Op 1 juli 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraken gedaan over de exceptieve toetsing van algemeen verbindende voorschriften. In dit artikel worden twee uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State besproken, waarbij de Afdeling voortbouwt op de lijn van de Centrale Raad van Beroep. |
Zoekresultaat: 30 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Omgevingsrecht x
Artikel |
Afscheid van het LandbouwvliegersarrestCentrale Raad van Beroep en Afdeling bestuursrechtspraak slaan andere weg in: over exceptieve toetsing van bestemmingsplannen en andere algemeen verbindende voorschriften |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Rechtsbescherming, Algemeen verbindende voorschriften, Exceptieve toetsing, evidentiecriterium, jurisprudentie CRvB en ABRvS |
Auteurs | Mr. dr. H.J. (Henk) de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De PAS-uitspraak zet geen streep door de ADC-toetsKunnen maatregelen die volgens de PAS-uitspraak niet in een passende beoordeling mogen worden betrokken wel een rol spelen in de ADC-toets? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | stikstof, alternatieven, Natura 2000, Habitatrichtlijn |
Auteurs | Mr. C.J. (Christine) Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel bespreekt de auteur de vraag of maatregelen en autonome ontwikkelingen die blijkens de PAS-uitspraak niet mogen worden betrokken in de passende beoordeling op grond van art. 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn wel een rol kunnen spelen in de ADC-toets op grond van art. 6, vierde lid, van de Habitatrichtlijn. Dit is interessant, omdat dit (bij een positief antwoord) de haalbaarheid van deze oplossingsrichting (al dan niet door toepassing in een nieuw programma) kan vergroten. |
Artikel |
De betekenis van de 1 juli-uitspraken van de CRvB over exceptieve toetsing van algemeen verbindende voorschriften: exit LandbouwvliegersarrestEn ook: wat is de stand van zaken in het omgevingsrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | avv, onverbindend, evidentiecriterium |
Auteurs | Mr. dr. H.J. (Henk) de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op een uitspraak van de CRvB van 1 juli 2019 waarin exceptieve toetsing centraal stond. Auteur vergelijkt de omgevingsrechtelijke jurisprudentie van de ABRvS met betrekking tot exceptieve toetsing met de uitspraak van de CRvB. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Omgevingswet, Aanvullingswet natuur, Aanvullingswet geluid |
Auteurs | Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bevat een beschrijving van de stelselherziening Omgevingsrecht in het tweede en derde kwartaal van 2019. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Mr. dr. H.A. (Harald) Oldenziel en Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Omgevingswet, stelselherziening, Aanvullingswet bodem |
Auteurs | Mr. drs. C.D. (Lidia) Palm en Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage geven auteurs een weergave van de stand van de stelselherziening omgevingsrecht begin 2018. |
Artikel |
Beheersen en bestrijden – het voorzorgsbeginsel en informatieplichten bij de onzekere risico’s van Q-koorts |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Q-koorts, aansprakelijkheid, voorzorgsbeginsel, milieuaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.J.W. (Matthijs) Timmer en Mr. N. (Nikky) van Triet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan de auteurs in op de rol die het voorzorgsbeginsel speelt in de uitspraak van de Rechtbank Den Haag over de aansprakelijkheid van de Staat vanwege de Q-koortsepidemie. |
Artikel |
Gebiedsbescherming en soortenbescherming in de Aanvullingswet natuur Omgevingswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Omgevingswet, Aanvullingswet natuur, natuurbescherming |
Auteurs | Prof. dr. Ch.W. (Chris) Backes en Prof. mr. dr. A.A. (Annelies) Freriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs gebieds- en soortenbescherming in de consultatieversie van de Aanvullingswet natuur die op 21 november 2016 is gepubliceerd. De auteurs bespreken de wijze waarop de bestaande regeling wordt geïntegreerd in het systeem van de Omgevingswet en de vraag of dit gevolgen heeft voor het beschermingsniveau. |
