Op 1 juli 2015 is art. 2:333k BW gewijzigd. Sinds deze wijziging lijkt krachtens de letterlijke bewoording van art. 2:333k lid 3 onder c BW bij elke grensoverschrijdende inbound fusie het regime van dit artikel te moeten worden toegepast. Ook wanneer bij geen van de fuserende vennootschappen voorafgaand aan de fusie vennootschappelijke medezeggenschap bestaat. In dit artikel zet de auteur op basis van bronnenonderzoek uiteen waarom zij het regime in de hiervoor beschreven situatie niet toepasselijk acht. |
Casus |
Vennootschappelijke medezeggenschapsrechten in een grensoverschrijdende inbound fusieHet toepassingsbereik van art. 2:333k lid 3 onder c BW |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | art. 2:333k BW, art. 16 Tiende Richtlijn, grensoverschrijdende fusie, inbound, medezeggenschapsregime |
Auteurs | R.L. Pouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Het fzo-pandrecht op giraal saldo: een alternatief voor de huidige verpandingspraktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | fzo-pandrecht, financiëlezekerheidsovereenkomst, pandrecht, giraal saldo, controlevereiste |
Auteurs | Mr. S. Swinkels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het pandrecht in het kader van een financiëlezekerheidsovereenkomst (fzo-pandrecht) is nog een vrij onbekende rechtsfiguur. Onterecht, want het fzo-pandrecht kan in de praktijk een andere uitwerking hebben dan ‘reguliere’ pandrechten en daarmee voordelen meebrengen voor marktpartijen. In dit artikel wordt onderzocht of fzo-pandrechten gebruikt kunnen worden in de huidige verpandingspraktijk, waar vooralsnog een openbaar pandrecht wordt bedongen op het girale saldo van een bankrekening. Belangrijk aspect van deze praktijk is dat de pandgever in zijn hoedanigheid van rekeninghouder over de rekening wil blijven beschikken. Dit levert problemen op met het zogenaamde ‘controlevereiste’. |
Casus |
Implementatie van de gewijzigde Moeder-dochterrichtlijn in de Nederlandse vennootschaps- en dividendbelastingEuropa gaat belastingontwijking te lijf |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | vennootschapsbelasting, dividendbelasting, multinationals, belastingontwijking, antimisbruikbepalingen |
Auteurs | Prof. dr. J.N. Bouwman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De discussie over belastingontwijking door multinationals en de daaruit voortvloeiende aanpassing van de – fiscale – Europese Moeder-dochterrichtlijn hebben de Nederlandse wetgever ertoe gebracht de vennootschaps- en dividendbelasting aan te scherpen. In beide belastingen zijn nieuwe antimisbruikbepalingen opgenomen die het ontwijken van in het bijzonder dividendbelasting door het gebruik van ‘tussenhoudsters’ moet voorkomen. Daarnaast zijn in de vennootschapsbelasting regels ingevoerd die door een moedervennootschap ontvangen winstuitkeringen van een dochtervennootschap niet langer vrijstellen maar belasten, als deze betalingen bij de dochtervennootschap in mindering op de fiscale winst zijn gekomen (het tegengaan van hybride mismatches). Na een analyse van de nieuwe regels blijkt dat er een aantal kanttekeningen is te plaatsen. Een daarvan luidt dat de uitvoering van de nieuwe antimisbruikbepalingen met de nodige onzekerheid is omgeven. Een andere is dat de wetgever nogal voortvarend is geweest bij de bestrijding van de hybride mismatches. |
Praktijk |
De nieuwe hypotheekmarkt |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | hypothecair krediet, Hypotheekrichtlijn, verantwoorde kredietverstrekking, (bijzondere) zorgplicht, kredietwaardigheidstoets |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest en Mr. Q.A.G. Masius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft veranderingen op de Nederlandse hypotheekmarkt. Allereerst worden juridische implicaties van hypotheekmarktontwikkelingen beschreven. Daarna wordt de invloed van de Hypotheekrichtlijn/EBA-richtsnoeren op bestaand Nederlands recht beschreven ten aanzien van verantwoorde kredietverstrekking, precontractuele informatie en de zorgplicht om overkreditering te voorkomen. De implementatie van de richtlijn heeft als gevolg dat aanbieders veranderingen dienen door te voeren ten aanzien van informatieverstrekking, gegevensbewaring en het hypotheekaanvraagproces. Daarnaast wijst het artikel op hiaten: er bestaat onzekerheid over het lot van bestaande Nederlandse wetgeving/codes; daarnaast ontvangen consumenten nog steeds te veel informatie. |