Per 1 november 2009 gelden de Algemene Bankvoorwaarden 2009, die de Algemene Bankvoorwaarden 1995 vervangen. De Algemene Bankvoorwaarden 2009 bevatten een modernisering ten opzichte van de voorwaarden uit 1995. Er is rekening gehouden met de bepalingen van titel 7.7B BW. Opmerkelijk is voorts de schrapping van de aansprakelijkheidsbeperking. De belangrijkste onderdelen uit de Algemene Bankvoorwaarden 1995 zijn niet gewijzigd, zodat de onder die voorwaarden gewezen rechtspraak haar gelding blijft behouden. De reikwijdte van de voorwaarden is evenwel beperkt, omdat de specifieke bankproducten hun eigen voorwaarden kennen die boven de algemene bankvoorwaarden prevaleren. |
Zoekresultaat: 5 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Vermogensrechtelijke Analyses x
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Algemene Bankvoorwaarden, informatieplicht, titel 7.7B BW, zekerheidsrechten, beëindiging kredietrelatie |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 03 2006 |
Trefwoorden | Eigenaar, Sloop, Gemeente, Verminking, Verzet, Persoonlijkheidsrecht, Auteur, Reputatie, Aantasting werk, Auteursrecht |
Auteurs | Schrage, E.J.H. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 02 2004 |
Trefwoorden | Betaling, Schuldenaar, Bank, Schuldeiser, Vader, Zoon, Schuld, Verrekening, Rekening-courant, Schuldoverneming |
Auteurs | Scheltema, M.W. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | duurovereenkomsten voor bepaalde tijd, opzegging, onvoorziene omstandigheden, artikel 6:258 BW, artikel 6:248 BW, Mondia/Calanda, Vereniging voor de Effectenhandel/CSM |
Auteurs | D.J. Beenders en P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Duurovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen tussentijds worden beëindigd door onder meer opzegging op grond van artikel 6:248 BW en ontbinding door de rechter op grond van artikel 6:258 BW. Steeds geldt daarbij het criterium van onvoorziene – in de zin van niet-verdisconteerde – omstandigheden, die van dusdanige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. In dit overzichtsartikel wordt allereerst ingegaan op de verhouding tussen de hiervoor genoemde grondslagen voor tussentijdse beëindiging en wordt betoogd dat een partij in beginsel vrij is om een van beide grondslagen te kiezen. Vervolgens wordt het voornoemde criterium van onvoorziene omstandigheden nader onder de loep genomen en worden, mede aan de hand van recente rechtspraak, drie gezichtspunten geformuleerd die relevant lijken bij de invulling van dit criterium: inhoud en aard van de overeenkomst, aard en onderlinge verhouding van partijen en de gewichtigheid van de belangen over en weer. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | betaalrekening, banken, universele dienstverplichting, contractdwang |
Auteurs | Mw. mr I.S.J. Houben |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden verscheidene mogelijkheden voor de burger om te ageren tegen weigeringen om een betaalrekening te openen behandeld. Tevens wordt ingegaan op de beschikbaarheid van betaaldiensten als zodanig en de initiatieven die de Europese Commissie op dat terrein ontplooit. |