Met de totstandkoming van de Advocatenwet van 23 juni 1952 is de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) ingesteld en is wettelijk geregeld dat het toezicht op de advocatuur wordt uitgeoefend door Raden van toezicht, de bestuurders van de plaatselijke orden van advocaten. De leden van de Raden van toezicht worden gekozen uit de leden van de orde. Dit systeem van zelfregulering staat ter discussie, sinds de Minister van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer van 5 maart 2010 zijn visie heeft gegeven op de “in de toekomst wenselijke en mogelijke aanpassingen van de wettelijke regelingen van het toezicht op notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders”. De visie behelst onder meer de introductie van een nieuwe toezichthouder die controle uitoefent op de naleving van wettelijke voorschriften door advocaten. Wat echter ontbreekt in deze visie is een overtuigende onderbouwing om op zoek te gaan naar een alternatief voor het bestaande systeem en daarmee een legitimatie om de keuze te laten vallen op het andere uiterste van het spectrum van toezichtstijlen. In dit essay plaatst de auteur het bestaande toezichtsysteem, de controle hierop en de visie van de Minister in het kader van het algemeen toezichtsrecht. Zij komt tot de conclusie dat een te wankele basis bestaat voor een drastische oversteek van intern naar extern toezicht. |
Diversen |
Nieuw toezicht op de advocatuur? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | zelfregulering, systeemtoezicht, toezicht op advocaten, advocatuur, De Hoogd |
Auteurs | Mr. M. de Rijke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Verscherping van het toezicht op trustkantoren |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | trustkantoren, verscherping, toezicht, belastingontwijking, witwassen |
Auteurs | Mr. M.T. van der Wulp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van de Wijzigingswet financiële markten 2010 wordt de ‘verscherping’ van het toezicht op trustkantoren ingeluid. Verkopers van rechtspersonen worden duidelijker onder het bereik van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) gebracht, terwijl kantoorverhuurbedrijven die uitsluitend domicilie verlenen (eventueel met ‘receptiewerkzaamheden’) worden uitgezonderd. Op beide punten constateerde DNB een handhavingslacune, die met deze reparatiewet wordt weggenomen. In het ter consultatie voorgelegde conceptwetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2012, wordt voorts uitvoering gegeven aan de toezeggingen, gedaan in het Evaluatierapport Wtt (ministerie van Financiën, 2010), om door verscherping van het toezicht ook ‘virtuele trustkantoren’ onder het bereik van de Wtt te brengen. |
Discussie |
Waarom ongevalsonderzoek wel/niet tot verbetering leidt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2010 |
Auteurs | Prof. dr. I. Helsloot en Prof. dr. B.J.M. Ale |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Onvoldoende toezicht op een advocaat die het geld van zijn cliënten onzorgvuldig beheertRb. Den Haag 16 september 2009, NJF 2010, 8, LJN BJ8974 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | tuchtrecht, vrije beroepsoefenaren, bestuursorganen |
Auteurs | Mr.dr. E.J. Daalder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In toenemende mate worden ook vrije beroepsbeoefenaars onderworpen aan toezicht door bestuursorganen. Traditioneel kennen vrije beroepsbeoefenaren een, soms wettelijk geregeld, tuchtrecht. Omdat het tuchtrecht in de praktijk niet wordt gezien als een voldoende effectieve vorm van toezicht, wordt gezocht naar andere mogelijkheden om de beroepsgroep te reguleren, meestal in de vorm van het introduceren van toezicht door een onafhankelijke toezichthouder. |