In november 2018 wees het Hof van Justitie van de Europese Unie twee belangrijke arresten: Bauer en Max-Planck. Het Hof van Justitie kent hierin horizontale directe werking toe aan het recht op vakantie dat in artikel 31 lid 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is opgenomen. Eveneens introduceert Max-Planck een inspanningsplicht voor de werkgever om ervoor te zorgen dat de werknemer vakantie opneemt voordat het recht op vakantie kan vervallen. In deze bijdrage worden de arresten kritisch besproken. |
Zoekresultaat: 47 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Arbeidsrechtelijke Annotaties x
Annotatie |
Op reis met de vakantiewetgeving: het Handvest biedt nieuw uitzicht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Vakantie, Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Horizontale directe werking, Inspanningsplicht, Richtlijn 2003/88 |
Auteurs | Mr. drs. J.R. Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Het concern en het ontslagrecht: de Hoge Raad eist maatwerkHR 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:64 (Shell) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Werkgeverschap, Concern, Expat, Ontslag, Herplaatsing |
Auteurs | Mr. M.A.N. van Schadewijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 18 januari 2019 liet de Hoge Raad zich uit over de verhouding tussen het Nederlandse grondenstelsel en concernbrede herplaatsingsvereiste enerzijds en het afvloeiingsbeleid van het internationale Shell-concern anderzijds. In deze bijdrage analyseert de auteur de betekenis van de beschikking voor de plaats van het (internationale) concern in het Nederlandse ontslagrecht. Hij concludeert dat de beschikking van de Hoge Raad goed past binnen het systeem van de Ontslagregeling, waarin de wetgever op casuïstische wijze recht probeert te doen aan het concernlidmaatschap van de werkgever. Met die gefragmenteerde benadering is ook het probleem gegeven: zij stoelt niet op een duidelijke visie op het concern en leidt tot rechtsonzekerheid. In dat licht schetst de auteur enige gezichtspunten ten aanzien van de reikwijdte van het concernbrede herplaatsingsvereiste. |
Artikel |
Economische ongelijkheid: een verkenning vanuit de grondslagen van het arbeidsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Economische ongelijkheid, Ongelijkheidscompensatie, Collectieve arbeidsvoorwaardenvorming, Gelijke behandeling, Flexibele arbeid |
Auteurs | Mr. dr. N. Zekić |
SamenvattingAuteursinformatie |
De groei van de inkomens- en welvaartsongelijkheid – samen ook wel als economische ongelijkheid aangeduid – wordt gezien als een van de grootste hedendaagse maatschappelijke problemen. Redistributie (herverdeling) van middelen, macht en risico’s kan de groei van economische ongelijkheid tegengaan. Dit artikel verkent de relatie tussen het Nederlandse arbeidsrecht en redistributie. Dit gebeurt door aan te haken bij de (internationale) discussie over de grondslagen van het arbeidsrecht. Op drie onderdelen van het arbeidsrecht wordt in dit kader dieper ingegaan: (1) collectieve arbeidsvoorwaardenvorming, (2) gelijke behandeling en (3) de regulering van atypische of flexibele arbeid. De auteur betoogt dat redistributie als een van de doelen van het arbeidsrecht gezien kan worden. Redistributie is sterk verbonden met ongelijkheidscompensatie, toch kan het onder omstandigheden nuttig zijn om de focus specifieker op redistributie te leggen. |
Annotatie |
Arbeidstijdregulering en oproeparbeidHvJ EU 21 februari 2018, C-518/15 (Stad Nijvel/Rudy Matzak) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. mr. W.L. Roozendaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Matzak-arrest breidt het Hof van Justitie EU het begrip arbeidstijd - onder voorwaarden - uit tot thuis doorgebrachte wachttijd. Het arbeidstijdenrecht biedt tot dusver slechts beperkte bescherming tegen oproeparbeid, terwijl de daaraan verbonden onzekerheid de gezondheid en het welzijn van steeds grotere groepen werknemers bedreigt. In deze bijdrage wordt onderzocht voor welke oproepcontracten het aanmerken van wachttijd als arbeidstijd soelaas biedt, waarbij tevens wordt ingegaan op het verband met de WML en de oproeptermijn in de Wet Arbeidsmarkt in Balans. |
Artikel |
