In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan enkele ontwikkelingen op het gebied van de privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. In het bijzonder wordt ingegaan op collectief schadeverhaal, het kwantificeren van schade als gevolg van mededingingsinbreuken, de toegankelijkheid van clementiedocumenten in een schadeprocedure en de aansprakelijkheid van een moedervennootschap voor een kartelinbreuk begaan door haar dochtervennootschap. |
Artikel |
Varia kartelschade |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2011 |
Trefwoorden | schadevergoeding, mededingingsrecht, aansprakelijkheidsrecht, private handhaving |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De onvermoede reikwijdte van de mededingingsrechtelijke nietigheidHR 16 september 2011, LJN BQ2213, RvdW 2011, 1104 (Batavus/Vriend’s Tweewielercentrum) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2011 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, distributierelaties, opzegging, nietigheidssanctie, merkbare beperking van de mededinging |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak staat de nietigheidssanctie van art. 6 lid 2 Mw centraal. Op grond daarvan zijn overeenkomsten die in strijd zijn met het kartelverbod nietig. De Hoge Raad heeft deze nietigheid op een afzonderlijke en eenzijdige rechtshandeling toegepast, in dit geval de opzegging door Batavus van een prijsvechtende distributeur. Die opzegging volgde op de druk die op Batavus werd uitgeoefend door haar andere distributeurs, nadat zij over hun prijsvechtende collega hadden geklaagd, en was daarmee volgens alle rechterlijke instanties in deze zaak het ‘sluitstuk’ van concurrentiebeperkend feitelijk onderling afgestemd gedrag van Batavus en haar distributeurs. Hoewel feitelijk gedrag niet voor nietigheid vatbaar lijkt, zag de Hoge Raad kennelijk geen probleem in toepassing van de nietigheidssanctie op een eenzijdige rechtshandeling die volgt uit feitelijk gedrag. De zaak illustreert nog eens het (mededingingsrechtelijk) lastige parket waarin leveranciers door hun distributeurs kunnen worden gebracht. |
Artikel |
De klachtplicht bij koopHR 25 maart 2011, LJN BP8991, RvdW 2011, 419 (Ploum/Smeets II) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2011 |
Trefwoorden | gezichtspuntencatalogus, klachtplicht, arrest Ploum/Smeets II, art. 6:89 BW, art. 7:23 lid 1 BW |
Auteurs | Mr. Y.A. Rampersad en Mr. J.A. van der Weide |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen jaren is door de Hoge Raad een ‘gezichtspuntencatalogus’ ontwikkeld aan de hand waarvan kan worden getoetst of in een concreet geval aan de klachtplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW is voldaan. In deze bijdrage wordt het arrest Ploum/Smeets II van 25 maart 2011, LJN BP8991, RvdW 2011, 419, besproken waarin deze gezichtspuntencatalogus is uitgebreid en nader is uitgewerkt. |
Artikel |
Beschikking en beschikken over een MesdagOver de vervreemding van roerende zaken via middellijke vertegenwoordiging |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2011 |
Trefwoorden | vervreemding via middellijke vertegenwoordiging, beschikkingsbevoegdheid tussenpersoon, overschrijding bevoegdheid |
Auteurs | Mr. A.P. Wenting |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest van de Hoge Raad van 14 januari 2011 (LJN BO3521) heeft betrekking op de beschikkingsbevoegdheid van de middellijk vertegenwoordiger. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de achterman de beschikkingsbevoegdheid contractueel kan verlenen aan de tussenpersoon. De tussenpersoon die in eigen naam voor rekening van de achterman goederen krachtens een geldige titel tussen hem en de koper verkoopt en levert, kan rechtsgeldig een eigendomsovergang ten gunste van de koper bewerkstelligen. Het overschrijden van de grenzen aan de verleende bevoegdheid leidt tot beschikkingsonbevoegdheid van de tussenpersoon, zodat de eigendom – behoudens derdenbescherming – niet overgaat op de koper. |
