Gedeputeerden van de provincie Gelderland doen aan Vitesse c.s. een toezegging. Deze wordt niet nagekomen. Vitesse spreekt daarop de provincie aan. De rechtbank wijst de vorderingen van Vitesse c.s. af. Het hof oordeelt eveneens dat de provincie niet contractueel gebonden is aan de toezegging, maar tevens dat de provincie wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens Vitesse c.s. De Hoge Raad laat het arrest van het hof in stand. In het artikel wordt het arrest van de Hoge Raad geanalyseerd. |
Artikel |
De schijnbeweging die tot een penalty leidde: kanttekeningen bij het Vitesse-arrestHR 22 juni 2010, NJ 2010, 371, LJN BL5420 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2010 |
Trefwoorden | onrechtmatige daad, (onbevoegde) vertegenwoordiging, toezegging |
Auteurs | Mr. H.J.S.M. Langbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Collectieve preventieve rechterlijke toetsing van bedingen in algemene voorwaarden: een bruikbaar wapen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2010 |
Trefwoorden | collectieve actie, algemene voorwaarden, belangenorganisatie, abstracte toets van algemene voorwaarden, ontvankelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een collectief actiemechanisme dat zich in het bijzonder richt tegen onredelijke algemene voorwaarden is geregeld in Afdeling 6.5.3 BW (Algemene voorwaarden), in het bijzonder in de art. 6:240-243 BW. De Afdeling geeft regels voor de mogelijkheid dat bedingen in algemene voorwaarden op vordering van belangenorganisaties, waaronder consumentenorganisaties door een bijzondere rechter onredelijk bezwarend worden verklaard. In deze bijdrage een overzicht van haar toepassing door exclusief bevoegde rechter, Hof Den Haag. |
Artikel |
Vormerkung en derdenbeslag op de koopsomHR 8 oktober 2010, LJN BN1252 (Van den Berg/Bernhard) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | Vormerkung,, art. 7:3 lid 3 sub f BW, derdenbeslag, beslag op koopsom, verkoop registergoed |
Auteurs | Mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit is het tweede arrest van de Hoge Raad over de Vormerkung van art. 7:3 BW. De Hoge Raad beslist dat de koper van een registergoed die de koop heeft laten inschrijven in de openbare registers alleen wordt beschermd in de gevallen die expliciet worden genoemd in het derde lid van art. 7:3 BW. Het geval van derdenbeslag onder de koper op de koopsom valt niet onder de limitatieve opsomming van dit derde lid. Dit betekent dat een koper die in weerwil van een onder hem gelegd derdenbeslag de volledige koopsom aan de notaris betaalt, ten tweede male moet betalen, nu aan de beslaglegger. De Hoge Raad lijkt en passant de mogelijkheid van derdenbeslag onder de koper op de koopsom te hebben aanvaard. |
Artikel |
De bijzondere zorgplicht bij de opzegging van kredietovereenkomsten – zijn de zeven vette jaren van Rabobank/Aarding voorbij? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | kredietopzegging, redelijkheid en billijkheid, zorgplicht, proportionaliteit en subsidiariteit |
Auteurs | Mr. P.S. Bakker en Mr. dr. D. Haas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim zeven jaar geleden wees het Hof Arnhem het arrest Rabobank/Aarding (JOR 2003, 267). In dit arrest oordeelde het hof onder meer dat de bijzondere zorgplicht van banken met zich brengt dat een kredietopzegging ten minste moet voldoen aan eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. In dit artikel wordt geconstateerd dat het hof daarmee een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd ter beoordeling van kredietopzegging. Tevens wordt de invloed van art. 2 van de algemene bankvoorwaarden op de invulling van de wel te hanteren maatstaf besproken en wordt stilgestaan bij het fenomeen van de bijzondere zorgplicht. |
Artikel |
De assurantietussenpersoon en het verbod op provisie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | provisieverbod, beloning assurantietussenpersoon, belangenverstrengeling, oneerlijke handelspraktijken, verzekeringsovereenkomst |
