Naar aanleiding van HR 10 juli 2009, RvdW 2009, 847 (Vos/TSN) worden in deze bijdrage twee interessante aspecten van voordeelstoerekening besproken: wat onder ‘een zelfde gebeurtenis’ in de zin van artikel 6:100 BW moet worden verstaan en de verhouding tussen de methode van schadeberekening (concreet of abstract) en de toepassing van voordeelstoerekening. |
Artikel |
Voordeelstoerekening bij ontbinding van een duurovereenkomst‘Een zelfde gebeurtenis’ en ‘abstracte’ schadeberekening: what’s in a name? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2009 |
Trefwoorden | voordeelstoerekening, schadevergoeding bij ontbinding duurovereenkomst, art. 6:100 BW, abstracte schadevergoeding |
Auteurs | B.A.X. van Asten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Eenieder wordt geacht het recht te kennen. Of zijn schade?Annotatie bij HR 9 oktober 2009, LJN BJ4850 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2009 |
Trefwoorden | schadevergoeding, verjaring, aanvangsmoment verjaringstermijn, subjectieve bekendheid, ontstaan schade |
Auteurs | Mr. G.J.S. ter Kuile |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze annotatie wordt de jurisprudentie van de Hoge Raad inzake artikel 3:310 lid 1 BW op een rij gezet. Het arrest van 9 oktober 2009 past in de lijn van eerdere jurisprudentie. Het daadwerkelijk in staat zijn een vordering in te stellen lijkt bepaald te worden door welhaast absolute zekerheid over het lijden van schade. De subjectieve kennis van de benadeelde wordt zo bepaald aan de hand van een objectief vast te stellen moment. |
Artikel |
Richtlijn 2009/44/EG: EG-knuppel in het hoenderhok van het Nederlandse goederenrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2009 |
Trefwoorden | financiëlezekerheidsovereenkomst, fiduciaverbod, Collateral Richtlijn, art. 3:84 lid 3 BW, Richtlijn 2009/44/EG |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.E.J. Beekhoven van den Boezem |
SamenvattingAuteursinformatie |
De onlangs gewijzigde Collateral Richtlijn doet het ‘fiduciaverbod’ sneuvelen (althans waar het gaat om een financiëlezekerheidsovereenkomst tot overdracht van kredietvorderingen)! |
Artikel |
Over provisie en de zorgplicht van de assurantietussenpersoon |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2009 |
Trefwoorden | assurantietussenpersoon, overeenkomst van opdracht, provisie, zorgplicht |
Auteurs | Mr. S.Y.Th. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De provisie die de assurantietussenpersoon ontvangt, is onderwerp van het maatschappelijk debat. De discussie gaat met name over de hoogte van de provisie en het feit dat de hoogte van de provisie niet inzichtelijk was voor de klant. De wetgever heeft echter regels gegeven die deze discussie voor de toekomst voorkomen. Er zijn publiekrechtelijke regels opgesteld die ertoe leiden dat de provisie transparant moet worden gecommuniceerd en moet aansluiten bij de verrichte werkzaamheden (een passende provisie). Het is echter de vraag hoe deze publiekrechtelijke regels zich verhouden tot de privaatrechtelijke regels van de overeenkomst van opdracht die de verhouding tussen de klant en de assurantietussenpersoon beheersen. Deze vraag staat in dit artikel centraal. |
Artikel |
De aansprakelijkheid van de werkgever voor personeelsactiviteiten en een verkenning van de grenzen van de aansprakelijkheid van de werkgever op grond van art. 7:611 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2009 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, werkgeversaansprakelijkheid, art. 7:611 BW, bedrijfsuitje, goed werkgeverschap |