Het grondrecht op collectief onderhandelen van zelfstandigen versus het Europese mededingingsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Mededingingsrecht, Zelfstandige, Cao-exceptie, Vrijheid van vakvereniging, Recht op collectief onderhandelen |
Auteurs | Mr. R.F. Hoekstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat centraal dat de beperking van de door het Hof van Justitie geformuleerde ‘cao-exceptie’ op het Europese mededingingsrecht tot ‘werknemers’ en ‘schijnzelfstandigen’ zich moeilijk tot een grondrechtenbenadering lijkt te verhouden. Zelfstandigen met een zwakke arbeidsmarktpositie hebben namelijk evenzeer behoefte aan collectieve middelen om hun arbeidsvoorwaarden te verbeteren en vallen ook onder grondrechtenverdragen. Door een uitgebreide beschouwing van de relevante rechtsinstrumenten van de VN, de IAO en de Raad van Europa en de uitleg die de toezichtorganen hieraan geven blijkt dat het grondrecht op vrijheid van (vak)vereniging, collectief onderhandelen en collectieve actie evenzeer aan deze groep lijkt toe te komen, en een te rigoureuze inperking vanwege het mededingingsrecht niet gerechtvaardigd wordt geacht. De conclusie bevat enkele gedachten over hoe het Europese mededingingsrecht met een grondrechtenbenadering overeenstemming te brengen. Daarbij passeren zowel de recente ontwikkelingen rondom het zelfstandigenvraagstuk in Nederland als initiatieven op Europees niveau de revue. |
Discussie |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Werk 4.0, Arbeidsrecht, Loopbaanrecht, Activering, Sociaal overleg |
Auteurs | Prof. dr. M. De Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wereld van werk is in diepe verandering door megatrends in de demografie en sociologie van de beroepsbevolking, in de economische globalisering en in technologische innovatie. ‘Werk 4.0’ fascineert en beroert de geesten. Maar wat betekent de toekomst van werk voor de toekomst van arbeidsrecht? Deze bijdrage herijkt het arbeidsrecht op de schaal van Werk 4.0. Ze argumenteert paradigmaveranderingen die de focus van het arbeidsrecht verschuiven naar activeringsrecht, loopbaanrecht, arbeidskwaliteitsrecht, talentrecht en activiteitsrecht. Ze schetst een verbreding van het arbeidsrecht in een context van transversale talentontwikkeling, alsook een verpersoonlijking van sociale bescherming. Deze bijdrage pleit ook voor nieuw sociaal overleg dat inspeelt op de nieuwe noden die de arbeidsveranderingen teweegbrengen. Ze trekt assen die toelaten om de toekomst van arbeid en arbeidsrecht als een positieve keuze te omarmen. |
Annotatie |
Administratief Tribunaal van de Internationale Arbeidsorganisatie dringt zorgplicht op aan Internationaal Strafhof: werkneemsters van het Strafhof mogen flexibel werken om borstvoeding te kunnen gevenILOAT 28 juni 2017, nr. 3861 (A.L.G./International Criminal Court) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Flexibele arbeidsomstandigheden, Borstvoeding, Internationaal Strafhof, Administratief Tribunaal van de Internationale Arbeidsorganisatie, Zorgplicht |
Auteurs | Prof. dr. P. Foubert en Drs. F. De Cock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Administratief Tribunaal van de Internationale Arbeidsorganisatie buigt zich over geschillen met werknemers van internationale organisaties. Dit Tribunaal komt twee tot drie keer per jaar samen in Genève om deze geschillen te beslechten. Immers, internationale organisaties genieten verregaande immuniteiten en beschikken over een eigen juridisch kader om de arbeidsrelatie met hun werknemers te regelen. Deze werknemers kunnen niet terecht bij een nationale rechter. |
Discussie |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Impact van de ILO op het Nederlandse arbeidsrecht |
Auteurs | Prof. mr. Paul F. van der Heijden |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ILO bestaat in 2019 honderd jaar. Nederland is vanaf het begin lid geweest van deze tripartite internationale organisatie, die na 1945 onder de paraplu van de Verenigde Naties is komen te vallen. |
Artikel |
Tien jaar Pensioenwet |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Pensioenovereenkomst, uitvoeringsovereenkomst, pensioenuitvoerder, Wijziging (van pensioenovereenkomst), Pensioenwet |
