In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre het begrip zorgplicht een rol speelt of zou kunnen spelen in concernverhoudingen, binnen groepen van vennootschappen. Daarbij wordt er in het bijzonder ingegaan op de moedermaatschappij of concernholding. In dit kader komen onder meer de volgende vragen aan bod: welk belang wordt er met zorgplicht gediend? Op welke wijze dient de moedermaatschappij de zorgplichten te vervullen? Wat zijn de gevolgen van schending van de zorgplicht? En hoe dient het fenomeen zorgplicht tegen de achtergrond van de daarmee beoogde doelen, als deze al expliciet gemaakt kunnen worden, te worden beoordeeld? |
Artikel |
Zorgplichten in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Concern, zorgplichten, moedermaatschappij, concernholding, maatschappelijk verantwoord ondernemen, MVO |
Auteurs | Prof. J.B. Huizink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Herwaardering van certificering als beschermingsconstructie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Administratiekantoor, beschermingsconstructies, certificering, certificering van aandelen, Dutch discount, market for corporate control |
Auteurs | Mr. J. de Koning Gans en Prof. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk wijst uit dat aandeelhoudersactivisme het vennootschappelijk belang kan bedreigen. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de meest adequate vorm van bescherming van een beursvennootschap tegen een vijandige overname is. Allereerst worden de in Nederland meest voorkomende beschermingsconstructies besproken en geëvalueerd. De auteurs constateren vervolgens dat aan elke beschermingsmaatregel voor- en nadelen kleven. Deze voor- en nadelen hebben betrekking op de toereikendheid van de bescherming of de aanvaardbaarheid van de inperking van de zeggenschap van kapitaalverschaffers. Vergeleken met de andere behandelde beschermingsconstructies lijkt certificering echter volgens de auteurs het best aan beide criteria te voldoen. De auteurs sluiten deze bijdrage af met enkele aanbevelingen ten aanzien van het bestuur van het Administratiekantoor (AK) die de certificaten uitgeeft teneinde de onafhankelijkheid van het AK te kunnen waarborgen en certificering in het algemeen als meest aanvaardbare beschermingsconstructie te kunnen aanmerken. |
Artikel |
Fiscale behandeling van de kosten van een beursintroductie of -emissie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | kosten beursintroductie, -notering en emissie, aftrek vennootschapsbelasting, omzetbelasting, optie- en aandelenplannen |
Auteurs | Dr. F.P.J. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over de kosten die samenhangen met een beursgang en de aftrek hiervan voor de vennootschapsbelasting. Allereerst wordt het algemene kader omtrent de aftrek van kosten voor de vennootschapsbelasting geschetst. Daarna worden vier uitspraken inzake de kosten van een beursgang besproken, waarna wordt ingaan op de omzetbelasting en optie- en aandelenplannen voor personeel. In dit kader wordt tevens ingegaan op de eventuele onduidelijkheden waarover in de toekomst strijd met de Belastingdienst verwacht mag worden. Het artikel sluit af met een samenvatting. |
Artikel |
Een beloningscode voor de financiële sector |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | beloningsbeleid financiële sector, corporate governance,, Code Banken, financiële onderneming |
Auteurs | Mr. C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage heeft betrekking op het beloningsbeleid in de financiële sector. Allereerst wordt ingegaan op toegenomen aandacht voor de beloningen in de financiële sector en op de opbouw en reikwijdte van de verschillende initiatieven. Vervolgens worden de verschillende initiatieven op het gebied van het beloningsbeleid in de financiële sector met elkaar vergeleken. Die vergelijking mondt uit in een (model) beloningscode die weergeeft wat goede corporate governance op het gebied van het beloningsbeleid zou kunnen zijn. Deze (model) beloningscode zouden financiële instellingen of financiële ondernemingen kunnen gebruiken als leidraad bij het vaststellen en uitvoeren van hun beloningsbeleid. Deze bijdrage wordt afgesloten met enkele afsluitende opmerkingen. |
Artikel |
De nieuwe tegenstrijdigbelangregeling en de praktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, wetsvoorstel bestuur en toezicht, artikel 2:146/256 BW, persoonlijk belang bestuurders en commissarissen |
Auteurs | Prof. mr. A.F.M. Dorresteijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel 31 763 (bestuur en toezicht) bevat een nieuwe regeling van het tegenstrijdig belang welke er in de kern op neerkomt dat bestuurders en commissarissen niet mogen deelnemen aan besluitvorming indien zij daarbij een persoonlijk tegenstrijdig belang hebben. In deze bijdrage wordt de nieuwe regeling onder de loep genomen, mede met het oog op vragen die zich in de praktijk kunnen gaan voordoen. Allereerst wordt de nieuwe regeling in kort bestek geschetst, gevolgd door enkele kanttekeningen. Voor een goed begrip van de regeling worden ook enkele met het tegenstrijdig belang verwante aangelegenheden gesignaleerd die buiten de nieuwe regeling vallen. Daarna worden enkele specifieke opmerkingen gemaakt met het oog op de praktijk. Deze bijdrage wordt afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste bevinden en een conclusie. |
Artikel |
De zorgplicht van de bestuurder van een rechtspersoon |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | zorgplicht, bestuurder, behoorlijke taakvervulling, governance-code |
Auteurs | Prof. mr. A.F. Verdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de verhouding tussen een rechtspersoon en haar bestuurder kan men spreken van een zorgplicht van de bestuurder. Die zorgplicht vloeit ook voort uit de wettelijke plicht van de bestuurder tot behoorlijke taakvervulling. De norm van behoorlijke taakvervulling is van toepassing op een scala van rechtspersonen in een breed spectrum van omstandigheden. Daarmee kan de norm niet anders zijn dan een algemene bepaling met een open karakter. In deze bijdrage wordt aan deze open norm nader invulling gegeven aan de hand van codes en guidelines, als relatief nieuwe normeringsinstrumenten, waaronder de corporate governance code voor beursvennootschappen. Ingegaan wordt o.a. op de follow-up van de code voor beursvennootschappen, de status daarvan in het gemene recht, en de doorwerking ervan op de voor de bestuurder geldende verplichtingen. |
Redactioneel |
In dit nummer |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Samenvatting |
In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
Artikel |
Aansprakelijkheid op grond van de 403-verklaringEen bespreking van enkele aspecten van de 403-verklaring aan de hand van de Jones Lang LaSalle-uitspraak |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | 403-verklaring, concernverband, concernrecht, Jones Lang LaSalle-zaak, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. B. Niels |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het huidige economische klimaat zal de belangstelling van zowel crediteuren als hoofdelijke debiteuren voor de aansprakelijkheid op grond van een 403-verklaring ongetwijfeld toenemen. Uit de praktijk en uit de rechtspraak blijkt echter dat nog de nodige onduidelijkheid bestaat over de uitleg van artikel 2:403 BW en de reikwijdte van de gedeponeerde 403-verklaring, waardoor enerzijds de moeder aansprakelijk kan zijn zonder dat het noodzakelijk is en anderzijds de dochter in strijd met de wettelijke regelgeving geen jaarrekening kan hebben gepubliceerd. Ook wordt regelmatig door de moeder vergeten de verklaring ten behoeve van een inmiddels verkochte dochter in te trekken en de aansprakelijkheid te beëindigen. In dit artikel wordt aan de hand van de recente Jones Lang LaSalle-zaak de problematiek met betrekking tot de 403-verklaring besproken. |