Auteurs | Mr. E.M. van Orsouw en Mr. A.E. Krispijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid was 2008 zonder twijfel het jaar van de aansprakelijkheid voor verkeersongevallen op grond van art. 7:611 BW. De verkeersongevallenjurisprudentie maakt niet duidelijk of en, zo ja, onder welke voorwaarden art. 7:611 BW ook in andere situaties tot een vergoedingsplicht zou kunnen leiden. In het te bespreken arrest van 17 april 2009 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over een ongeval tijdens een personeelsactiviteit. ‘Goed werkgeverschap’ blijkt niet alleen tot een verzekeringsplicht te kunnen leiden, maar ook tot een zorg- en preventieplicht. Het arrest geeft aanleiding voor een algemene verkenning van (de grenzen van) de rol van art. 7:611 BW. |
Artikel |
Procederen door en tegen personenvennootschappen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2009 |
Trefwoorden | personenvennootschappen, afgescheiden vermogen, aansprakelijkheid vennoten voor vennootschapsschulden, procesbevoegdheid, titel 7.13 BW |
Auteurs | Mr. K. Teuben |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de vragen die kunnen rijzen indien door of tegen een personenvennootschap moet worden geprocedeerd. Aan de orde komen onder meer het aangaan van rechten en verplichtingen door de vennootschap, de aansprakelijkheid van individuele vennoten voor schulden van de vennootschap, het afgescheiden vermogen van de vennootschap, de procesbevoegdheid van de vennootschap en de mogelijkheden tot tenuitvoerlegging van een veroordelend vonnis op het vermogen van de vennootschap en het privévermogen van de vennoten. Hierbij wordt zowel aandacht besteed aan het huidige recht als aan de aankomende titel 7.13 BW. |
Artikel |
De vordering tot schadevergoeding vanwege een gebrek in de bouwvergunning: wie bouwt die rouwt, wie draalt wordt soms betaaldHR 10 april 2009, RvdW 2009, 513 (Barneveld/Sierkstra) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2009 |
Trefwoorden | bouwvergunning, schadevergoeding, vertragingsschade, causaal verband, eigen schuld |
Auteurs | Mr. A.J.P. Schild en Mr. M.J.W. Schollen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie bouwt met een nog niet onherroepelijke bouwvergunning, bouwt voor eigen risico. Indien de bouwvergunning na bezwaar of beroep van derden wordt ingetrokken bestaat in beginsel geen recht op schadevergoeding, zo volgt uit HR 29 april 1994, NJ 1997, 396 m.nt. MS (Schuttersduin). Echter in de situatie dat alsnog een rechtsgeldige bouwvergunning wordt verkregen en blijkt dat ten tijde van het nemen van het onjuist bevonden besluit ook een rechtsgeldige bouwvergunning had kunnen worden afgegeven, is de gemeente in beginsel aansprakelijk voor de ‘vertragingsschade’, zo blijkt uit HR 10 april 2009, RvdW 2009, 513 (Barneveld/Sierkstra). |
Artikel |
Schade effectenlease-overeenkomsten deels vergoedHoge Raad doet uitspraak in drie effectenleasezaken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2009 |
Trefwoorden | effectenlease, misleidende reclame, zorgplicht, causaal verband, schade |
Auteurs | Mr. drs. A.C.W. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 5 juni jongstleden wees de Hoge Raad arrest in een drietal effectenleasezaken. De Hoge Raad biedt goede aanknopingspunten om in de vele nog lopende procedures tot een oplossing en/of schikking te komen. In deze bijdrage worden de relevante leerstukken behandeld en wordt besproken hoe de Hoge Raad hier in het kader van effectenlease over heeft geoordeeld. |
Artikel |
De rechterlijke machtiging: een functioneel rechtsmiddel afgestoft |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2009 |
Trefwoorden | rechterlijke machtiging, schadevergoeding, nakoming, remedies, verzuim |
Auteurs | Mr. D. Haas |
SamenvattingAuteursinformatie |
De rechterlijke machtiging (art. 3:299 BW) verschaft de schuldeiser de bevoegdheid om op kosten van de schuldenaar een derde in te schakelen teneinde een soortgelijke situatie tot stand te brengen als die zijn tekortschietende schuldenaar had toegezegd. Van de praktische mogelijkheden die de rechterlijke machtiging biedt, wordt in de praktijk echter slechts spaarzaam gebruik gemaakt. Voldoende reden om weer eens de aandacht op deze rechtsfiguur te vestigen. |
