Het voorontwerp van de implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht is ter consultatie gepubliceerd. Het voorontwerp strekt tot omzetting van de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht. In deze bijdrage bespreekt de auteur aan de hand van het voorontwerp de voorgestelde wijzigingen in het BW en Rv. |
Artikel |
Het voorontwerp van de implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2015 |
Trefwoorden | privaatrechtelijke handhaving, Europees mededingingsrecht, schadevergoeding, inbreuk op het mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De positie van de aandeelhouder bij een gedwongen omzetting van schuld in aandelenkapitaal buiten insolventie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2015 |
Trefwoorden | herstructurering, dwangakkoord, enquêteprocedure, debt for equity swap |
Auteurs | Mr. G.J.L. Bergervoet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het omzetten van schuld in aandelenkapitaal, of een debt for equity swap, kan een manier zijn om een onderneming succesvol financieel te herstructureren. In deze bijdrage wordt ingegaan op de mogelijkheden voorschuldeisers om buiten insolventie de zittende aandeelhouder te dwingen medewerking te verlenen aan een omzetting van schuld in aandelenkapitaal. |
Artikel |
Stuiting: over de stuitingsbrief van art. 3:317 lid 1 BW en feitenrechters die vaak te streng zijn |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2015 |
Trefwoorden | stuiting, verjaring, art. 3:317 BW |
Auteurs | Mr. E.M. van Orsouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe zou het toch komen dat feitenrechters al zo vaak zijn teruggeroepen door de Hoge Raad omdat ze te streng zijn geweest bij de beoordeling of een schriftelijke mededeling van de schuldeiser kan worden aangemerkt als een stuitingsbrief in de zin van art. 3:317 BW? Die vraag staat in deze bijdrage centraal. |
Artikel |
Kunnen twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing zijn?Over het verschil tussen een alternatieve dubbele verwijzing (Visser/Avéro-regel) en een cumulatieve dubbele verwijzing (Haviltex-regel) naar aanleiding van ForFarmers/Doens |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2015 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, toepasselijkheid, alternatieve (dubbele) verwijzing, cumulatieve (dubbele) verwijzing, toepasselijkheid meerdere sets algemene voorwaarden |
Auteurs | Mr. S.M. Lankhaar en Mr. dr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Visser/Avéro oordeelde de Hoge Raad dat in een geval waarin twee sets algemene voorwaarden alternatief van toepassing zijn verklaard (‘óf-óf’), geen van deze sets deel uitmaakt van de overeenkomst indien niet is aangegeven welke van de sets in het gegeven geval van toepassing zal zijn. In ForFarmers/Doens heeft de Hoge Raad de vraag beantwoord of de Visser/Avéro-regel ook van toepassing is bij een cumulatieve dubbele verwijzing (‘én-én’). |
Artikel |
Consequenties van beslag bij complexgewijze overdracht van vastgoed |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2015 |
Trefwoorden | beslag, vastgoedtransactie, zorgplicht notaris, notary letter |
Auteurs | Mr. M.M.G.B. van Drunen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij vastgoedtransacties wordt regelmatig een groot aantal registergoederen overgedragen. Wat zijn de consequenties van een beslag op een deel van de registergoederen? De auteur betoogt dat de zorgplicht van de notaris vereist dat deze aandacht besteedt aan de mogelijkheid dat op een deel van de registergoederen beslag wordt gelegd. |
Artikel |
De rechterlijke lijdelijkheid in rook opgegaan? De ambtshalve toepassing van de consumentenkoopregels nader toegelicht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | consumentenkoop, ambtshalve toetsing, gemengde overeenkomsten, klachtplicht, bewijsvermoeden |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery en Mr. dr. drs. C.M.D.S. Pavillon |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent heeft het HvJ vragen over consumentenkoop beantwoord. Deze bijdrage bespreekt de rol van de rechter bij de kwalificatie van de overeenkomst en de vraag wie als consument wordt aangemerkt. Daarnaast wordt ingegaan op de stelplicht en bewijslast bij de klachtplicht en het bewijsvermoeden van art. 7:18 lid 2 BW. |
Artikel |
De invloed van Europees recht op alternatieve wijzen van geschillenbeslechting (ADR) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2015 |
Trefwoorden | Europees consumentenrecht, ADR, ambtshalve toepassing, toetsing |
Auteurs | Mr. drs. I. Brand |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de doorwerking van Europees consumentenrecht in ADR-procedures aan de hand van het arrest Heesakkers/Voets (NJ 2014/274). Vastgesteld wordt dat de rechterlijke controle op de handhaving van het Europees consumentenrecht in ADR-procedures is uitgebreid. Ook buitengerechtelijke geschillenbeslechters dienen (ambtshalve) toepassing te geven aan Europese consumentbeschermende bepalingen. |
Artikel |
DSM/Fox en uitleg van notariële akten – (nog) geen ‘vloeiende overgang’ van overeenkomst naar notariële akte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | uitleg, Haviltex, DSM/Fox, overeenkomst, notariële akte |
Auteurs | Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de uitleg van notariële akten. Ingegaan wordt op het toepasselijke uitlegcriterium voor onder meer registergoederenakten, grossen, huwelijkse voorwaarden, uiterste wilsbeschikking, statuten en schenkingen, mede in het uitlegkader van het arrest DSM/Fox. |
Artikel |
De reikwijdte van art. 39 FwEen analyse van HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:42, NJ 2015/43 (Doka/Kalmijn q.q.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | art. 39 Fw, faillissement huurder, huur van roerende zaken, huur van vermogensrechten, leegstandschade |