Artikel |
Detailhandel en de provinciale verordening: grenzen overschreden?! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, ruimtelijke ordening, Dienstenrichtlijn |
Auteurs | Mr. H. (Hans) Koolen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat in op één specifieke instructieregel in de Verordening ruimte 2014 van de provincie Zuid-Holland, te weten art. 2.1.4 VR. Deze regel ziet op de vestigingsmogelijkheden van detailhandel in Zuid-Holland. Art. 2.1.4 VR staat al enige tijd in de belangstelling. Het is onderwerp van een aantal procedures bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over reactieve aanwijzingen ex art. 3.8 lid 6 Wro en de weigering van een ontheffing ex art. 4.1a Wro. De regeling staat ook in de belangstelling in verband met de vraag hoe dit artikel zich verhoudt tot de eisen van het Unierecht, de vraag of het voortvloeit uit dwingende redenen van algemeen belang, de vraag of het geschikt, evenredig en noodzakelijk is om ruimtelijke doelstellingen te bereiken, en tot slot de vraag of het kan worden geacht ruimtelijke en provinciaal noodzakelijke belangen te dienen. |
Artikel |
Het VU-rapport over de vestiging van detailhandel en verdragsvrijheden: beschouwing & opinie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | detailhandel, Dienstenrichtlijn, ruimtelijke ordening, planologisch onderzoek |
Auteurs | Mr. G.H.J. (Gijs) Heutink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het rapport: ‘Vestiging van detailhandel: de toepassing van verdragsvrijheden van het VWEU en de toepassing van de Dienstenrichtlijn’ van prof. mr. J. Struiksma, prof. mr. E. Steyger en mr. M.R. Botman op hoofdlijnen tegen het licht gehouden en worden de conclusies samengevat en op onderdelen voorzien van commentaar en opinie. Tot slot wordt een voorschot genomen op het vervolg en de vraag tot welke acties het rapport de minister aanleiding zou kunnen of moeten geven. |
Artikel |
Zandwinning, zandsuppletie en de kaderrichtlijn Mariene StrategieOver de juridische betekenis van de KMS en de mogelijkheid Nederland te beschermen in verband met klimaatadaptatie door zandwinning en zandsuppleties voor de kust |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Zandwinning, Mariene, Strategie, Noordzee |
Auteurs | R.A.F. Vermolen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op de vraag wat de juridische betekenis van de kaderrichtlijn mariene strategie (KMS) is voor de mogelijkheid om Nederland te beschermen in verband met klimaatadaptatie door zandwinning en zandsuppleties voor de kust. Hierbij zal eerst aandacht worden besteed aan de vraag wat onder zandwinning en zandsuppleties dient te worden verstaan, welke (mogelijke) effecten zij hebben op het mariene milieu en hoe deze activiteiten wettelijk zijn gereguleerd. Vervolgens zal worden ingegaan op de inhoud van de KMS en haar betekenis voor de mogelijkheden tot zandwinning en zandsuppleties ten behoeve van kustverdediging door Nederland. |
Artikel |
Tailormade regelgeving voor windturbineparken op de Noordzee |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 03/04 2014 |
Trefwoorden | Wet windenergie op zee, Kavelbesluit, Waterplan, Natuurbeschermingswet |
Auteurs | Mr. E.M.N. Noordover en Mr. A. Drahmann |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan auteurs in op het wetsvoorstel Wet windenergie op zee dat op 16 oktober is aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze wet is speciaal ontworpen om de doelstellingen van het kabinet tot het realiseren van windparken in zee te halen. De auteurs bespreken de diverse nieuwe instrumenten die het wetsvoorstel introduceren, zoals het kavelbesluit. Ten behoeve van het kavelbesluit worden veel van de benodigde onderzoeken voor het realiseren van een windpark verricht, zodat een private initiatiefnemer na het kavelbesluit zo snel mogelijk het windpark kan realiseren. |
Artikel |
