Bij de uitleg van cao-bepalingen leek de Hoge Raad in 1993, met de introductie van de cao-norm, afstand te hebben genomen van de Haviltex-norm. De ‘grammaticale uitleg’ van cao-bepalingen raakte in zwang. Dit was niet de bedoeling. De Hoge Raad greep diverse keren in om de cao-norm te verduidelijken. In 2002, met het DSM/Fox-arrest, leek de cao-norm uitgekristalliseerd. Met het Condor-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij de uitleg van een cao-bepaling de toepassing van de cao-norm niet in alle gevallen gerechtvaardigd is. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van de cao-norm toegelicht. De nieuwe grenzen zullen nog vastgesteld moeten worden. Mijn verwachting is dat het Condor-arrest als basis zal dienen voor een ontwikkeling waarbij cao-bepalingen uit bedrijfstak-cao’s en ondernemings-cao’s niet altijd volgens dezelfde methode zullen worden uitgelegd. |
Zoekresultaat: 9 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Arbeidsrechtelijke Annotaties x
Jurisprudentie |
Het Condor-arrest: uniek geval of inleiding op beperking van de reikwijdte van de cao-norm bij de uitleg van ondernemings-cao’s |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | cao-norm, uitleg cao-bepaling, ondernemings-cao |
Auteurs | mr. dr. A. Stege |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Perikelen rondom de invoering van het (verzwakte) structuurregimeOndernemingskamer 1 juli 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2766, JAR 2016/210 (OR/Thomas Cook Nederland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Structuurregime, adviesrecht ondernemingsraad, samenstelling RvC |
Auteurs | Mr. dr. Joost Van Mierlo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vlak voordat Thomas Cook Nederland verplicht is het structuurregime in te voeren, besluit zij dat uitsluitend concernfunctionarissen voor benoeming tot commissaris in aanmerking komen. Hiermee komt niet alleen een onafhankelijke opstelling van de raad van commissarissen in het gedrang, ook vormt dat een ernstige aantasting van het wettelijk aanbevelingsrecht van de ondernemingsraad. Voor de Ondernemingskamer is dit voldoende om te spreken van een voorgenomen besluit tot een belangrijke wijziging van de verdeling van de bevoegdheden (artikel 25 lid 1 en onder e WOR). |
Hoofdartikel |
Schikken in het nieuwe ontslagrecht: bedenk eer ge begint |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Opzegging met instemming, beëindigingsovereenkomst, bedenktermijn, antistapelingsbepaling, pro forma ontbinding |
Auteurs | Prof. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De in de Wwz neergelegde regeling van de bedenktermijn heeft grote invloed op het schikken van ontslagzaken. De Wwz maakt een niet uitlegbaar onderscheid tussen de beëindigingsovereenkomst en de opzegging met instemming. Het verschil ziet op de betaling van een transitievergoeding. Dit verschil kan makkelijk tot ongelukken aanleiding geven. Mogelijk zien we bovendien de terugkeer van de pro-forma-ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Niet meer voor WW-doeleinden, maar met het oog op het bekorten van de periode van de bedenktermijn. Deze bijdrage behandelt de in dat kader te bewandelen weg en noemt ook een alternatief voor de formele ontbinding. Dit alternatief maakt gebruik van de antistapelingsbepaling in de regeling van de bedenktermijn en voorziet in een soort ‘tweetrapsraket’. Voor een succesvolle aanpak zal tussen beide trappen wel denkruimte voor de werknemer moeten zitten. Het bij ontslagzaken aansturen op een vertrekregeling wordt eens te meer een zaak voor juristen. |
Jurisprudentie |
IPR-problemen in de WOR en het enquêterechtOndernemingskamer 21 december 2012, JAR 2013/67 (VLM II) en HR 29 maart 2013, JOR 2013/166 (Chinese Workers) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | WOR, enquêterecht, IPR, toepasselijk recht, bevoegde rechter, VLM, Chinese Workers |
Auteurs | F.G. Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Ondernemingskamer is de enige bevoegde rechter in feitelijke instantie in WOR- en enquêtezaken. In korte tijd moest de Ondernemingskamer in beide rechtsgebieden oordelen over twee zaken die zich afspeelden binnen internationaal concernverband. Bij internationale kwesties komt het internationaal privaatrecht (IPR) om de hoek kijken. Het gaat bij het IPR om twee te onderscheiden aspecten: (1) de internationale bevoegdheid van de rechter (rechtsmacht) en (2) zijn oordeel over het op het internationale rechtsgeschil toepasselijke recht. In deze bijdrage gaat de auteur aan de hand van de VLM II-beschikking en de Chinese Workers-beschikking na hoe de Ondernemingskamer in WOR- en enquêtezaken omgaat met vragen van internationaal-privaatrechtelijke aard. |
