Steeds meer particulieren maken gebruik van een cloudprovider voor het delen of bewaren van documenten. Bij het aanmaken van het account voor de toegang tot deze digitale dienst moeten deze gebruikers akkoord gaan met de juridische voorwaarden. In deze bijdrage wordt de terbeschikkingstelling van deze voorwaarden kritisch bekeken vanuit de regelingen over algemene voorwaarden in het Burgerlijk Wetboek en over toestemming als grond voor gegevensverwerking in de Algemene Verordening Gegevensbescherming. |
Titel |
De verstrekking van juridische voorwaarden in het voorportaal van de cloud |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | account, cloudcontract, algemene voorwaarden, toestemming, gegevensbescherming |
Auteurs | Mr. dr. Evert Neppelenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De rechtvaardiging van tussentijdse ontbinding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Ontbinding, Material obligation, Anticipatory breach, Exoneratie, IT |
Auteurs | Mr. J.J.A. Bokhorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van ECLI:NL:GHSHE:2019:4535 (TsZ/Alert) wordt gekeken naar de rechtvaardiging van tussentijdse ontbinding op grond van schending van een material obligation en een anticipatory breach (art. 6:80 BW), en de verhouding tussen gevorderde terugbetaling en een exoneratiebeding. |
Actualia contractspraktijk |
Ontwikkelingen jurisprudentie agentuurovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Agentuur, Klantenvergoeding, Beëindiging agentuurrelatie, Artikel 7:428 BW, Provisie |
Auteurs | Mr. drs. H.S. Kleinjan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de in 2017 tot en met 2020 gewezen jurisprudentie over agentuurovereenkomsten besproken. Een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot agentuurovereenkomsten passeerde de afgelopen drie jaar de revue bij de rechtbanken, de gerechtshoven en het Europese Hof van Justitie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, precontractuele informatie, goodwill, bedenktermijn, wetsvoorstel |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nadat eerdere voorontwerpen uit 2017 en 2018 kritisch werden onthaald tijdens de internetconsultatie, heeft de wetgever toch een wetsvoorstel voorgelegd aan de Tweede Kamer. Het voorontwerp uit 2018 diende als blauwdruk. In dit artikel wordt het wetsvoorstel besproken. De auteurs gaan in op de ratio legis, de precontractuele informatieverplichting en de goodwillplicht. Deze onderwerpen bespreken zij tegen de achtergrond van de huidige wettelijke regelingen, doctrine en rechtspraak. |
Artikel |
(Potestatieve) voorwaarden in overnamecontracten: van theorie naar praktijk |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | potestatieve voorwaarde, opschortende voorwaarde, goedkeuringsvoorbehoud, koopovereenkomst, SPA |
Auteurs | Mr. R.P. Schrooten en Mr. B.C. Elion |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de (internationale) overnamepraktijk wordt in overnamecontracten veelvuldig gecontracteerd onder één of meer opschortende voorwaarden. Veel van de opschortende voorwaarden die partijen overeenkomen, bevatten een potestatief element: de vervulling van de voorwaarde is (grotendeels) afhankelijk van de wil van een van de contractspartijen. In dit artikel bespreken de auteurs veelgebruikte voorwaarden uit de praktijk. De auteurs gaan in op de vraag of deze voorwaarden potestatief zijn en wat het effect daarvan zou zijn op (verbintenissen uit) het overnamecontract. De auteurs sluiten af met enkele aanbevelingen voor het gebruik van voorwaarden in de praktijk. |
Artikel |
Plas/Valburg na CBB/JPO?Een netwerkanalyse van rechtspraak over afgebroken onderhandelingen in de precontractuele fase |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | precontractuele fase, aansprakelijkheid, CBB/JPO, Plas/Valburg, netwerkanalyse |
Auteurs | Prof. mr. dr. G. van Dijck en Mr. J. Cleuters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de literatuur wordt betoogd dat CBB/JPO het leidende arrest is bij afgebroken onderhandelingen, en niet langer Plas/Valburg. Uit een uitgevoerde netwerkanalyse volgt dat Plas/Valburg minder vaak, maar nog altijd geregeld is aangehaald nadat CBB/JPO is gewezen. Een nadere inspectie laat zien dat er een tweedeling in de lagere rechtspraak bestaat: een groep uitspraken stelt onaanvaardbaar afbreken als voorwaarde voor de mogelijkheid om gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking te laten komen, in een andere groep uitspraken geldt die voorwaarde niet. Plas/Valburg wordt met name in de laatstgenoemde groep uitspraken geciteerd. Geconcludeerd wordt dat drie situaties denkbaar zijn: (1) afbreken staat vrij, geen verplichting tot het vergoeden van schade; (2) afbreken staat vrij, maar niet zonder vergoeding; en (3) afbreken is onaanvaardbaar. Plas/Valburg biedt voor geen van de situaties handvatten. CBB/JPO is leidend voor de laatste categorie, maar niet om te beoordelen of sprake is van welke van de twee andere scenario’s. |