De provinciale Verordening ruimte als instrument voor verduurzaming van de veehouderij |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | provinciale Verordening ruimte, veehouderij, milieunormen, duurzaamheid |
Auteurs | Mr. P.B. Bokelaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
De schaalvergroting en intensivering in de veehouderij hebben met name in de concentratiegebieden geleid tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat. In deze bijdrage wordt aan de hand van de jurisprudentie bezien op welke wijze deze verslechtering door middel van de Verordening ruimte kan worden tegengegaan. Vervolgens wordt aan de hand van de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant kritisch bezien of het mogelijk is dit verslechterde woon- en leefklimaat te verbeteren en tegelijkertijd de verduurzaming van de veehouderij te bevorderen. Geconcludeerd wordt dat door middel van de algemene regels van de provinciale Verordening ruimte de vestiging en uitbreiding van veehouderijen in aangewezen gebieden kunnen worden beperkt of verboden, zelfs als daarmee wordt afgeweken van een reconstructieplan of wanneer reeds maatregelen zijn getroffen op grond van de regelgeving ter bestrijding van dierziekten. Uit de wetsgeschiedenis valt op te maken dat in de Verordening ruimte ook milieunormen kunnen worden opgenomen, tenzij daardoor strijd ontstaat met andere wetgeving. Daarmee zou de Verordening ruimte in beginsel de mogelijkheid bieden om het woon- en leefklimaat te verbeteren en tevens de duurzaamheid van de veehouderij te bevorderen. Echter, de wijze waarop de milieunormen in de Verordening ruimte 2014 van Noord-Brabant zijn vormgegeven, lijkt – vooral met betrekking tot de normen voor geur en fijn stof – juridisch kwetsbaar. De toekomst zal daarom moeten uitwijzen of de provinciale Verordening ruimte ook een bruikbaar instrument is voor de verduurzaming van de veehouderij. |
Artikel |
Gezondheidsrisico’s van veehouderijen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | veehouderijen, gezondheid, milieunormen, ruimtelijke ordening |
Auteurs | Mr. P.P.A. Bodden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de vraag hoe de gezondheidsrisico’s (zoönosen en endotoxinen) van veehouderijen via het omgevingsrecht worden gereguleerd. Daarbij worden achtereenvolgens de jurisprudentie over ruimtelijke besluiten, de jurisprudentie inzake milieubesluiten en te verwachten beleid aan de orde gesteld. Tot slot zal aan de hand van de Q-koortsepidemie worden geïllustreerd hoe het systeem thans werkt. |
Redactioneel |
Naar een nieuw omgevingsrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2013 |
Auteurs | Prof. mr. G.A. Biezeveld |
Auteursinformatie |
Artikel |
Voorstellen voor verbetering van het wetsvoorstel natuurbescherming |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Wet natuurbescherming, soortenbescherming, gebiedsbescherming, intrinsieke waarde natuur |
Auteurs | Mr. H.M. Dotinga, Mr. E.E. Meijer en Mr. S. Scheerens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het voorstel voor de Wet natuurbescherming beoogt één overkoepelende regeling te bieden voor het Nederlandse natuurbeschermingsrecht. Daarbij is als uitgangspunt gekozen dat de bestaande regelgeving versoberd moet worden en dat aansluiting moet worden gezocht bij de Europese regelgeving. In deze kritische bijdrage bespreken de auteurs het wetsvoorstel, de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de bestaande regelgeving, mogelijke conflicten met Europees en internationaal recht, benoemen ze gemiste kansen en geven ze mogelijke alternatieven voor het wetsvoorstel. |
Artikel |
VogelvrijEen beschouwing over vogels met jaarrond beschermde verblijfplaatsen in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Flora- en faunawet, ontheffing, jaarrond, positieve afwijzing, mitigerende maatregelen |
