In deze bijdrage staat de vraag centraal of de AFM, als deze tot beboeting overgaat, de door haar voorgestane invulling van het financiële voorschrift vooraf voldoende kenbaar maakt aan de markt. Deze verplichting vloeit voort uit het bepaalbaarheidsgebod dat via de band van art. 7 EVRM van toepassing is op bestuurlijke boetes. De auteur onderzoekt aan de hand van diverse boetebesluiten die de AFM in 2010-2011 wegens overkreditering aan kredietverstrekkers als Rabobank, ING, DSB en ELQ Hypotheken N.V. heeft opgelegd of de AFM de door haar voorgestane invulling van bepaling ter zake van overkreditering vooraf voldoende helder kenbaar heeft gemaakt aan de markt. Na het wettelijk kader van het overkrediteringsvoorschrift te hebben geschetst, gaat de auteur in op de algemene gedachte achter de open norm. Voorts worden de diverse boetebesluiten van de AFM die aan de geselecteerde kredietverstrekkers zijn opgelegd, besproken en beoordeeld. Bij de beoordeling of de AFM zich wel voldoende rekenschap heeft gegeven van het bepaalbaarheidsgebod staat centraal of de boeteoplegging voor ondertoezichtstaanden in voldoende mate te voorzien was, in het licht van eerder door de AFM gegeven interpretaties ten aanzien van het voorschrift. |
Casus |
Enkele AFM-boetebesluiten ter zake van overkreditering langs de lat van het bepaalbaarheidsgebod |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | AFM, bepaalbaarheidsgebod, bestuurlijke boete, boetebesluit, overkreditering |
Auteurs | Mr. C.F.J. van Tuyll |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Winstuitkeringen aan private investeerders in de zorgDe omzetting van een ‘zorgstichting’ in een ‘zorg-bv’ |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | zorginstelling, zorgstichting, winstuitkering, Wet toelating zorginstellingen |
Auteurs | Mr. Q. Keukens en Mr. L.B. Vissers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse gezondheidszorg is van oudsher een sterk van overheidswege gereguleerde sector. Ook heden ten dage is dat nog steeds in grote mate het geval. De afgelopen jaren zien we echter dat steeds meer private investeerders hun intrede doen in de zorg. Met de komst van private investeerders verandert vaak ook de rechtsvorm van de zorginstelling: de aloude stichting wordt omgezet in (onder meer) de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) of coöperatie. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij enkele juridische aspecten die verbonden zijn aan de participatie van private investeerders in de zorgsector en de stappen die dienen te worden gezet bij omzetting van een ‘zorgstichting’ in een ‘zorg-bv’. |