Op 11 oktober 2019 wees de Hoge Raad het arrest Fraanje/Alukon. In dit arrest behandelde hij de vraag hoe de redelijke termijn in een ingebrekestelling moet worden bepaald. Ook oordeelde de Hoge Raad dat een ingebrekestelling niet aan formaliteiten gebonden is, maar dat de rechter er praktisch mee om moet gaan. Het arrest en zijn gevolgen worden in deze bijdrage besproken. |
Actualia contractspraktijk |
Ingebrekestelling: misschien minder formeel, maar het blijft oppassen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Ingebrekestelling, Verzuim, Redelijke termijn, Deformalisering |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Vereist artikel 7:425 BW menselijke tussenkomst of kan een online platform ook bemiddelen? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Bemiddeling, lastgeving, Duinzigt, Booking.com, Prikbord, Twee heren, 7:417 7:425 7:427 7:428 |
Auteurs | Mr. N. Huppes en Mr. drs. T.L. Wildenbeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hof Amsterdam oordeelt dat Booking.com niet bemiddelt omdat zij slechts de administratieve afhandeling verzorgt van de overeenkomst die ‘direct’ tussen de gebruikers van haar platform tot stand komt. In deze bijdrage wordt door de auteurs gesignaleerd dat dit oordeel wringt met de huidige rechtspraktijk en voor onduidelijkheid zorgt over de vraag hoe moet worden bepaald of een platform bemiddelt, dan wel als een ‘elektronisch prikbord’ functioneert, en daarmee buiten het wettelijk regime over bemiddeling valt. De rechtszekerheid is gediend met heldere criteria en de auteurs betogen dat het omslagpunt bij de openbaarmakingsfunctie ligt. Een platform dat aanbieders slechts de mogelijkheid biedt om zich te presenteren aan geïnteresseerden om te zoeken, heeft enkel een openbaarmakingsfunctie en bemiddelt niet. Gaat de betrokkenheid van het platform bij de totstandkoming van overeenkomsten verder, dan is het platform in beginsel als tussenpersoon werkzaam bij het tot stand brengen van overeenkomsten en bemiddelt het in de zin van artikel 7:425 BW. Anders dan Hof Amsterdam menen de auteurs daarom dat Booking.com bemiddelt. |
Ad Rem |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Elektronische handtekening, Akte, Bewijskracht, e-commerce |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. Van Wechem en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Contracten worden nogal eens ondertekend “in counterparts”. Partijen wisselen dan pdf-bestanden met de handtekening uit. De vraag is of dergelijke handtekeningen voldoen aan het begrip “elektronische handtekening” en of de documenten dan wel als akte in de zin van de wet gelden. De auteurs onderzoeken deze vragen en gaan daarbij in op de elektronische handtekening van art. 3:15a BW. |
Artikel |
Lotsverbonden overeenkomsten en de ontbindende voorwaarde |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | lotsverbonden overeenkomst, ontbindende voorwaarde |
Auteurs | Mr. L.F. Kloppenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of een lotsverbonden overeenkomst te kwalificeren is als een voorwaardelijke overeenkomst met een ontbindende voorwaarde in de zin van de artikelen 6:21 en 6:22 BW. Dit kan onder omstandigheden aan de orde zijn indien lotsverbondenheid de grondslag vindt in de uitleg van de lotsverbonden overeenkomst of (wellicht) in de aanvullende werking van de redelijkheid en de billijkheid. Dit kan met name van belang zijn omdat het vervullen van de ontbindende voorwaarde in de zin van artikel 6:22 BW, in tegenstelling tot ontbinding in de zin van artikel 6:265 BW, goederenrechtelijke werking heeft. |
Over de grens |
Over de Tiffany/Swatch-procedures en het Nederlandse materiële recht bezien vanuit internationale partijen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | uitleg en aanvulling, Rechtskeuze, Forumkeuze, internationale handelsgeschillen, NCC |
Auteurs | Mr. J.M. Luycks en Mr. drs. A.M.M. Hendrikx |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat een beschouwing naar aanleiding van de arbitrage en vernietigingsprocedure tussen Tiffany en Swatch. Het Nederlandse materiële recht bezien vanuit internationale partijen staat centraal, waarbij de focus ligt op het onderscheid tussen de uitleg en aanvulling van een overeenkomst en de gevolgen van een door partijen gemaakte rechtskeuze. |