Auteurs | Mr. J. Gundelach |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een reeks recente jurisprudentie een eind gemaakt aan de praktijk van EL&I, die draaide om de zogenoemde positieve afwijzing, zoals deze praktijk tot nu toe door EL&I werd toegepast De minister en de staatssecretaris worden nu weer gedwongen om voor ruimtelijke projecten die tot een overtreding van de verboden uit de Flora- en faunawet leiden, een ontheffing te verlenen. Dit is in het bijzonder problematisch indien het vogels met jaarrond beschermde nesten betreft, omdat slechts ten behoeve van een aantal doelen ontheffing verleend kan worden en deze doelen zelden bij (kleinschalige) ruimtelijke projecten aan de orde zijn. De auteur bespreekt de mogelijkheden die de wet en jurisprudentie van de Afdeling laten voor het voorkomen van een overtreding van de verboden uit de Flora- en faunawet en het verlenen van ontheffing bij ruimtelijke ontwikkelingen. |
Artikel |
De Omgevingswet als stelsel voor het omgevingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, Omgevingswet, omgevingsverordening, projectbesluit, bestemmingsplan |
Auteurs | Mr. O. Kwast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het kabinet gaat het omgevingsrecht regelen in één wet: de Omgevingswet. De hoofdlijnen van het voorgenomen stelsel worden besproken tegen de achtergrond van het denken over de samenhang van het omgevingsrecht, het constitutionele en Europese recht, de bestuurlijke organisatie en de geschiedenis van het omgevingsrecht. Aan de orde komen in het bijzonder de reikwijdte, de doelstellingen, de normen, de positie van de gemeente, de besluitfiguren (het projectbesluit en de omgevingsvergunning) en ook de omgevingsverordening als opvolger van het bestemmingsplan. Behalve enkele onbeantwoorde vragen tekent zich ook een samenhangend stelsel van omgevingsrecht af. |
Artikel |
De wijzigingen van het ontwerpwetsvoorstel Natuur |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | ontwerpwetsvoorstel Natuur, integratie Natuurbeschermingswet 1998, Flora- en faunawet en Boswet, Vogel- en Habitatrichtlijn, wetswijzigingen |
Auteurs | Mr. I.R. Viertelhauzen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de Wet natuur zal het natuurbeschermingsrecht zowel inhoudelijk als procedureel wijzigen. De Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet worden samengevoegd. In deze bijdrage wordt ingegaan op het ontwerpwetsvoorstel en worden de belangrijkste verschillen tussen het huidige en voorgestelde regime beschreven. Het ontwerpwetsvoorstel sluit nauw aan bij de Vogel- en de Habitatrichtlijn. Nationale koppen worden zo veel mogelijk verwijderd. Gebiedsbescherming, soortenbescherming en houtopstanden hebben elk, in afzonderlijke hoofdstukken, een eigen toetsingskader. Daarnaast zullen de taken en bevoegdheden in beginsel bij de provincies worden gelegd. |
Discussie |
De wens, de vader en de gedachteEnkele bestuursrechtelijke instrumenten beoordeeld op mogelijkheden voor duurzaam ruimtegebruik |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | duurzaamheid, bestemmingsplan, bouwvergunning, exploitatieplan, exploitatieovereenkomst |
Auteurs | Mr. G. Bosma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het optimaliseren van de mogelijkheden die er zijn binnen het stellen van regels ziet naar mijn oordeel met name op de duidelijke afwegingen die op politiek niveau moeten worden gemaakt omtrent de basisvragen op welke locaties in het betreffende grondgebied aan welke vormen van duurzaamheid de voorrang wordt gegeven, dan wel in welke balans meerdere vormen van duurzaamheid in die betreffende gebieden kan worden gevonden. Dit vanuit de erkenning en het uitgangspunt dat ‘een goede ruimtelijke ordening’ (primair) een duurzame ruimtelijke ordening is. Ruimte voor duurzame energie en maximale flexibiliteit zijn vervolgens leidend.Door goed te omschrijven en op te schrijven waar welke ontwikkelingen wél kunnen en mogen plaatsvinden en daarvoor in de regels en op de kaarten de kaders te scheppen, door aan te geven wat op welke locaties niet mag, door in de concretisering (bouwvergunning) aan te kunnen sluiten bij een ‘duurzaam Bouwbesluit’ en door daarnaast het grondexploitatie-instrumentarium maximaal in te zetten en minder te werken vanuit het uitgangspunt van toelatingsplanologie is naar mijn oordeel verregaande sturing mogelijk in het ontwikkelen en behouden van de gewenste duurzaamheid. |