Artikel |
Art. 7:69 BW: stille cessie afgeschaft en verrekening verruimd?Een beschouwing over art. 7:69 BW (consumentenkredietovereenkomst) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2011 |
Trefwoorden | art. 7:69 BW, consumentenkredietovereenkomst, stille cessie, verweermiddelen, verrekening |
Auteurs | Mr. A.H. Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Art. 7:69 lid 2 BW lijkt de stille cessie weer gedeeltelijk af te schaffen voor consumentenkredietvorderingen. Welke beperkingen gelden er en wat zijn de gevolgen voor zowel consumenten als de financieringspraktijk? Daarnaast wordt ingegaan op de vraag of de regeling voor verweermiddelen van de consument van art. 7:69 lid 1 BW een wijziging inhoudt ten opzichte van het algemene vermogensrecht. |
Artikel |
Risicoaansprakelijkheid voor dieren: wanneer is sprake van bedrijfsmatig gebruik (art. 6:181 BW)?HR 1 april 2011, NJ 2011, 405 (Kremers/Van de Water) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2011 |
Trefwoorden | Kremers/Van de Water, bedrijfsmatig gebruiker, bezitter, kwalitatieve aansprakelijkheid, dieren |
Auteurs | Mr. J.H.M. van Swaaij en Mr. M.H. Pluymen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De bevoegdhedenovereenkomst en de formele rechtskracht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2011 |
Trefwoorden | formele rechtskracht, bevoegdhedenovereenkomst, Etam, inspanningsverbintenis, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. K.J.L. Verschoor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wordt de civiele rechter bij de beoordeling van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een bevoegdhedenovereenkomst door het contracterende overheidsorgaan belemmerd door de formele rechtskracht van een besluit, waaruit de tekortkoming volgt? Hierover oordeelt de Hoge Raad bij arrest van 8 juli 2011, dat in deze bijdrage wordt besproken. |
Artikel |
Brusselse niet-bindende richtsnoeren bij de begroting van schade wegens schendingen van het mededingingsrechtEen praktisch hulpmiddel voor de rechter en procespartijen? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2011 |
Trefwoorden | niet-bindende richtsnoeren, schadebegroting, mededingingsrecht, mededingingsschade, privaatrechtelijke handhaving |
Auteurs | Mr. S.J. The en Mr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het voornemen van de Commissie om een kader aan te reiken met pragmatische, niet-bindende aanwijzingen ter begroting van mededingingsschade heeft geresulteerd in een Ontwerp-Beleidsnota. In deze bijdrage geven wij een overzicht van de in de Ontwerp-Beleidsnota aangereikte technieken ter begroting van mededingingsschade. Daarnaast bespreken wij de vraag of de praktijk daadwerkelijk iets heeft aan deze Brusselse niet-bindende richtsnoeren. |
Artikel |
Wijziging van de Europese richtlijn betalingsachterstanden |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | Europese richtlijn betalingsachterstanden, wijziging, gevolgen voor implementatie |
Auteurs | Mr. H.N. Schelhaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk is de Europese richtlijn betalingsachterstanden aangescherpt. Omdat het gaat om materiële wijzigingen op diverse punten is ervoor geopteerd om met ingang van de implementatiedatum (16 maart 2013) de oude richtlijn geheel te vervangen. In deze bijdrage wordt tegen de achtergrond van de eerdere richtlijn uit 2000 ingegaan op de belangrijkste wijzigingen die deze nieuwe richtlijn met zich brengt. |
Artikel |
De positie van de executieopbrengst in faillissementHR 29 april 2011, LJN BP4948, NJ 2011, 273 (Ontvanger/Eijking q.q.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | executie, pauliana, beslag, executieopbrengst, restantexecutieopbrengst |
Auteurs | Mr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Ontvanger/Eijking q.q. heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de executieopbrengst die vóór het faillissement is verwezenlijkt niet in de faillissementsboedel valt. Volgens de Hoge Raad valt uitsluitend de restantexecutieopbrengst in het faillissement. |