Auteurs | Mr. S.Y.Th. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent heeft de minister van Financiën voorgesteld om voor bepaalde verzekeringsproducten een provisieverbod te introduceren. De ratio achter dit voorstel is dat voorkomen moet worden dat er prikkels voor de assurantietussenpersoon zijn om niet alleen in het belang van de klant te handelen. De regeling omtrent belangenverstrengeling, zoals neergelegd in art. 7:417 en 7:418 BW, en de regeling omtrent oneerlijke handelspraktijken (afd. 6.3.3A BW), leggen al de verplichting op de tussenpersoon om de klant te informeren over eigen belangen bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst. Een mogelijke belangenverstrengeling is geen probleem, mits de tussenpersoon hierover maar transparant is. Deze bepalingen bieden al meer soelaas dan gedacht. |
Artikel |
Uitleg van leverings- en vestigingsakten; een herbezinning waard? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | objectieve uitleg, Haviltex, leveringsakte, vestigingsakte, wils-vertrouwensleer |
Auteurs | Mr. P. Memelink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2001 oordeelde de Hoge Raad dat bij onenigheid over de omvang van een overgedragen onroerende zaak of de vestiging van een beperkt recht, de notariële akte moet worden uitgelegd aan de hand van objectieve maatstaven. Op die wijze van uitleg is in de literatuur kritiek geuit, die de Hoge Raad vooralsnog geen aanleiding heeft gegeven om op zijn oordeel terug te komen. Twee zaken waarin de uitleg van een notariële leveringsakte aan de orde kwam, werden begin dit jaar afgedaan met art. 81 Wet RO. De ‘objectieve uitleg’ van een notariële vestigingsakte werd nogmaals bevestigd in een arrest van 22 oktober jongstleden. In dit artikel pleit de auteur voor herbezinning op de wijze van uitleg van notariële akten. |
Artikel |
Contractuele aansprakelijkheid voor hulppersonen en de omvang van de opdrachtAnnotatie bij HR 8 januari 2010, LJN BK0163, NJ 2010, 43 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | wanprestatie, aansprakelijkheid, hulppersonen, uitleg, aanbesteding |
Auteurs | Prof. mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai |
SamenvattingAuteursinformatie |
De contractuele aansprakelijkheid voor hulppersonen is een vrij goed uitgewerkt leerstuk. Toch geeft een uitspraak van de Hoge Raad inzake de aansprakelijkheid van een advocaat voor fouten van een buitenlandse collega aanleiding om dit leerstuk nog eens nader te bestuderen. Voor dit leerstuk gaat het niet zuiver om uitleg van de specifieke overeenkomst, maar ook om opvattingen in de bedrijfstak over welke werkzaamheden wel en niet tot de ‘eigen’ bedrijfsuitoefening behoren waar een onderneming het risico voor op zich neemt. Dit is van belang nu uitbesteding steeds vaker voorkomt. |
Artikel |
Privaatrechtelijke handhaving van het verbod om misbruik te maken van een economische machtspositie: excessieve prijsvoering in de Rotterdamse haven?Hof Den Haag 1 juni 2010, LJN BM6398 (Havenbedrijf Rotterdam/de oliesector) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | misbruik, economische machtspositie, excessieve prijzen, bewijslast, bewijsmogelijkheden |
Auteurs | Mr. dr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
De privaatrechtelijke handhaving van het verbod om misbruik te maken van een economische machtspositie wegens het hanteren van excessieve prijzen is niet eenvoudig. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de bestaande bewijsmogelijkheden om in een civiele procedure aan te tonen dat misbruik wordt gemaakt van een economische machtspositie door het in rekening brengen van excessieve prijzen. |
Artikel |
Stuiting van de verjaring in en buiten rechte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2010 |
Trefwoorden | verjaring, stuiting, voorlopige bewijslevering, voorlopig getuigenverhoor |
Auteurs | Mr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staan de eisen die de Hoge Raad stelt aan de stuiting van de verjaring in en buiten rechte centraal. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de stuitingsproblematiek in het kader van onderhandelingen en stuiting van de verjaring door handelingen zoals het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. |
