De auteurs behandelen in deze bijdrage vijf vormen van vrijheid die de overheid heeft bij de besluitvorming op een verzoek om nadeelcompensatie. Aan de orde komen de vrijheid rond advisering door een adviescommissie, de invulling van het normaal maatschappelijk risico, de invulling van de voorzienbaarheid van overheidsmaatregelen, het al dan niet hanteren van de concernbenadering en de invulling van de speciale last. |
Zoekresultaat: 29 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht x
Artikel |
Vrijheid rond vergoedenOver de (te) losse teugels in het nadeelcompensatierecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | nadeelcompensatie, concernbenadering, speciale last, advisering, normaal maatschappelijk risico |
Auteurs | Prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans en Mr. N. van Triet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Van Duwbak Linda naar Schietincident Alphen aan den RijnHR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | relativiteit, overheidsaansprakelijkheid, onrechtmatige daad, toerekening naar redelijkheid, causaal verband |
Auteurs | Prof. mr. A.J. Verheij |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad deed vorig jaar uitspraak in de procedure naar aanleiding van het Schietincident in Alphen aan den Rijn. In deze bijdrage staat vooral het oordeel omtrent de relativiteit centraal, maar tevens wordt aandacht besteed aan het condicio sine qua non-verband en art. 6:98 BW. |
Artikel |
Relativiteit, causaliteit en toerekening van schadeBespreking van het proefschrift van mr. D.A. van der Kooij |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | verbintenissenrecht, aansprakelijkheidsrecht, schadevergoedingsrecht, leer Smits, leer Demogue-Besier |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van der Kooij ontwikkelt een model om te bepalen wie recht heeft op vergoeding van welke schade. Deze bijdrage gaat met name over de prominente rol voor de relativiteitsleer in dit model, de afschaffing van de correctie-Langemeijer en de inzet van de leren Smits en Demogue-Besier ter nadere begrenzing van aansprakelijkheid. |
Artikel |
Wo viel Licht ist, ist starker Schatten?Het recht op een effectieve (civiele) remedie naar Unierecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | effectiviteitsbeginsel, effectieve rechtsbescherming, doorwerking, Unierecht, civiele remedie |
Auteurs | Mr. I.V. Aronstein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het effectiviteitsbeginsel en het beginsel van effectieve rechtsbescherming vormen het fundament van de doorwerkingsvormen van Unierecht in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen. Deze bijdrage geeft globaal inzicht in hoe private partijen Unierecht kunnen inroepen tegen een andere private partij, welke voorwaarden gesteld worden aan civiele remedies en hoe in die context de bovengenoemde beginselen andere beginselen beperken. |
Artikel |
Richtlijnen en privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | implementatie, doorwerking, invloed, ambtshalve toetsing, remedies |
Auteurs | Mr. drs. D.F.H. Stein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijnen zijn niet meer weg te denken uit het privaatrecht. In deze bijdrage gaat de auteur in op verschillende wijzen waarop richtlijnen invloed uitoefenen op het privaatrecht, anders dan door middel van implementatie. De auteur formuleert een antwoord op de vraag in hoeverre richtlijnen voor het Nederlandse én Europese (Unie)privaatrecht als ‘gamechanger’ moeten worden aangemerkt. |
Artikel |
Urgenda en de beoordeling van macro-argumenten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Urgenda, Macro-argumenten en macro-effecten, public interest litigation, positieve verplichtingen, rechterlijke risicoregulering |
Auteurs | Mr. dr. E.R. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Urgenda-arrest illustreert de vragen die ontstaan ten aanzien van de rol die de civiele rechter kan en wellicht ook moet vervullen bij het vormgeven van het publieke leven van het civiele aansprakelijkheidsrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag hoe de civiele rechter daarbij om kan gaan met macroargumenten. |
Artikel |
Nationale aansprakelijkheidsbeperking financiële toezichthouders vanuit Unierechtelijk perspectief: een ingekaderde beperkingHvJ EU 4 oktober 2018, C-671/16 (Kantarev) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, lidstaataansprakelijkheid, wettelijke aansprakelijkheidsbeperking, toezichthoudersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In onderhavig artikel wordt ingegaan op de betekenis van het Kantarev-arrest (HvJ EU 4 oktober 2018) voor het Nederlandse recht op het gebied van de aansprakelijkheid van financiële toezichthouders en in het bijzonder voor de huidige aansprakelijkheidsbeperking die is neergelegd in art. 1:25d Wft. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | relativiteitsvereiste, overheidsaansprakelijkheid, lidstaataansprakelijkheid, rechten toekennen aan particulieren, energielabel |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 april 2017 waarin de vorderingen van de Stichting EnergyClaim tegen de Nederlandse Staat tot schadevergoeding wegens een onjuiste implementatie van het Unierecht op het gebied van het verplichte energieprestatiecertificaat zijn afgewezen. De afwijzing van de vorderingen door het hof is met name gebaseerd op het Europese en Nederlandse relativiteitsvereiste. De auteur plaatst enkele kanttekeningen bij dit oordeel. |
