In deze bijdrage wordt ingegaan op de Belgische federale wetswijziging van 15 december 2020 die ervoor moet zorgen dat in meer gevallen dan voorheen in België over zogenoemde roerende schenkingen schenkbelasting wordt voldaan. Door de in beginsel verplichte registratie van roerende schenkingen in België wordt de invulling van het fiscale woonplaatsbeginsel meer van belang. |
Zoekresultaat: 166 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift Erfrecht x
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | roerende schenkingen, woonplaatsbeginsel, kaasroute, buitenlandse notaris |
Auteurs | Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Strafrechtelijk niet veroordeeld, maar erfrechtelijk wel beboet? |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Onwaardigheid, Veroordeling, Strafbeschikking, verklaring van erfrecht, tuchtrechtelijke sanctie |
Auteurs | Mr. M. De Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Klager heeft zijn echtgenote opzettelijk van het leven beroofd. Wegens een ziekelijke stoornis volgt geen strafrechtelijke veroordeling, maar wordt hij ontslagen van alle rechtsvervolging. In de aan de broer van erflaatster afgegeven verklaring van erfrecht concludeert de notaris dat klager onwaardig is op grond van artikel 4:3 BW. Klager verwijt de notaris dat hij een onjuiste verklaring van erfrecht heeft opgesteld. De Kamer voor het Notariaat oordeelt de klacht gegrond en legt een waarschuwing op. In deze bijdrage wordt deze uitspraak besproken, waarbij aandacht wordt besteed aan de eis van een onherroepelijke veroordeling en de afgifte van een verklaring van erfrecht. |
Artikel |
Erfrecht in de onderwereld (deel V): de onwaardige echtgenoot in het huwelijksvermogensrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | artikel 1:100 BW, onwaardigheid, de vermoorde bruid, de oordopjesmoord, de Wageningse gifmoord |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt besproken of de voor het erfrecht onwaardige echtgenoot diens huwelijksvermogensrechtelijke aanspraak ook verliest. Er is namelijk geen huwelijksvermogensrechtelijke onwaardigheidsregeling. De civiele rechter heeft een eigen afweging bij de vraag of de onwaardige echtgenoot huwelijksvermogensrechtelijk kan verkrijgen. Als echtgenoten huwelijkse voorwaarden maken en een finaal verrekenbeding bij overlijden willen overeenkomen, kan op de mogelijke toekomstige erfrechtelijke onwaardigheid worden voorgesorteerd door dan het finaal verrekenbeding niet te laten werken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | legitieme portie, curatele, meerderjarigenbewind, minderjarigen, toezicht kantonrechter |
Auteurs | Mr. dr. J.H.M. ter Haar en Mr. G.A. Tuinstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
De kantonrechter heeft als toezichthouder op het beheer over het vermogen van kwetsbare legitimarissen een belangrijke taak. Dit geldt in het bijzonder als hun belang botst met dat van de langstlevende partner van de overledene. Hoe gaat de kantonrechter dan om met een schending van de legitieme portie? Maakt het verschil of de schending terloops blijkt of dat de schending aanleiding is voor het machtigingsverzoek? Schrijvers gaan in op uiteenlopende uitspraken en doen een handreiking aan de rechterlijke praktijk. |
Artikel |
Enkele fiscale aspecten van vruchtgebruik van privévermogen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | artikel 10 en 18 SW 1956, artikel 5.22 en 7.7 lid 2 onderdeel b Wet IB 2001, buitenlandse belastingplicht, conventioneel beding van terugval, aanwas van vruchtgebruik |
Auteurs | Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen Europa zijn vruchtgebruikconstructies, al dan niet tijdens leven van de vruchtgebruiker gecreëerd, zeer populair om vermogen over te hevelen. Nederland lijkt hierop de uitzondering te vormen. De nadelige fiscale consequenties van een tijdens leven gevestigd vruchtgebruik liggen daaraan ten grondslag. De auteur gaat in op de Nederlandse fiscale gevolgen van enkele voorbeelden van vruchtgebruikadvisering aan Nederbelgen. |
Artikel |
Het fideicommis, (meer) temporele problemen bij de benoeming van verwachters en de toepassing van de vruchtgebruikbepalingen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | voorwaardelijke making, tweetrapsmaking, bezwaarde, erfgenaam onder opschortende voorwaarde, erfgenaam onder ontbindende voorwaarde |
Auteurs | Mr. dr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op temporele problemen die kunnen ontstaan bij (de formulering van) plaatsvervullingsclausules voor verwachters, naar aanleiding van een recent vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De vraag rijst namelijk ‘wie’ verwachters zijn als de benoeming tot verwachters ‘temporeel’ is geformuleerd. Anders dan de rechtbank betoogt, wordt hier beargumenteerd dat er bij een fideicommis (op één uitzondering na) hangende de voorwaarde altijd (primaire en soms subsidiaire) verwachters aanwezig zijn, die bevoegdheden moeten kunnen uitoefenen en jegens wie de bezwaarde zijn verplichtingen moet kunnen vervullen. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | legaat, vermenging, afgescheiden vermogen, artikel 6:161 BW, alternatief wettelijke verdeling |
Auteurs | Mr. dr. G.G.B. Boelens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of een tweetrapslegaat (als alternatief voor de wettelijke verdeling) aan de langstlevende echtgenoot als enig erfgenaam (en bezwaarde) door vermenging tenietgaat. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | executie, grosse van (uittreksel van) notariële akte, geldlegaat, vordering uit hoofde van overbedeling, vordering uit hoofde van wettelijke verdeling |
