Het regeerakkoord van het huidige kabinet bevat het voornemen om ten aanzien van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen een wettelijke ‘bedenktijd’ in te voeren. Een beursgenoteerde vennootschap die op de algemene vergadering wordt geconfronteerd met voorstellen voor een fundamentele strategiewijziging zou een bedenktijd van maximaal 250 dagen moeten kunnen inroepen. Deze bijdrage formuleert een antwoord op de volgende twee vragen ten aanzien van de voorgenomen bedenktijd: |
Wetenschap en praktijk |
Wettelijke bedenktijd en beschermingsconstructies, de wereld op zijn kop! |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | wettelijke bedenktijd, beschermingsmaatregelen, responstijd, beursvennootschap, Aandeelhoudersrichtlijn |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. R.P. Schrooten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
De plannen van het kabinet-Rutte III met de (ondernemings)belastingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | belastingplannen Rutte III, renteaftrek vennootschapsbelasting, dividendbelasting, innovatiebox, aanmerkelijk-belangheffing |
Auteurs | Prof. dr. J.N. Bouwman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De formatie van het kabinet-Rutte III heeft geleid tot een groot aantal fiscale plannen. Deze hebben ook gevolgen voor ondernemers. Zo krijgen ondernemingen te maken met wijzigingen in de vennootschapsbelasting, de dividendbelasting, de inkomstenbelasting en een aantal andere belastingen. In het regeerakkoord is gezocht naar een balans tussen het tegengaan van belastingontwijking door grote ondernemingen, het in stand houden van een goed vestigingsklimaat, lastenverlichting voor iedereen en vergroening. Een en ander wordt in dit artikel besproken. |
Casus |
Na AkzoNobel: meer bescherming vereist voor beursvennootschappen? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | activistische aandeelhouder, overnamedreiging, beschermingsconstructies, enquêterecht, bescherming tegen overnames |
Auteurs | Dr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de uitspraak van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam van 29 mei 2017 inzake Elliott International L.P. c.s./AkzoNobel NV bespreekt de auteur in dit artikel de stand van zaken met betrekking tot de reikwijdte van de bevoegdheden en taken van de organen van een beursvennootschap in het kader van het perspectief van een mogelijke overname en soortgelijke situaties. Daarbij wordt ook ingegaan op de recente discussie of Nederlandse beursvennootschappen meer bescherming behoeven. |