Artikel |
‘Gij had beter toezicht op mijn overtreding moeten houden’Het relativiteitsvereiste en toezicht op de naleving van de Woningwet |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2010 |
Trefwoorden | vermogensschade, beschermingsbereik, relativiteitsvereiste, Woningwet |
Auteurs | Mr. A.C. Beck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kan de vergunninghouder die zelf in afwijking van zijn bouwvergunning bouwt, de schade op de gemeente verhalen op grond van onvoldoende toezicht? Het Hof Arnhem meent dat dit niet het geval is. Vermogensschade die is ontstaan door onvoldoende toezicht valt volgens het hof hoe dan ook niet onder het beschermingsbereik van toezicht op de Woningwet. In dit artikel wordt niet alleen het beschermingsbereik van toezicht op de Woningwet besproken, maar ook de stand van zowel de civiele als de bestuursrechtelijke rechtspraak met betrekking tot het relativiteitsvereiste en de Woningwet zelf. |
Artikel |
Securisatie van handelsvorderingen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2010 |
Trefwoorden | securisatie, handelsvorderingen, cessie, verrekening |
Auteurs | Mr. J. Bos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de secruitisatie van handeslvorderingen besproken. Na een beschrijving van een gebruikelijke transactiestructuur wordt nader ingegaan op de kenmerken waar de vorderingen in kwestie aan moeten voldoen. Tevens worden de regels van het internationaal privaatrecht met betrekking tot cessie beschreven. |
Artikel |
Enkele aandachtspunten aangaande de omgang met IPR-regels en vreemd recht volgens het voorgestelde Boek 10 BWEen nationale IPR-codificatie in een context van europeanisatie van het IPR |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2010 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, buitenlands recht |
Auteurs | Prof. dr. V. Van Den Eeckhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het codificatieproces van het Nederlandse internationaal privaatrecht bevindt zich in de eindfase. In deze bijdrage neemt de auteur enkele bijzondere aspecten van omgang met IPR-regels en vreemd recht volgens het voorgestelde Boek 10 Burgerlijk Wetboek onder de loep, met name de ambtshalve toepassing van IPR-regels en vreemd recht, evenals de problematiek van het in te schakelen surrogaatrecht indien vreemd recht niet kenbaar is of strijdig blijkt met de openbare orde. De door de Nederlandse wetgever ter zake gemaakte keuzes worden blootgelegd en gesitueerd in een context van europeanisatie van het internationaal privaatrecht. |
Artikel |
Titel 13 Boek 10 BW: een vangnet met beperkte reikwijdte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | Boek 10 BW, internationaal privaatrecht, Rome I, verbintenissen uit overeenkomst |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Titel 13 van Boek 10 BW heeft als onderwerp verbintenissen uit overeenkomst. Dit onderwerp is communautair geregeld in de verordening Rome I, die sinds 17 december 2009 van kracht is. De speelruimte van de Nederlandse wetgever op dit terrein van het internationaal privaatrecht is hierdoor uiterst beperkt. Dit artikel gaat in op de vraag op welke wijze de wetgever deze ruimte heeft benut. |
Artikel |
Titel 10.15 BW – IPR zee-, binnenvaart- en luchtrecht: weinig nieuws |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, zeerecht, binnenvaartrecht, luchtrecht, cognossement, goederenvervoer |
Auteurs | Prof. mr. M.H. Claringbould |
SamenvattingAuteursinformatie |
Titel 10.15 BW is grotendeels een kopie van de Wet IPR zee- en binnenvaart (WIPRZ) uit 1993. Maar in 2009 zijn Rome I en Rome II in werking getreden; de grenslijn tussen deze ‘natte’ IPR-regeling en de verordeningen wordt scherper getrokken. Het zou mooi zijn als tijdens de parlementaire behandeling van Titel 10.15 BW alsnog aandacht wordt besteed aan enkele in deze bijdrage genoemde (detail)punten. |