Artikel |
Art. 6:258 BW en de (on)mogelijkheden om onder een lopende huurovereenkomst c.q. exploitatieplicht uit te komen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2009 |
Trefwoorden | huurovereenkomst, bedrijfsruimte, beëindiging, exploitatieplicht en onvoorziene omstandigheden |
Auteurs | Mr. P.K. Oosterling-van der Maarel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zijn tegenvallende exploitatieresultaten als gevolg van de kredietcrisis een goede reden om met een beroep op onvoorziene omstandigheden een huurovereenkomst tussentijds te beëindigen of de overeenkomst zodanig te wijzigen dat de huurder niet aan een overeengekomen exploitatieplicht kan worden gehouden? |
Artikel |
De verhouding tussen art. 6:258 BW en de MAC-clausule, mede in het licht van de huidige krediet- en economische crisis |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2009 |
Trefwoorden | material adverse change, redelijkheid en billijkheid, onvoorziene omstandigheden, kredietcrisis, credit crunch |
Auteurs | Mr. P.S. Bakker en Mr. A.J. Kaarls |
SamenvattingAuteursinformatie |
De material adverse change-clausule regardeert de omstandigheden waaronder een koper zich uit een fusie- of overnametransactie kan terugtrekken. In deze bijdrage zal onder meer worden stilgestaan bij de vraag hoe deze MAC-clausule zich verhoudt tot het leerstuk der onvoorziene omstandigheden. |
Artikel |
Enige aspecten van aansprakelijkheid van de financieel adviseur voor teleurstellende beleggingsresultaten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2009 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, financieel adviseurs, zorgplicht en Wft, relativiteitsvereiste, eigen schuld |
Auteurs | Mr. E. Nederlof-Wouters van den Oudenweijer en Mr. F. van der Woude |
SamenvattingAuteursinformatie |
Getuige de stroom aan uitspraken houden consumenten hun bank, verzekeraar of bemiddelaar verantwoordelijk voor de gevolgen van teleurstellende beleggingsresultaten. Wat is de omvang van de zorgplicht van de onafhankelijke financieel adviseur en wat mag door die financieel adviseur van de consument zelf worden verwacht? |
Artikel |
Aansprakelijkheid van DNB: immuniteit in crisistijd? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2009 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, toezichthouder, immuniteit, overheidsaansprakelijkheid, DNB |
Auteurs | Mr. V.H. Affourtit en Mr. A.C. Beck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Moet voor De Nederlandsche Bank aansprakelijkheidsrechtelijke immuniteit of semi-immuniteit in het leven worden geroepen? Aan de hand van recente jurisprudentie, waaronder het arrest van het Hof Amsterdam in de zaak BeFra, en de onderzoeken naar de overname van ABN Amro en het faillissement van Icesave wordt beoordeeld of het noodzakelijk en wenselijk is om De Nederlandsche Bank immuun te maken voor potentiële claims. |
Artikel |
Krediet(relatie) opzeggen of voortzetten? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2009 |
Trefwoorden | kredietopzegging, kredietvoortzetting, kredietrelatie, leningsovereenkomst, rekening-courantovereenkomst |
Auteurs | Mr. M.C.J.A. Schröeder-van Waes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wanneer en tegen welke voorwaarden kan een krediet- en/of leningsovereenkomst of de gehele kredietrelatie worden opgezegd en hoe verhoudt zich dit tot de risico’s van kredietvoortzetting? |
Artikel |