Auteurs | Mr. H.V. Schulte en Mr. D.J.M. Kulk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Doka/Kalmijn q.q. heeft de Hoge Raad de vraag of art. 39 lid 1 Fw ook van toepassing is op de huur van roerende zaken bevestigend beantwoord. In hun bijdrage onderzoeken de auteurs de praktische consequenties van het arrest voor de verhuur van roerende zaken in geval van faillissement van de huurder. |
Artikel |
De nieuwe arbitragewet en de beoordeling van exhibitieverzoeken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | arbitrage, exhibitieverzoeken, IBA Rules, art. 1040 lid 2 Rv, art. 162a Rv |
Auteurs | Mr. T. Stouten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het nieuwe art. 1040 lid 2 Rv voorziet in een regeling voor exhibitieverzoeken in arbitrage. De uitleg van dit nieuwe artikel wordt mede beïnvloed door het toekomstige art. 162a Rv (de opvolger van art. 843a Rv). Tussen beide artikelen bestaan verschillen. In tegenstelling tot art. 162a Rv stelt art. 1040 lid 2 Rv niet het rechtmatig-belangvereiste, terwijl dit onnodig gebruik van het exhibitieverzoek kan voorkomen. In internationale arbitrageprocedures zullen partijen moeten bekijken of het liberalere art. 1040 lid 2 Rv niet voordeliger kan uitpakken dan de IBA Rules. |
Artikel |
De onwenselijkheid van de toepassing van de klachtplicht uit art. 6:89 BW op vorderingen ex art. 2:9 BW: een dogmatisch en praktisch perspectief |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Klachtplicht, bestuurdersaansprakelijkheidsvordering, art. 6:89 BW, art. 2:9 BW, art. 2:8 BW |
Auteurs | Mr. A.J. Rijsterborgh en Mr. Z.D. Veldhoen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs betogen dat de klachtplicht van art. 6:89 BW niet dient te worden toegepast op vorderingen ex art. 2:9 BW. Zij menen dat dogmatische én praktische bezwaren hieraan in de weg staan. De rechter dient zich bij interne bestuurdersaansprakelijkheidsvorderingen te beperken tot de toepassing van art. 2:8 BW. |
Artikel |
Lang verwacht, stil gezwegen, nooit gedacht, toch gekregen: de definitieve richtlijn betreffende schadevorderingen wegens mededingingsinbreuken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | kartelschade, inbreuk op mededingingsrecht, aansprakelijkheid, richtlijn betreffende schadevorderingen, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. dr. E.-J. Zippro en Mr. dr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 november 2014 is de Europese richtlijn betreffende schadevorderingen wegens mededingingsinbreuken aangenomen. In deze bijdrage geven de auteurs een overzicht van de richtlijn en wordt de richtlijn vergeleken met het huidige Nederlandse recht, waarbij de auteurs aangeven of het Nederlandse recht naar hun mening dient te worden aangepast om de richtlijn te implementeren. |
Artikel |
Tenietgaan van pandrecht na verjaring gezekerde vordering verhinderd door de redelijkheid en billijkheid?HR 28 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3463 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | pand/pandrecht, hypotheek/hypotheekrecht, verjaring, redelijkheid en billijkheid, tenietgaan van beperkte rechten |
Auteurs | Mr. H.M. van Kessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Art. 3:323 lid 1 BW schrijft voor dat een pand- of hypotheekrecht tenietgaat door verjaring van de gezekerde vordering. In de hier besproken zaak oordeelde de Hoge Raad dat de redelijkheid en billijkheid in de verhouding tussen de derdenpandgever en de schuldeiser-pandhouder aan het rechtsgevolg van art. 3:323 lid 1 BW in de weg stond. In zijn analyse van het arrest bespreekt de auteur of ook onaanvaardbaarheid van het beroep op verjaring in de verhouding schuldenaar-schuldeiser het rechtsgevolg van tenietgaan van het pandrecht zou moeten kunnen verhinderen. |
Artikel |
Staatsimmuniteit van executie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | staatsimmuniteit, immuniteit van jurisdictie, immuniteit van executie, art. 3a Gerechtsdeurwaarderswet, art. 436 Rv |
Auteurs | Mr. A.G.F. Ancery en Mr. M.A.M. Essed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op het moment dat een (vreemde) staat zijn verplichtingen uit een overeenkomst niet nakomt, bestaat het risico dat de staat zich verzet tegen verhaal met een beroep op immuniteit van executie. In dit artikel wordt besproken wat dit gevaar inhoudt en hoe men zich hiertegen kan wapenen. |
Artikel |
De executoriale verkoop van onroerende zaken door de hypotheekhouderProefschrift van mr. I. Visser |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | executoriale verkoop, onroerende zaken, Wet executieveilingen, veiling, onderhandse verkoop |
Auteurs | Mr. J.A.J. Peter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het proefschrift van Irene Visser staat de vraag centraal hoe bij de executoriale verkoop van onroerende zaken (met name woningen) door de hypotheekhouder een zo hoog mogelijke netto-opbrengst kan worden behaald. Zowel de regelgeving als de positie van de notaris, de hypotheekhouder en overige betrokkenen komt aan bod. |
Artikel |
De procesovereenkomst. Over de vrijheid van partijen het civiele proces vorm te gevenProefschrift van mr. M.W. Knigge |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | procesovereenkomst, fundamentele procesbeginselen, regierol rechter, procesreglement |
Auteurs | Mr. Th. Veling |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tegen de achtergrond van de druk op de rechtspraak om efficiënter te werken wordt het proefschrift van M.W. Knigge over de procesovereenkomst besproken. De auteur deelt de conclusie van Knigge dat de vrijheid van partijen om de civiele procedure vorm te geven zeer beperkt is. Verrassend is die conclusie niet. |