Contracten maken |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Exoneratie, Schadeplichtigheid, Verzuim, Opzet of bewuste roekeloosheid, Beperkende werking redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Prof. mr. T.H.M. van Wechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de rol die exoneraties in b2b-verhoudingen spelen besproken en formuleert de auteur regels die bij het opstellen van een goede exoneratiebepaling van nut kunnen zijn. De auteur wijst op het belang van het juridisch (logistiek) kwalificeren van de overeenkomst, de vraag of de schadeplicht voortvloeit uit een temporeel of kwalitatief ten achter blijven en op de uitleg van exoneraties. Onderzocht wordt ook of toetsing van het beding aan de beperkende werking van de redelijkheid veel verschilt van de norm ‘onredelijk bezwarend’ uit artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek en de omstandigheden die in de rechtspraak een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of een exoneratie terzijde moet worden gesteld. |
Actualia contractspraktijk |
Herziening consumentenrechten: verkenning van Richtlijn 2019/771 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 mei 2019 werd de Richtlijn Consumentenkoop aangenomen. Deze richtlijn gaat invloed hebben op de wettelijke regeling over conformiteit bij consumentenkoop. De richtlijn voorziet in een eigen conformiteitsregel en een eigen toepassingsbereik. In deze bijdrage wordt de richtlijn verkend en de invloed op de bestaande regeling besproken. |
Impressies |
De ‘prognose-torpedo’: een effectief verweermiddel tegen vorderingen in kort geding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | [ontbreken] Franchise, Exploitatie prognose, Dwaling, Kort Geding, Wilsgebrek |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een beroep op dwaling vanwege een ondeugdelijke prognose kan in kort geding een effectief verweermiddel zijn van een franchisenemer om de vordering van een franchisegever af te laten wijzen door de rechter. |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Impressies |
Nederlandse Wet op de reisovereenkomst: (on)werkbaarheid in de praktijk |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Reisovereenkomst, Gekoppeld reisarrangement, Richtlijn pakketreizen, Reiziger, Handelaar |
Auteurs | Mr. N.A. de Leeuw en Mr. drs. J.A. Tersteeg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De nieuwe wet op de reisovereenkomst (titel 7A van Boek 7 BW) welke wet op 1 juli 2018 in werking is getreden, is eigenlijk een vrijwel letterlijke vertaling van de Richtlijn Pakketreizen en Gekoppelde Reisarrangementen van 25 november 2015. Hoewel de doelstelling van de Richtlijn, te weten meer bescherming voor de reiziger en maximum harmonisatie tussen de lidstaten een mooi streven was, blinkt de Richtlijn niet uit in duidelijkheid en zijn er voorafgaand aan de totstandkoming ervan vele ontwerpen de revue gepasseerd die de eindstreep van het wetgevingsproces niet hebben gehaald. Desondanks heeft de Nederlandse wetgever deze moeilijke wetgeving uit Brussel redelijk leesbaar geïmplementeerd in de Nederlandse wet. Onzes inziens is de Richtlijn, en daarmee dus ook de Nederlandse wet, op een aantal vlakken niet duidelijk en lastig uit te leggen aan zowel de ondernemers in de reisbranche als aan de reiziger. Ook zijn er enkele onvolkomenheden in de wet geslopen, mede veroorzaakt door een slordige vertaling van de Richtlijn in het Nederlands, waar de Nederlandse wetgever overigens geen invloed op had. In dit artikel willen we met name stilstaan bij een aantal van deze onduidelijkheden en moeilijkheden. Zo zijn de definitiebepalingen bijvoorbeeld vrij ingewikkeld en roept de afbakening tussen een pakketreis en het nieuwe fenomeen van het gekoppeld reisarrangement vragen op. Ook zetten wij vraagtekens bij de vergaande informatieverplichtingen, de positie van de zakenreiziger en de wijze waarop de garantieverplichtingen in Nederland zijn geïmplementeerd. Hoe werkzaam de wet zal zijn in de praktijk van alle dag, zal de komende jaren dus nog moeten blijken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | franchising, informatieplicht, omzetprognose, franchise overeenkomst en Wer (Wetboek van economisch recht). |
Auteurs | Mr. dr. S.A. Kruisinga en Mr. M.I. Nijenhof-Wolters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Albert Heijn-arrest heeft de Hoge Raad opnieuw bevestigd dat naar huidig Nederlands recht geen algemene regel geldt dat een franchisegever een (toekomstige) franchisenemer moet inlichten omtrent de te verwachten omzet of omtrent de winstverwachting. De bijzondere omstandigheden van het geval kunnen echter wel een zodanige verplichting meebrengen. De vraag rijst of in het voorontwerp van de Wet Franchise dat op 12 december 2018 werd gepubliceerd een andere benadering is gekozen. In dit voorontwerp wordt voorgesteld een – vrij ruim geformuleerde – informatieplicht voor de franchisegever te introduceren. In deze bijdrage wordt ingegaan op het Albert Heijn–arrest en wordt de uitkomst van deze procedure afgezet tegen het Nederlandse conceptwetsvoorstel en de Belgische regelgeving voor franchiseovereenkomsten. |