Discussie |
De complexiteit van het collectief ontslagrecht herbevestigd door Akavan/Fujitsu Siemens |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | medezeggenschap, collectief ontslag, raadpleging, concernverhouding, Akavan/Fujitsu Siemens |
Auteurs | Dr. mr. drs. J. Heinsius |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage plaats de auteur een aantal kanttekeningen bij het artikel van L.G. Verburg, ‘Het moment van de raadpleging van werknemersvertegenwoordigers op grond van de richtlijn collectief ontslag’ in ArA 2010/1. In het bijzonder gaat de auteur in op het ‘ontslagbegrip’ uit de richtlijn en het moment van raadpleging. Volgens de auteur is de WMCO op beide onderwerpen in strijd met de richtlijn en is een wetswijziging noodzakelijk. |
Jurisprudentie |
Het moment van de raadpleging van werknemersvertegenwoordigers op grond van de richtlijn collectief ontslagHof van Justitie EG 10 september 2009, C-44/08, JAR 2009/252 en RAR 2009/157 (Akavan Erityisaloyen Keskusliitto AEK ry e.a./Fujitsu Siemens Computers Oy) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | tijdige raadpleging van werknemersvertegenwoordigers bij collectief ontslag, toerekening van besluitvorming, Wet melding collectief ontslag, welke ontslagen tellen mee voor de ondergrens van twintig ontslaggevallen |
Auteurs | Prof. mr. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Akavan-arrest geeft het Hof van Justitie EG een richtsnoer voor het bepalen van het moment van de raadpleging van werknemersvertegenwoordigers op grond van de Richtlijn Collectief Ontslag (98/59/EG). Deze richtlijn spreekt over het overwegen tot collectief ontslag over te gaan en over tijdige raadpleging. Dat zijn zeker binnen concernverband begrippen die door jurisprudentie nader moeten worden ingekleurd. Het Europese Hof vindt in dit arrest een werkbare oplossing. Het Hof maakt onderscheid tussen de fase waarin nog geen besluit is genomen (dan is raadpleging te vroeg), het moment waarop een strategisch of commercieel besluit is genomen dat de werkgever ertoe dwingt een collectief ontslag te overwegen (het moment waarop de raadpleging moet starten) en het moment waarop een besluit is genomen dat tot een collectief ontslag noodzaakt (dan is raadpleging te laat). De annotatie gaat op een en ander nader in. |
Jurisprudentie |
Overgang van onderneming: wat niet weet, deert tochHR 26 juni 2009, JAR 2009/183 (Frits Bos/Pax Integrated Logistics B.V.) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | overgang van onderneming, informatieverplichting, goed werkgeverschap |
Auteurs | Dr. R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De informatieverplichting bij overgang van onderneming heeft in de nationale rechtspraak nooit een grote rol gespeeld. Dat lijkt te zijn veranderd door hetgeen de Hoge Raad in het arrest Bos/Pax heeft overwogen: onvoldoende informatievoorziening kan ertoe leiden dat de werknemer geen afgewogen keuze heeft kunnen maken wel of niet mee over te gaan, hetgeen tot gevolg kan hebben dat een niet-overgegane werknemer jaren later alsnog een andere werkgever blijkt te hebben. Deze uitspraak heeft daarom belangrijke gevolgen voor de praktijk. |
Jurisprudentie |
De Europese ondernemingsraad: driemaal in de rechtszaal gesignaleerd!Tribunal de Grande Instance de Paris 21 november 2006 en Cour d'Appel de Paris 21 november 2006; Arbeidsrechtbank Brussel 6 december 2006 en 23 januari 2007; Tribunal de... |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 02 2007 |
Trefwoorden | Europese ondernemingsraad, artikel 13-overeenkomsten, fusie, overdracht klantendienst, herstructurering |
Auteurs | L.G. Verburg |
Jurisprudentie |
Horizontale informatieplicht moederonderneming bij oprichting van de EOR. Probeer eerst eens bij de dochterhaar hemd is soms nader dan moeders rok! HvJ EG 15 juli 2004, C-349/01, JAR 2004/191 (Betriebsrat der Firma ADS Anker GmbH/ADS Anker.. |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 03 2004 |
Trefwoorden | richtlijn Europese Ondernemingsraden, concernverhoudingen, oprichting Europese ondernemingsraad, recht op informatie |
Auteurs | F. Dorssemont |