Artikel |
Het verrekenen van voordeel bij effectenleaseovereenkomsten‘Geen kwestie van droge logica, maar veeleer van materiële waardering, weging en wenselijkheid’ |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | voordeelstoerekening, art. 6:100 BW, art. 6:101 BW, serieschadeclausule, billijkheidscorrectie |
Auteurs | Mr. E.A.J. Nederlof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad van 29 april 2011 over voordeelsverrekening (art. 6:100 BW). Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met de ‘serieschadeclausule’ in verzekeringspolissen en een uitspraak van de Rechtbank Utrecht, waarin de onderhavige problematiek via de billijkheidscorrectie (art. 6:101 BW) werd opgelost. |
Artikel |
Schadevergoeding bij ontbinding van een (duur)overeenkomst en Vos/TSN |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | TSN, ontbinding, schade, voordeel, contractsbelang |
Auteurs | Mr. D.A. van der Kooij |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op systematische wijze worden diverse aspecten van schadevergoeding bij ontbinding van een (duur)overeenkomst ex art. 6:277 BW beschreven: concrete en abstracte begroting, voordeelstoerekening en de schadebeperkingsplicht. Tevens wordt betoogd dat in de literatuur uit het arrest Vos/TSN (NJ 2011, 43) verschillende onjuiste conclusies over voornoemde onderwerpen worden getrokken. |
Artikel |
Twintig jaar nieuwe aansprakelijkheden voor personenOver de (beperkte) betekenis van art. 6:171 en 6:172 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2011 |
Trefwoorden | kwalitatieve aansprakelijkheid, vertegenwoordigers, niet-ondergeschikten, begrenzing, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. R.D. Lubach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bijna twintig jaar na de inwerkingtreding wordt mede aan de hand van recente rechtspraak de balans opgemaakt van twee van de noviteiten die het BW destijds introduceerde: de aansprakelijkheid voor zelfstandige hulppersonen (art. 6:171 BW) en de aansprakelijkheid voor vertegenwoordigers (art. 6:172 BW). Wat hebben de artikelen de rechtspraktijk gebracht? |
Artikel |
Non-conforme goodwillNon-conformiteit ingeval de goodwill niet beantwoordt aan hetgeen de koper op grond van de overnameovereenkomst mocht verwachten? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2011 |
Trefwoorden | non-conformiteit, goodwill, overnameovereenkomst, art. 7:17 BW, verjaring dwaling |
Auteurs | Mr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
In geval van verkoop van een onderneming kan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst ook bestaan indien de overgedragen onderneming wat betreft de goodwill niet beantwoordt aan hetgeen de koper op grond van de overnameovereenkomst mocht verwachten. Ook indien de goodwill zelf niet aangemerkt kan worden als een zaak of vermogensrecht in de zin van art. 7:1 en 7:47 BW, staat dat aan toepassing van art. 7:17 BW niet in de weg. |
Artikel |
Goederenrechtelijke zekerheidsrechten bij onroerendgoedtransacties: biedt de kwaliteitsrekening rechts(on)zekerheid?HR 14 januari 2011, LJN BN7887, RvdW 2011, 131 (Butterman q.q./Rabobank) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2011 |
Trefwoorden | verrekening, kwaliteitsrekening, pandrecht op vorderingen |
Auteurs | Mr. M.A.E.C. van Haren |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Butterman q.q./Rabobank-arrest heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de invloed van de kwaliteitsrekening van de notaris op goederenrechtelijke zekerheden in onroerendgoedtransacties. In deze bijdrage wordt ingegaan op de gevolgen van deze uitspraak voor de verrekeningsmogelijkheid van de bank. |
Artikel |
Welke redelijkheid? Verplicht kiezen tussen uitleg en beperkingBespreking van HR 21 januari 2011, NJ 2011, 176 m.nt. MMM, LJN BO5203 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2011 |