Actualia contractspraktijk |
Vertrouwen is goed, controle is beter |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | wil, Gerechtvaardigd vertrouwen, Kribbebijter, Totstandkomingsvertrouwen |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wilsvertrouwensleer zorgt in de praktijk voor hoofdbrekens. Het is een leer die breed in het contractenrecht wordt toegepast. In deze bijdrage wordt het onderwerp toegelicht vanuit enkele thema’s, zoals de demotie van een werknemer, de vraag wie als contractspartij optreedt, de deelname aan een spelprogramma en consumenten die op een te lage prijs willen vertrouwen. Oplettendheid blijkt geboden, aldus de moraal van het verhaal. |
Over de grens |
Uitleg van overeenkomsten naar Engels recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Engels recht, Uitleg van overeenkomsten, Contractsuitleg, Haviltex |
Auteurs | Prof. mr. F.W. Grosheide |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Impressies |
De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | franchiseovereenkomst, franchisenemer, franchisenemersvereniging, eenzijdige wijziging, collectieve actie |
Auteurs | Mr. A.W. Dolphijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de orde komt de vraag of een franchisenemer gebonden is aan afspraken die de franchisenemersvereniging met de franchisegever maakt, op grond van de franchiseovereenkomst. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2019 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | franchise, franchiseovereenkomst, non-concurrentiebeding, Wet franchise, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van recente jurisprudentie op het gebied van het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst mede in het licht van de Wet franchise. |
Artikel |
Ontbinding: effectief wapen of zwaard van Damocles? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Ontbinding, Artikel 6:265 BW, Tenzij-bepaling, Tekortkoming, Verzuim |
Auteurs | Mr. I.W.M. Olthof |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Eigen Haard-arrest heeft de Hoge Raad bevestigd dat de toets voor de ontbinding van overeenkomsten laagdrempelig blijft, in die zin dat in beginsel iedere tekortkoming volstaat en dat een beroep op de tenzij-bepaling niet terughoudend moet worden beoordeeld. Bij de beoordeling van die tenzij-bepaling zijn vervolgens in beginsel alle omstandigheden van het geval – en niet alleen de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming – in gelijke mate van belang. Concrete handvatten voor de houdbaarheid van een ontbindingsberoep in de praktijk bevat het arrest echter niet. Uitspraken van feitenrechters laten zien dat een breed scala aan omstandigheden wordt meegewogen, maar dat een beroep op ontbinding toch in de meeste gevallen slaagt. Voor meer zekerheid over de ingeroepen ontbinding zullen partijen (nog altijd) heldere contractuele afspraken moeten maken. |
Over de grens |
Het Engelse Supreme Court over het wijzigingsbeding in commerciële contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | No oral modification clause, Wijzigingsbeding, Engelse Supreme Court, Commercieel contractenrecht |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Medio 2018 deed het Engelse Supreme Court een belangrijke uitspraak over de afdwingbaarheid van een no oral modification clause. In dit artikel wordt deze uitspraak besproken en geconfronteerd met het Nederlandse recht op dit punt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Franchise, Precontractuele informatie, Goodwill, Bedenktermijn, Wetsvoorstel |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 december 2018 publiceerde de wetgever een nieuw voorontwerp voor een wettelijke regeling van de franchiseovereenkomst. Een eerder voorontwerp uit 2017 werd kritisch bejegend door de praktijk. In dit artikel wordt het nieuwe voorontwerp besproken. De auteurs gaan in op de ratio legis, de precontractuele informatieverplichting en de goodwillplicht. Deze onderwerpen bespreken zij tegen de achtergrond van de huidige wettelijke regelingen, doctrine en rechtspraak. |