Auteurs | prof. Erik Lutjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Pensioenwet is in 2007 in werking getreden. Deze wet geeft regels betreffende het – aanvullend – pensioen in de werkgever-werknemersverhouding. De Pensioenwet beoogt aan werknemers financiële en uitvoeringszekerheid te geven, opdat hun pensioenverwachtingen ook uitkomen. Kort na inwerkingtredingen ontstonden hierin al teleurstellingen van werknemers: de financiële en kredietcrisis sloeg een bres in het vermogen van pensioenfondsen en voor veel rechthebbenden waren kortingen nodig. Dit leidde tot een nu al jaren durend debat over de inrichting van het pensioenstelsel in de toekomst. Tegen die achtergrond geeft dit artikel een overzicht van de juridische aandachtspunten van tien jaar Pensioenwet. |
Artikel |
De betekenis van mr. T. Koopmans voor het arbeidsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Arbeidsrecht, Stakingsrecht, Hof van Justitie, Advocaat-generaal, Hoge Raad |
Auteurs | Prof. mr. Guus Heerma van Voss |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Tegen de wetHvJ EU 19 april 2016, C-441/14, ECLI:EU:C:2016:278, JAR 2016/132 (Ajos/Rasmussen) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Contra legem, Algemene beginselen |
Auteurs | Mr. Peter Vas Nunes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In april van dit jaar wees het Hof van Justitie van de Europese Unie arrest in de zaak Rasmussen. Hoewel het arrest is gewezen door de Grote Kamer, brengt het weinig dat echt nieuw is. Het arrest biedt wel een goede gelegenheid om in te gaan op een aantal leerstukken die van belang zijn voor beoefenaars van het arbeidsrecht, zoals die met betrekking tot de richtlijnconforme uitleg van nationaal recht en het buiten toepassing laten van dat recht op grond van algemene beginselen van Unierecht. |
Jurisprudentie |
Perikelen rondom de invoering van het (verzwakte) structuurregimeOndernemingskamer 1 juli 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2766, JAR 2016/210 (OR/Thomas Cook Nederland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Structuurregime, adviesrecht ondernemingsraad, samenstelling RvC |
Auteurs | Mr. dr. Joost Van Mierlo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vlak voordat Thomas Cook Nederland verplicht is het structuurregime in te voeren, besluit zij dat uitsluitend concernfunctionarissen voor benoeming tot commissaris in aanmerking komen. Hiermee komt niet alleen een onafhankelijke opstelling van de raad van commissarissen in het gedrang, ook vormt dat een ernstige aantasting van het wettelijk aanbevelingsrecht van de ondernemingsraad. Voor de Ondernemingskamer is dit voldoende om te spreken van een voorgenomen besluit tot een belangrijke wijziging van de verdeling van de bevoegdheden (artikel 25 lid 1 en onder e WOR). |
Artikel |
Navigeren door het labyrint van grensoverschrijdende detacheringDe fundamentele verkeersvrijheden, de Detacheringsrichtlijn en het internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Rome I-Verordening, Vrijheid van diensten, Grensoverschrijdende detachering, Regime-shopping, Detacheringsrichtlijn |
Auteurs | Mr. dr. Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag hoeveel werknemersbescherming lidstaten aan uit het buitenland gedetacheerde werknemers kunnen toekennen, heeft de gemoederen lange tijd bezig gehouden. De zaak Laval bracht duidelijkheid, maar heeft ook tot nieuwe uitdagingen geleid. Verschillende constructies zijn ingezet om de loonkosten zo laag mogelijk te houden. Denk aan het vermijden van permanente detachering, maar ook aan het oprichten van buitenlandse bv’s die werknemers naar Nederlandse concernonderdelen detacheren. De constructies zijn lucratief omdat de juridische status bepaalt waarop de buitenlandse werknemer recht heeft. De ene keer bestaat recht op de hardekern-arbeidsvoorwaarden en de andere keer op alle (dwingende) arbeidsrechtelijke bepalingen uit het werkland. Bovendien kennen de verschillende typen detachering uit de Detacheringsrichtlijn – contracting, intra-concernuitlening en uitzending – ook elk hun eigen arbeidsrechtelijke regime. In dit artikel staat centraal wanneer nu welk arbeidsrechtelijk regime geldt en waarom. De auteur beantwoordt deze vraag aan de hand van de fundamentele verkeersvrijheden, het internationaal privaatrecht en het Nederlandse nationale arbeidsrecht. Ook is er aandacht voor het voorstel tot aanpassing van de Detacheringsrichtlijn van maart dit jaar. |