Auteurs | Prof. dr. S. Perrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel besteedt de auteur aandacht aan een aantal gevallen waarin het in het erfrecht van belang is dat tenuitvoerlegging kan plaatsvinden van een grosse van een (uittreksel van een) notariële akte. In sommige gevallen, zoals bij de geldvorderingen uit hoofde van de wettelijke verdeling, kan de mogelijkheid die artikel 430 Rv biedt een (extra) reden zijn om de vaststelling van de geldvorderingen bij notariële akte te doen plaatsvinden. In het geval van een geldlegaat, dat in het algemeen bij openbare uiterste wil wordt gemaakt, is het van belang dat de legataris met de grosse van een uittreksel van de uiterste wil tot verhaalsexecutie kan overgaan. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het recht van de onterfde legitimaris op informatie over de periode vóór het overlijden van de erflater uit hoofde van artikel 4:78 lid 1 BW |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | onterfd, legitieme portie, legitimaris, informatieplicht, executeur |
Auteurs | Mr. F.W. Brans en Mr. Ph.A.J. Raaijmaakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de positie van de onterfde legitimaris als schuldeiser van de nalatenschap (art. 4:7 lid 1 sub g BW), aan wie door de erfgenamen c.q. executeur, ondanks aanspraak daarop ex artikel 4:78 lid 1 BW, inzage in en afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie nodig heeft, wordt onthouden, nu geen c.q. onvolledige informatie wordt verstrekt. Aan de hand van een aantal recente uitspraken wordt onderzocht welke omstandigheden voor de onterfde legitimaris bepalend kunnen zijn voor de reikwijdte van de informatieplicht, zoals die voor de erfgenamen c.q. executeur voortvloeit uit artikel 4:78 BW. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | beschermingsbewind, wettelijke vertegenwoordiging, verwerping, beneficiaire aanvaarding, zuivere aanvaarding |
Auteurs | Prof. mr. W.D. Kolkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft wat rechtens is wanneer aan iemand wiens vermogen onder bewind staat een erfdeel toekomt. De drie mogelijkheden (zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding en verwerping) komen aan bod. |
Jurisprudentie |
De brandstichtende erfgenaam moet op de blaren zitten |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | onwaardigheid, artikel 4:3 lid 1 sub b BW, Misdrijf, opzet tegen de erflater |
Auteurs | Mr. M. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
X sticht brand in de woning van erflater en wordt daarvoor onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld. Volgens X heeft dit niet tot gevolg dat hij onwaardig is om van erflater te erven. Hij stelt dat geen sprake is van een opzettelijk tegen de erflater gepleegd misdrijf als bedoeld in artikel 4:3 lid 1 sub b BW. Verder doet X een beroep op ondubbelzinnige vergeving en kaart hij zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid aan. De rechtbank volgt X niet in zijn betoog en acht hem onwaardig. In deze bijdrage wordt deze uitspraak besproken waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan het onderscheid dat volgens de rechtbank moet worden gemaakt tussen een met opzet gepleegd misdrijf en een met opzet tegen de erflater gepleegd misdrijf. De auteur concludeert dat het opzet enkel betrekking heeft op het strafbare feit. Het vereiste dat het misdrijf tegen de erflater moet zijn gepleegd, is aan het opzet onttrokken. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mw. mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | bewind, aandeel in gemeenschap, deelgenoot gemeenschap, wijze van verdeling, failliet en saniet |
Auteurs | Prof. dr. S. Perrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat centraal aan wie bij de verdeling van een gemeenschap bevoegdheden toekomen indien over een aandeel in een gemeenschap een bewind is ingesteld en de deelgenoot een failliet of saniet is. |
Artikel |
Fideicommissaire schulden uit giften en uiterste wilsbeschikkingen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | fideicommis, schulden, gift, legaat, bezwaarde en verwachter |
Auteurs | Mr. dr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of de insteller van een fideicommis de bezwaarde de mogelijkheid kan geven om zo over het fideicommissaire vermogen te beschikken, dat de bezwaarde giften of legaten (dus ‘schulden’) ten laste van het fideicommissaire vermogen kan laten komen. |
Jurisprudentie |
Boerenplaatsje revisited: de openheid van ons recht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Boerenplaatsje-arrest, vindicatielegaat, fideicommis, tweetrapsmaking, voorwaarde |
Auteurs | Mr. dr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij herlezing van het Boerenplaatsje-arrest valt op dat de Hoge Raad de insteller van een fideicommissaire erfstelling de vrijheid geeft om een bepaald goed uit die nalatenschap te voorzien van een extra voorwaarde, waarmee dat goed aan het fideicommissair verband kan worden onttrokken. Daarmee lijkt de fideicommissaire erfstelling iets weg te hebben van een (universeel) vindicatielegaat. In dit artikel wordt een en ander nader onderzocht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | legitieme portie, legaat in termijnen, betalingsregeling, bedrijfsopvolging, vereenzelviging |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de mogelijkheden die het erfrecht biedt om in het kader van een bedrijfsopvolging via het testament van de ondernemer de legitieme portie van de niet-bedrijfsopvolgers in termijnen te voldoen. Dit betreft met name artikel 4:74 BW, het legaat in termijnen aan de legitimaris ter waarborging van de continuïteit van de onderneming, en de algemene erfrechtelijke betalingsregeling van artikel 4:5 BW. De auteur gaat daarbij ook in op de vraag in hoeverre de juridische structurering van de onderneming van invloed is op de toepasselijkheid van de bedoelde erfrechtelijke faciliteiten. |