Trefwoorden | redelijkheid en billijkheid, uitleg, beperkende werking, ambtshalve aanvulling |
Auteurs | Mr. drs. A.W. van der Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad dwong in het besproken arrest een keuze tussen redelijke uitleg en beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid af. De verhouding tussen beide werd nader onderzocht, mede in het licht van de klassieker Rederij Koppe. Onderscheid blijft noodzakelijk: zowel toetsingsmaatstaven als de mogelijkheden voor de rechter verschillen. |
Artikel |
Misleidende omissie bij het aangaan van overeenkomstenReflexwerking van de regeling oneerlijke handelspraktijken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2011 |
Trefwoorden | oneerlijke handelspraktijken, reflexwerking, dwaling, uitleg overeenkomst, spaarovereenkomst |
Auteurs | Prof. mr. A.G. Castermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Heeft de regeling oneerlijke handelspraktijken invloed bij de beoordeling van een beroep op dwaling of bij de uitleg van de overeenkomst? Deze vraag wordt onderzocht aan de hand van Rb. Amsterdam 18 mei 2011, LJN BQ6506. Het antwoord luidt positief en werpt een ander perspectief op de besproken zaak. |
Artikel |
De innoverende functie van het consumentenrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2011 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, consumentenrecht, gemeenschappelijke markt, innovatie, paradigma |
Auteurs | Prof. mr. E.H. Hondius |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2012 zal het consumentenrecht vijftig jaar bestaan. In die halve eeuw heeft het consumentenrecht innoverend gewerkt: bij de verwezenlijking van de gemeenschappelijke Europese markt, bij de ontwikkeling van een nieuw paradigma in het contractenrecht, bij de uitholling van de nulla poena-regel, als bruggenhoofd naar samenwerking met andere disciplines en als bron van nieuwe technieken zoals bedenktijd, informatieverplichting, small claims courts en collectieve actie. |
Artikel |
Bescherming van passagiersrechten in de luchtvaart; een turbulent onderwerp |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2011 |
Trefwoorden | passagiersrechten, luchtvaart, Verordening (EG) nr. 261/2004 |
Auteurs | Mr. A.E. Goossens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mensen gaan zich over het algemeen pas in het recht verdiepen op het moment dat ze er zelf een beroep op willen doen. Voor consumenten is dit niet altijd even eenvoudig. De kosten voor juridische bijstand zijn vaak te hoog en de (financiële) belangen te klein. Daarom is het belangrijk dat consumenten goed worden geïnformeerd over hun rechten en hier op eenvoudige wijze een beroep op kunnen doen. Hier schort het nog wel eens aan in de luchtvaart. Passagiers zijn onvoldoende op de hoogte van hun rechten, de regelgeving is niet altijd duidelijk en de rechten van passagiers worden niet altijd voldoende gewaarborgd. Ondanks Europese regelgeving die tot doel heeft de rechten van passagiers te beschermen, zijn passagiers slecht geïnformeerd, worden er nog veel rechten geschonden en gaan luchtvaartmaatschappijen nog geregeld in de fout. Oftewel; bescherming van passagiersrechten is een onderwerp dat aandacht behoeft en waarover het laatste woord vast nog niet is gezegd. |
Artikel |
Consumentenbescherming en het Optionele Instrument van contractenrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2011 |
Trefwoorden | Optioneel Instrument, toepassingsgebied, consumentenbescherming |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanuit consumentenrechtelijk perspectief wordt onderzocht wat het personele, materiële en territoriale toepassingsgebied van het toekomstige Optionele Instrument zou moeten zijn om effectief te kunnen zijn, waarna dit wordt vergeleken met de door de Europese Commissie gemaakte keuzes. Geconcludeerd wordt dat het materiële toepassingsgebied uitgebreid zal moeten worden om het Optionele Instrument aantrekkelijk te maken voor zowel ondernemers als consumenten. |