Artikel |
Niet-contractuele aansprakelijkheid Unie voor fouten Europese OmbudsmanSchending zorgvuldigheidsbeginsel en redelijke termijn altijd een voldoende gekwalificeerde schending? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | Unieaansprakelijkheid, voldoende gekwalificeerde schending, overheidsaansprakelijkheid, lidstaataansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Staelen/Ombudsman heeft het Hof van Justitie geoordeeld over de aansprakelijkheid van de Europese Ombudsman. Het arrest is interessant vanwege de overwegingen over het vereiste van de voldoende gekwalificeerde schending. Dit heeft ook betekenis voor de situatie waarin de Nederlandse overheid in strijd handelt met het Unierecht. |
Artikel |
De relativiteit van wettelijke normen en de toepassing van de vereisten van causaliteit, relativiteit en toerekening bij de onrechtmatige overheidsdaadBespreking van de proefschriften van mr. P.W. den Hollander en mr. L. Di Bella |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | relativiteitsvereiste, correctie Langemeijer, causaliteit, toerekening naar verkeersopvattingen, onrechtmatige overheidsdaad |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze (dubbel)recensie worden de proefschriften besproken van Di Bella (De toepassing van de vereisten van causaliteit, relativiteit en toerekening bij de onrechtmatige overheidsdaad) en Den Hollander (De relativiteit van wettelijke normen). Hoewel de auteur het niet op alle onderdelen eens is met de bevindingen, is hij van oordeel dat beide proefschriften het debat over relativiteit en, in het geval van Di Bella, overheidsaansprakelijkheid, onmiskenbaar verder hebben gebracht. |
Artikel |
De zaak Accorinti: aansprakelijkheid van de ECB en implicaties voor het huidige onconventionele monetaire beleid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid Unie-instellingen, aansprakelijkheid Europese Centrale Bank, Griekse schuldencrisis, Accorinti-arrest, Gauweiler-arrest |
Auteurs | Mr. N.C. Voortman en Dr. C. Hopman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van de zaak Accorinti wordt in dit artikel het leerstuk van de aansprakelijkheid van Unie-instellingen en de ECB besproken en wordt nader ingegaan op de overwegingen van het GvEA in de zaak Accorinti. Bovendien wordt gekeken naar de betekenis van dit arrest voor het huidige onconventionele monetaire beleid van het Eurosysteem. |
Artikel |
Toerekening van onrechtmatig (semi)overheidshandelen; over oude en nieuwe subregels, trends en ontwikkelingenBespreking van HR 26 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1750 (Windpark Zeeland/Delta) en HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2722 (Staat/werknemer X) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2015 |
Trefwoorden | onrechtmatige daad, toerekening, verkeersopvattingen, semioverheid, vernietigde besluiten, profijtbeginsel |
Auteurs | Mr. P. Memelink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van twee recente arresten over ‘automatische toerekening’ krachtens verkeersopvatting in geval van rechtsdwaling of naderhand vernietigde besluitvorming. Deze bekende subregel wordt daarin uitgebreid naar supranationaal recht en naar handelen door een geprivatiseerd overheidsorgaan. De achtergrond van deze vorm van toerekening komt aan de orde, evenals bespreking van een recent pleidooi om daarin het ‘profijtbeginsel’ te betrekken. |
Artikel |
Relativiteitsperikelen: Wet wapens en munitie geen schild tegen concrete (vermogens)schade? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, relativiteitsbeginsel, schadevergoeding, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 februari 2015 heeft de Rechtbank Den Haag vonnis gewezen in de procedure die was aangespannen door slachtoffers van het schietincident in Alphen aan den Rijn tegen de politieregio Hollands Midden. De rechtbank oordeelde dat de politieregio in strijd handelde met de Wet wapens en munitie maar niet aansprakelijk is jegens de slachtoffers omdat niet aan het relativiteitsvereiste is voldaan. In deze bijdrage wordt het vonnis van de rechtbank besproken en worden er enkele kanttekeningen geplaatst bij het (relativiteits)oordeel van de rechtbank. |
Artikel |
Overschrijding van de redelijke termijn door rechterlijke instanties. (Nieuwe) wegen naar aansprakelijkheid en schadevergoeding |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, redelijke termijn, immateriële schadevergoeding |
