Onlangs publiceerde de Europese Commissie de resultaten van het mededingingsrechtelijke marktonderzoek gesyndiceerde leningen. Het rapport onderstreept eens te meer dat er mededingingsrisico’s bestaan wanneer banken samenwerken om een gesyndiceerde lening te verstrekken aan een geldlener. Met het rapport heeft de Commissie een gedetailleerde beschrijving van de markt vanuit mededingingsrechtelijk perspectief in handen, waardoor deze mededingingsrisico’s nu duidelijk op haar radar staan. Banken moeten dus oppassen en hebben daarom baat bij een steekhoudende mededingingsrechtelijke paragraaf in het complianceprogramma. Dit artikel gaat in op het rapport en (compliance)maatregelen die banken en geldleners kunnen nemen om mededingingsrisico’s te ondervangen. |
Praktijkberichten |
Het Europese mededingingsrechtelijke marktonderzoek gesyndiceerde leningen: oude wijn in nieuwe zakken? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, kartelverbod, gesyndiceerde leningen, financiering, compliance |
Auteurs | Mr. drs. M.C. Brabers en Mr. R.A. Struijlaart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetenschap |
Twee heren (in één transactie) dienen, mag dat nu wel of (soms) toch niet? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, belangenverstrengeling, Bruil, corporate governance, Wet bestuur en toezicht rechtspersonen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. T. Spronk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet bevat geen duidelijke definitie voor het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Ook de wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten voor een eenduidige interpretatie van dit begrip en zijn toepassing. De minister verwijst wel naar het in 2007 gewezen Bruil-arrest. Hieruit blijkt dat ook in het sinds 2013 geldende recht moet worden uitgegaan van de in dit arrest aangenomen verschuiving van de abstracte leer naar de materiële leer. Dit neemt niet weg dat er twijfels ontstaan over de ex-antetoepassing van de ex post geformuleerde Bruil-norm, de specifieke invulling van het materiële begrip en de verhouding tussen de tegenstrijdig-belangregeling en de Linders/Hofstee-regels. Deze onduidelijkheid wordt versterkt door de verschillende interpretaties van dit begrip in de governancecodes en recente uitspraken van de Ondernemingskamer en de Governancecommissie Gezondheidszorg. Een verheldering van dit begrip door de wetgever in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zou derhalve gewenst zijn. |