Jurisprudentie |
Het Nederlandse collectieve actierecht (echt) op Europese leest geschoeidHR 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1687, NJ 2015/438 (Abvakabo/Stichting Amsta) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Stakingsrecht, Collectieve actie, Enerco, Amsta, Gezichtspunten |
Auteurs | Mr. R. Hansma |
Auteursinformatie |
Artikel |
Opvolgend werkgeverschap en anciënniteit |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Opvolgend werkgeverschap, Anciënniteit, Ratio, Draaideurconstructie |
Auteurs | Mr. S. Palm |
Auteursinformatie |
Artikel |
Contouren van een nieuwe wettelijke regeling van het concurrentiebeding |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Rechtsvergelijking, Relatiebeding, Concurrentiebeding, Temporeel bereik, Bijzondere bedingen |
Auteurs | Prof. A.R. Houweling |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Het bepaalde onbepaaldetijdscontract en de vaststellingsovereenkomst in strijd met dwingend rechtHR 9 januari 2015, NJ 2015/156 m.nt. G.J.J. Heerma van Voss, JAR 2015/36 m.nt. A. van Zanten-Baris |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Beëindigingsovereenkomst, Bepaaldetijdscontracten, Vaststellingsovereenkomst, Dwingend recht, Ketenregeling |
Auteurs | Prof. A.R. Houweling |
Auteursinformatie |
Hoofdartikel |
De binding van werkgevers aan collectieve arbeidsovereenkomstenEnkele beschouwingen over juridische factoren die binding bevorderen of verzwakken |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | cao, alternatieve binding, vakbonden, rechtsvergelijking, representativiteit |
Auteurs | Prof. F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
De dekkingsgraad (vertaling van coverage) van cao's wordt gedefinieerd als de verhouding van het aantal werknemers dat gebonden is aan een cao tot het geheel van de werkende bevolking. In deze bijdrage beperk ik me tot een analyse van de juridische factoren die de binding van werkgevers bevorderen dan wel bemoeilijken. De volgende nationale rechtsordes worden in het onderzoek op systematische wijze betrokken: België, Nederland, Italië, Frankrijk en Duitsland. De problematiek van de binding aan (Europese) cao's wordt eveneens onderzocht binnen de rechtsorde van de Europese Unie. |
Hoofdartikel |
Schikken in het nieuwe ontslagrecht: bedenk eer ge begint |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Opzegging met instemming, beëindigingsovereenkomst, bedenktermijn, antistapelingsbepaling, pro forma ontbinding |
Auteurs | Prof. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De in de Wwz neergelegde regeling van de bedenktermijn heeft grote invloed op het schikken van ontslagzaken. De Wwz maakt een niet uitlegbaar onderscheid tussen de beëindigingsovereenkomst en de opzegging met instemming. Het verschil ziet op de betaling van een transitievergoeding. Dit verschil kan makkelijk tot ongelukken aanleiding geven. Mogelijk zien we bovendien de terugkeer van de pro-forma-ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Niet meer voor WW-doeleinden, maar met het oog op het bekorten van de periode van de bedenktermijn. Deze bijdrage behandelt de in dat kader te bewandelen weg en noemt ook een alternatief voor de formele ontbinding. Dit alternatief maakt gebruik van de antistapelingsbepaling in de regeling van de bedenktermijn en voorziet in een soort ‘tweetrapsraket’. Voor een succesvolle aanpak zal tussen beide trappen wel denkruimte voor de werknemer moeten zitten. Het bij ontslagzaken aansturen op een vertrekregeling wordt eens te meer een zaak voor juristen. |
Artikel |
Hoe uniform is uniform? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | bijzondere arbeidsverhoudingen, rol wetgever, rol jurist, afwijkingen en aanvullingen, proefschriftthema’s |
Auteurs | R.A.A. Duk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse arbeidsrecht kent naast de regeling in Boek 7 Titel 10 van het Burgerlijk Wetboek tal van bepalingen voor zogenaamde bijzondere arbeidsverhoudingen. Aandacht wordt besteed aan de verschillende bijzondere bepalingen en de mate waarin en de wijze waarop daarmee van het commune recht wordt afgeweken. Bezien wordt wat in dat verband de relatieve rol van de wetgever en van de (praktijk)jurist, ook de rechter, is. |