Auteurs | Mr. R.D. Lubach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs deed zich in een onteigeningsprocedure voor de Hoge Raad de kans voor om algemene opmerkingen te maken over aansprakelijkheid van de overheid voor overschrijding van de redelijke termijn in civiele procedures. Anders dan in het bestuursprocesrecht is hiervoor een afzonderlijke gang naar de (kanton)rechter nodig. Materieel zoekt de Hoge Raad echter aansluiting bij de vaste bedragen en de factoren inzake termijnoverschrijding, zoals die kenbaar zijn uit de rechtspraak van de hoogste bestuursrechters en het EHRM. |
Artikel |
De Srebrenica-arresten: een doorbraak met grote gevolgen?Kan de Nederlandse Staat aansprakelijk worden gehouden voor de dood van drie moslimmannen die in juli 1995 werden verwijderd van de compound van Dutchbat in Srebrenica? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | onrechtmatige daad, toerekening, internationaal recht, Srebrenica-arresten |
Auteurs | Dr. drs. D.L.M.T. Dankers-Hagenaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
In twee parallelle uitspraken beantwoordt de Hoge Raad de vraag of de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor de dood van drie moslimmannen die werden verwijderd van de compound van Dutchbat na de val van de moslimenclave Srebrenica in juli 1995. De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van het gerechtshof dat de verweten gedragingen aan de Staat kunnen worden toegerekend. |
Artikel |
Handhaving van EVRM-rechten via het aansprakelijkheidsrechtProefschrift van mr. J.M. Emaus |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, rechtsschending, EVRM |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de loop der tijd hebben fundamentele rechten neergelegd in de Grondwet of in verdragen, zoals het EVRM, hun weg gevonden naar de (horizontale) privaatrechtelijke rechtsverhouding. Het hier te bespreken proefschrift zet aan tot nadere reflectie over de verhouding tussen het EVRM en het Nederlandse (aansprakelijkheids)recht in het algemeen en de handhavende functie van het aansprakelijkheidsrecht voor het EVRM in het bijzonder. |
Artikel |
Wisselwerking tussen publiek- en privaatrecht en de nieuwe regeling van overheidsaansprakelijkheid in de Awb |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | onrechtmatige overheidsdaad, rechtmatige overheidsdaad, nadeelcompensatie, bestuursrechtelijke verzoekschriftprocedure, formele rechtskracht |
Auteurs | Prof. mr. B.J. Schueler |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs is een nieuwe regeling in werking getreden voor procedures over aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door onrechtmatige besluiten en sommige daarmee samenhangende handelingen. In een andere regeling, die later in werking zal treden, wordt het leerstuk van de nadeelcompensatie gecodificeerd. Aan de Awb ligt de gedachte ten grondslag dat bestuursrecht en privaatrecht waar mogelijk gelijk moeten zijn en waar nodig moeten verschillen. Met dit uitgangspunt is de nieuwe regeling niet in strijd. De complexiteit van de rechtsmachtverdeling blijft – ondanks de pretentie van vereenvoudiging – grotendeels in stand. |
Artikel |
Stroomlijning van overheidsaansprakelijkheid voor de overschrijding van een wettelijke beslistermijn |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | onrechtmatige overheidsdaad, leer-Smits, relativiteit, correctie-Langemeijer, leer-Demogue-Besier, besluitenaansprakelijkheid, belanghebbende, formele rechtskracht |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overschrijding van een wettelijke beslistermijn levert niet zonder meer overheidsaansprakelijkheid op uit onrechtmatige daad. Het komt aan op een nadere afweging. De Hoge Raad brengt deze afweging onder bij de toets aan het vereiste van onrechtmatigheid, maar zij past beter bij de toets aan het vereiste van relativiteit. |
Artikel |
Wettelijke aansprakelijkheidsbeperking voor DNB en AFMHoe hoog komt de nieuwe lat te liggen? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM, uitleg opzet en grove schuld |
Auteurs | Mr. S. Sahtie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de in juli 2012 aangenomen wet besproken waarmee de aansprakelijkheid van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt beperkt tot kort gezegd opzet en grove schuld. De auteur gaat in op de uitleg van de begrippen opzet en grove schuld en onderzoekt hoe hoog de nieuwe lat voor aansprakelijkheid komt te liggen ten opzichte van de aanvankelijk geldende norm van een ‘behoorlijk en zorgvuldig handelende toezichthouder’. Ook wordt ingegaan op onder andere het causaliteitsvereiste, de omkeringsregel en enkele relevante ontwikkelingen op Europeesrechtelijk gebied. Geconcludeerd wordt dat DNB en AFM op grond van de nieuwe wettelijke regeling vrijwel immuun zijn gemaakt voor aansprakelijkheid. |
Artikel |
Tien jaar lidstaataansprakelijkheid: een stand van zaken vanuit civielrechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | lidstaataansprakelijkheid, overheidsaansprakelijkheid, EU-recht |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie van de EU ontsloot tien jaar geleden het Europeesrechtelijke beginsel van lidstaataansprakelijkheid door te erkennen dat lidstaten ten opzichte van particulieren aansprakelijk kunnen zijn voor schendingen van EU-recht. In deze bijdrage wordt de balans opgemaakt van tien jaar lidstaataansprakelijkheid. |