Responsiviteit van toezichthouders wordt veelal beschreven in procedurele zin dan wel in de zin van rekening houden met de nalevingsbereidheid van ondertoezichtstaanden. In dit artikel introduceren wij een derde vorm van responsiviteit, gericht op het type risico dat centraal staat in het toezicht. In dit artikel wordt de invloed van risicogebaseerde responsiviteit op normontwikkeling door ondertoezichtstaanden onderzocht. Het kwalitatief onderzoek bestaat uit een analyse van twee Thematisch Toezichtsprojecten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en laat een samenhang zien tussen de mate van responsiviteit en het type risico dat centraal staat in het Thematisch Toezicht. Naarmate er een betere match is tussen de aard van de interacties die de inspectie aangaat met het veld enerzijds en de aard van de risico’s die centraal staan in het toezicht, blijkt het toezicht door te werken in normontwikkeling. Hoewel wordt gepleit voor het gebruik van het concept van risicogebaseerde responsiviteit in het toezicht, is nader onderzoek nodig naar de werkingsmechanismen en de effecten daarvan. |
Artikel |
Normontwikkeling door Thematisch ToezichtDe invloed van risicogebaseerde responsiviteit op normontwikkeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | toezicht, normontwikkeling, risico’s, responsiviteit, Inspectie voor de Gezondheidszorg |
Auteurs | Drs. F.C.J. Neefjes, Prof. dr. R. Bal en Prof. dr. P.B.M. Robben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Naar een Nederlandse OmgevingsautoriteitEen pleidooi voor onafhankelijk milieutoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | toezicht, milieutoezicht, milieuhandhaving, Europees milieurecht, eerlijke concurrentieverhoudingen |
Auteurs | Prof. mr. G.A. Biezeveld en Mr. M.C. Stoové |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt onderzocht in hoeverre verband bestaat tussen de mate van effectiviteit van milieutoezicht en de mate van onafhankelijkheid van dit toezicht. Aanleiding zijn onder meer diverse milieu-incidenten (Thermphos, Probo Koala) en het niet op orde zijn van het milieutoezicht. Voor bestuurders is milieutoezicht een haast onmogelijke opgave. De organisatie van het milieutoezicht wordt getoetst aan de Nederlandse en Europese eisen aan toezicht. Geconcludeerd wordt dat gebrek aan onafhankelijkheid van milieutoezicht een belangrijke oorzaak van de bestaande problemen is. De auteurs doen aanbevelingen voor het oprichten van een Nederlandse Omgevingsautoriteit. |
Discussie |
Onafhankelijkheid en corporate governance |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2011 |
Auteurs | N.J.M. van Zijl |
Auteursinformatie |
Artikel |
Interne onafhankelijkheid binnen de boezem van toezichthoudende organisatiesOver de positie van bestuurders bij het nemen van boetebesluiten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | bestuurlijke boete, interne onafhankelijkheid, functiescheidingseis |
Auteurs | Mr. E.J. Daalder |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Awb kent bevoegdheden toe aan toezichthouders. Dat zijn individuele personen die als zodanig zijn aangewezen. In de wet en in de rechtspraak is voorzien in een functiescheidingseis: degene die een overtreding constateert, mag vervolgens niet zelf voor de overtreding een bestuurlijke boete opleggen. De vraag is of die eis ook geldt voor de bestuurder van de toezichthoudende organisatie, die ook verantwoordelijkheid draagt voor de wijze waarop de individuele toezichthouder zijn werk doet. Deze vraag wordt aan de hand van rechtspraak besproken. Conclusie is dat met het hanteren van een functiescheidingseis bij bestuurders zeer terughoudend moet worden omgesprongen. |
Artikel |
Evaluatie van de theorie en praktijk van het nieuwe onderwijstoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Evaluatie, toezichtmodel, risicoanalyse, Governance, onderwijs |
Auteurs | Dr. I.F. de Wolf en Drs. J.J.H. Verkroost |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel evalueert de theorie en praktijk van het Nederlandse onderwijstoezicht. We focussen hierbij op drie belangrijke wijzigingen, namelijk (a) het risicogerichte toezicht, (b) de bestuursaanpak en (c) de uitbreiding van het interventierepertoire. Het artikel laat zien dat zeer zwakke scholen zich over het algemeen verbeteren en dat er eerste indicaties zijn van een daling van het totaal aantal zeer zwakke scholen. Het toezicht is daarnaast vooral efficiënter geworden: er is minder toezichtlast voor scholen en het toezicht wordt gedaan met minder inspecteurs. Verder blijkt de risicoanalyse betrouwbaar en valide, maar gevoelig voor strategisch gedrag. De detectiesnelheid is met de risicoanalyse verbeterd, maar de risicoanalyse kent wel veel valse positieven. De rol van de besturen rond kwaliteitsverbetering is versterkt en verbeterafspraken met besturen worden als effectief ervaren. Bij een deel van de besturen ontbreekt wel een bruikbare verantwoording. Verder kan betere positionering van leerlingen en ouders in theorie tot meer kwaliteitsverbetering op scholen leiden, maar is hiervan in de praktijk nauwelijks sprake. |
Praktijk |
Moedig uit onmacht. Techniek van de onmacht; fatalisme in politiek en technologieOratie dr. M.J.G. van Eeten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2011 |
Auteurs | Prof. dr. J.C.J. Boutellier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van oraties die op het gebied van toezicht plaatsvinden. |
Artikel |
Goed toezicht in ziekenhuizen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | toezicht, cliëntenrechten, governance, verantwoording, bestuur |
Auteurs | prof. mr. F.C.B. van Wijmen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat mag anno 2011 van de raad van toezicht van een ziekenhuis verwacht worden? Van allerlei affaires in de gezondheidszorg gedurende de laatste vijftien jaren hebben we veel kunnen leren. Voeg daarbij dat de overheid en adviesorganen hun opvattingen en eisen op het terrein van governance hebben aangescherpt. De Zorgbrede Governancecode en plannen voor nieuwe patiëntenwetgeving (Wet cliëntenrechten zorg) leveren een indrukwekkende agenda voor een eigentijdse raad van toezicht, die in kritische wisselwerking staat met de raad van bestuur, die een dynamische verbinding onderhoudt met opdrachtgevers en belanghebbenden en die als het moet krachtig en correctief kan ingrijpen. |