Het faillissement van een bank: goed geregeld? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2009 |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Icesave’, een bijkantoor van het IJslandse Landsbanki, en Indover Bank waren eind vorig jaar aan een noodregeling onderworpen die in een faillissement is omgezet. De auteur bespreekt de toepasselijk regels uit de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede hun Europese herkomst. Naar aanleiding van een aantal deelvragen worden aanbevelingen gedaan: over de grondslag van de rechterlijke bevoegdheid om een faillissement van een bank uit te spreken, het verzoek en de procedureregels bij faillietverklaring van een bank, informatie- en kennisgevingsverplichtingen van De Nederlandsche Bank en de curator, de omzetting van een noodregeling in een opvolgend faillissement en de rechtsregels die ná omzetting van toepassing zijn. |
Artikel |
De verpanding van rekening-courantsaldiDe stand van zaken in tijden van recessie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2009 |
Trefwoorden | pandrecht, rekening-courantsaldo, aard, openbaar, inning |
Auteurs | Mr. J.E. Drinkhill |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een behandeling van en een overzicht van de literatuur aangaande verschillende aspecten van het pandrecht op rekening-courantsaldi, waaronder de aard van dergelijke saldi, de vorm van verpanding – stil of openbaar – en de inningsbevoegdheid van het verpande saldo. |
Artikel |
Uitstel van executieHet voorkomen van de executoriale verkoop in crisistijd |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2009 |
Trefwoorden | kredietcrisis, insolventierecht, arbeidsrecht, surseance van betaling, toezicht, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. I. Visser |
Samenvatting |
De kredietcrisis doet momenteel ook haar invloed gelden op de Nederlandse woningmarkt. Betoogd wordt dat de executoriale verkoop door de hypotheekhouder, in het belang van zowel de geëxecuteerde als de executant, in een dalende woningmarkt zo veel mogelijk moet worden voorkomen. |
Artikel |
Kredietcrisis en insolventierecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2009 |
Trefwoorden | noodregeling, faillissement, EG-insolventieverordening, illegale kredietinstelling, bank |
Auteurs | Mr. R. Westrik |
SamenvattingAuteursinformatie |
De kredietcrisis lijkt voor het insolventierecht te leiden tot trendbreuken die tot voor kort niet voor mogelijk werden gehouden. Diverse axioma’s lijken op de helling te gaan. Nader onderzoek moet echter wachten tot de ware effecten duidelijk zijn geworden. |
Artikel |
De tweetrapsraket van de wetsvoorstellen stille cessie en financiële zekerheidsovereenkomstenEen bijdrage vanuit de politiek |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2009 |
Trefwoorden | stille cessie, financiëlezekerheidsovereenkomst, securitisatie, zekerheidsrechten, insolventierisico |
Auteurs | Mr. A. Broekers-Knol |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is, in het licht van de kredietcrisis, de betekenis van het afschaffen van het mededelingsvereiste bij cessie voor de financiëlezekerheidsovereenkomsten en hoe is het wetgevingsproces van beide wetsvoorstellen verlopen? |
Artikel |
Een ‘coherente interpretatie’: uitleg van de EEX-Vo in het licht van het ExecutieverdragHvJ EG 14 mei 2009, C-180/06, Ilsinger, n.n.g. |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | art 13 EEX-Verdrag, art. 15 EEX-Verordening, prijstoezegging/sweepstake, bevoegde rechter |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onder het EEX-Verdrag heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Hof) zich al eens uitgesproken over de bevoegde rechter ten aanzien van sweepstakes (prijstoezeggingen). Het EEX-Verdrag is inmiddels opgevolgd door de EEX-Verordening en aangezien de verordening in haar formulering op bepaalde punten afwijkt van het verdrag was het de vraag in hoeverre de verdragsjurisprudentie onverkort van toepassing zou zijn op verordening. De prejudiciële vragen in onderhavig arrest geven het Hof de gelegenheid om zich uit te laten over de rol die het EEX-Verdrag nog speelt bij de uitleg van art. 15 van de EEX-Verordening. |