Nederland transformeert naar een datagedreven samenleving. De politie, de Belastingdienst en uitkeringsinstanties experimenteren met Big Data; private partijen, zoals sociale media, banken, en medische organisaties gebruiken algoritmes en profielen om beleidskeuzes te maken. Daarbij worden beleidskeuzes steeds meer geautomatiseerd. Uit de substantiële hoeveelheden data die worden verzameld worden patronen, correlaties en waarschijnlijke verbanden tussen verschillende datapunten gedestilleerd. De profielen die op basis daarvan worden vervaardigd worden gebruikt om keuzes te maken over toekomstige gevallen. Hierdoor wordt het besluit- en beleidsvormingsproces in toenemende mate gestandaardiseerd. De hoop is dat de door data-analyse geïnformeerde besluiten kwalitatief beter zullen zijn en dit de uitvoering van het beleid effectiever en efficiënter zal maken. In onderzoek dat is verricht in opdracht van het ministerie van Justitie en veiligheid wordt geconcludeerd dat tien veranderingen aan het Nederlands recht nodig zijn om deze transitie in goede banen te leiden. |
Zoekresultaat: 16 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Toezicht x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | autonome systemen, datagedreven besluitvorming, profilering, procesrecht |
Auteurs | Bart van der Sloot en Sascha van Schendel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Onderzoek naar de mogelijke juridische integratie van de Elektriciteits-, Gas- en Warmtewet en een uniform toezicht op de energiesector |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Integrale energiewet, energietransitie, toezicht, ACM |
Auteurs | Saskia Lavrijssen, Frits van der Velde, Patrick Köpsel Sanz e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage geeft de belangrijkste bevindingen weer van een onderzoek naar de vraag in hoeverre integratie van de Nederlandse Gas-, Elektriciteits- en Warmtewet en de stroomlijning van het toezicht hierop mogelijk is. Op basis van de bevindingen van dit onderzoek zijn drie belangrijke conclusies te trekken. Allereerst bestaan grote mogelijkheden tot integratie van de Gaswet en Elektriciteitswet 1998 en de uniformering van het toezicht hierop. Desalniettemin bestaan ook barrières tot integratie. Zo leiden de begripsomschrijvingen van de kernbegrippen tot problemen voor integratie. Dit probleem wordt verergerd door de recente inwerkingtreding van de Europese netwerkcodes door de Europese Commissie, die buiten het bestek van dit onderzoek vallen. Daarnaast bestaan grote verschillen tussen de Warmtewet enerzijds en de Gas- en Elektriciteitswet anderzijds, omdat de bepalingen uit de Warmtewet een gebrek aan vergelijkbare artikelen vertonen. Daarom kan worden geconcludeerd dat de huidige Warmtewet nog niet te integreren is met de huidige Elektriciteitswet 1998 en Gaswet. Ten derde komen de meeste belemmeringen voort uit Nederlands beleid. Dit betekent dat de Nederlandse wetgever de ruimte heeft om de verschillende bepalingen aan te passen en te integreren. Op basis van bovenstaande conclusies en wanneer er speciale aandacht aan het begrippenkader wordt gegeven lijkt het mogelijk om een integrale energiewet met geharmoniseerd toezicht door de Autoriteit Consument en Markt in de elektriciteits- en gasmarkt te creëren, mits de grenzen van het Europees recht en technologische kenmerken van de markten worden gerespecteerd. |
Casus |
Ontwikkeling van een afwegingskader vertrouwen voor toezichthoudersLessen uit de praktijk van de IGJ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Vertrouwen, Toezicht, operationaliseren, afwegingskader, gezondheidszorg |
