegroting bij een doorberekeningsverweer en een bijgestelde maatstaf voor voordeelstoerekening |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Kartelschade, Passing-on verweer, Schadebegroting, Voordeelstoerekening |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. dr. M. van Kogelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In lijn met Europees schadevergoedingsrecht wendt de Hoge Raad overcompensatie af. In de recente follow-on kartelschadeprocedure TenneT c.s/ABB c.s. maakt de Hoge Raad namelijk de weg vrij voor een consistente toekenning van het zogenoemde passing-on verweer. Daarbij geeft hij te kennen ruimer te zijn gaan denken over het leerstuk van voordeelstoerekening. In deze bijdrage wordt het belang van deze ontwikkelingen voor zowel het mededingingsrecht als het algemene schadevergoedingsrecht geduid. |