Artikel |
De onrechtmatige daad in Boek 10 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | onrechtmatige daad, conflictenrecht, internationaal privaatrecht, buitencontractuele verbintenissen |
Auteurs | Prof. mr. A.A.H. van Hoek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt Titel 14 van Boek 10 BW waarin het conflictenrecht inzake buitencontractuele verbintenissen is geregeld. De enige inhoudelijke bepaling van Titel 14 is te vinden in art. 10:159. Daarin wordt de verordening Rome II van overeenkomstige toepassing verklaard op verbintenissen uit onrechtmatige daad die buiten de werkingssfeer van de verordening en de relevante verdragen vallen. Naar aanleiding van deze bepaling gaat de onderhavige bijdrage in op de vraag: 1. om welke verbintenissen het daarbij gaat; 2. waarom deze buiten de werkingssfeer van de verordening zijn gelaten; en 3. hoe de analoge toepassing van Rome II moet worden gewaardeerd. |
Artikel |
Algemeen en niet bijzonder: Titel 1 van Boek 10 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, vermogensrecht |
Auteurs | Prof. mr. M.V. Polak en Mr. R.W. Polak |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de algemene bepalingen van Titel 1 van Boek 10 BW besproken, voor zover deze van belang zijn voor het vermogensrecht. Van de zeventien algemene bepalingen waaruit Titel 1 bestaat, komen er twaalf aan bod. |
Artikel |
Vertegenwoordiging in Boek 10 BW: een gemiste kans |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, vertegenwoordiging, Haags Vertegenwoordigingsverdrag, Rome I, Rome II |
Auteurs | Mr. C.R. Christiaans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor de internationale rechtspraktijk is vertegenwoordiging een belangrijk onderwerp. Ons internationale handelsverkeer is immers grotendeels gebaseerd op vertegenwoordiging. De met grensoverschrijdende vertegenwoordiging verband houdende aspecten, waaronder zeker niet in de laatste plaats het op die vertegenwoordiging toepasselijk recht, blijven daarbij jammer genoeg veelal onderbelicht. Het voorgestelde art. 10:125 BW draagt niet bij aan het verbeteren van het begrip over dit onderwerp. |
Artikel |
Boek 10 BW: consolidatie en codificatie van het Nederlandse IPR |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | Boek 10 BW, internationaal privaatrecht, consolidatie, codificatie, nieuwe wetgeving |
Auteurs | Mr. J.A. van der Weide |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 18 september 2009 is de Vaststellings- en Invoeringswet Boek 10 BW bij de Tweede Kamer ingediend. In Boek 10 BW is het Nederlandse (materiële) IPR geconsolideerd en gecodificeerd. Welke onderwerpen regelt Boek 10 BW en welke niet? |
Artikel |
Gegiraliseerde effecten in het IPR |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2010 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, conflictenrecht, gegiraliseerde effecten |
Auteurs | Prof. mr. W.A.K. Rank en mr. B. Bierman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het Nederlandse conflictenrecht ten aanzien van giraal overdraagbare effecten. |
Artikel |
Kritische kanttekeningen bij de rechtspraak van de Hoge Raad inzake de aansprakelijkheid van een pseudogevolmachtigde |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | gevolmachtigde, onbevoegdheid, causaliteit, schadevergoeding, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.M. Stolp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2004 heeft de Hoge Raad twee arresten gewezen waarin de partij die wordt geconfronteerd met onbevoegdheid van een gevolmachtigde, vergaand tegemoet wordt gekomen in haar schadevergoedingsvordering ex art. 3:70 BW door het vereiste van het causaal verband (conditio sine qua non) tussen de onbevoegdheid van de gevolmachtigde en de gevorderde schade zeer ingrijpend te relativeren. Afgelopen februari heeft de Hoge Raad deze lijn (nog verder) doorgetrokken in een arrest waarin hij het middel (nota bene) met een beroep op art. 81 Wet RO heeft verworpen. Bij deze ontwikkeling past een aantal kritische kanttekeningen. |