Auteurs | Sandra Spronk, Heleen Buijze, Paul Zwietering e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Diverse toezichthouders hebben vertrouwen in ondertoezichtstaanden gekozen als uitgangspunt. Inspecteurs van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vinden vertrouwen een lastig te hanteren begrip. Tegelijk geven zij aan dat vertrouwen wel een grote rol speelt bij hun oordeel en handhaving. Ze missen echter handvatten om de afweging van vertrouwen in de zorgaanbieder te kunnen expliciteren en te onderbouwen. Dit is voor de IGJ aanleiding om vanuit het perspectief van de IGJ praktijkonderzoek te doen naar het begrip vertrouwen. Dit leidt tot het afwegingskader. |
Diversen |
Privacy bij digitale gegevensuitwisseling tussen toezicht en opsporing Inspectieview Milieu als praktijkvoorbeeld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | privacy, samenwerking, ICT, wetgeving, gedragscode |
Auteurs | Mr. Caroline Coolen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Digitale gegevensuitwisseling tussen toezicht- en opsporingsinstanties betekent een nieuwe manier van werken. Voor welke vragen staat de uitvoeringspraktijk en is die er klaar voor? En hoe staat het met de wetgeving? In dit artikel staat de praktijk bij de totstandkoming van Inspectieview Milieu centraal. Dit traject is een voorbeeld van hoe het elders gaat of zou kunnen gaan. Maar er is meer nodig… In eerste instantie een brede verkenning naar de manier waarop toezicht en opsporing met elkaar samenwerken en op welke wijze ICT daarbij kan ondersteunen. Een belangrijke vervolgvraag is wat daar wettelijk nog voor nodig is. De uitvoeringspraktijk hoeft daar niet op te wachten. Er kan al gestart worden met een gezamenlijke ‘Gedragscode samenwerking en informatie-uitwisseling toezicht en opsporing’ zodat niemand meer het wiel hoeft uit te vinden. |
Artikel |
Als de inspecteurs slapenMysteryshoppen door jongvolwassenen bij handhaving tabak- en alcoholwetgeving en de casus van overtredingen van het rookverbod in cafés in de avond en nacht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | rookverbod, horeca, naleving, mysteryshop, Nederland |
Auteurs | Dr. Gera Nagelhout, Prof. dr. Marc Willemsen, Dr. Joris van Hoof e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mysteryshoppen is de standaard bij onderzoek naar naleving van tabak- en alcoholwetgeving. Vaak worden jongvolwassenen ingezet, zodat verkopers of eigenaren minder snel vermoeden dat een inspectie of observatie gaande is. In twee pilotstudies hebben we gebruikgemaakt van de mysteryshopmethode om te onderzoeken in hoeverre naleving van het rookverbod samenhangt met het tijdstip van het cafébezoek. Beide pilotstudies lieten zien dat het aantal overtredingen verdubbelde na 23.00 uur. Bij het gebruik van de mysteryshopmethode voor onderzoeks- of handhavingsdoeleinden moet daarom rekening gehouden worden met het feit dat de steekproef van bezoekmomenten bepalend kan zijn voor de uitkomsten. |
Artikel |
Online-opsporing en ontmoediging van vuurwerkdadersCombinatie preventie en repressie via een publiek-private samenwerking |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | illegaal vuurwerk, VeiligheidNL, Task Force Opsporing Vuurwerkbommenmakers (TFOVB), leerpunten internetopsporing, publiek-private samenwerking, vuurwerkdaders ontmoedigen |
Auteurs | Cees Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste drie jaarwisselingen zijn door de Task Force Opsporing Vuurwerkbommenmakers (TFOVB) vernieuwende online interventies uitgevoerd, waarmee (potentiële) vuurwerkdaders werden opgespoord en ontmoedigd om zwaar illegaal knalvuurwerk en vuurwerkbommen te bestellen, maken, verhandelen en afsteken. Uniek in de TFOVB was de publiek-private samenwerking bij de opsporing en ontmoediging van (potentiële) vuurwerkdaders. Het artikel beschrijft opzet, uitvoering en resultaten van de interventies, die zich hebben gericht op het afbreken van het online podium van vuurwerkdaders en op het ontmoedigen van (potentiële) bestellers van zwaar illegaal knalvuurwerk bij Poolse webwinkels. De beoogde meerwaarde die de samenwerking had voor de deelnemende organisaties was groot. De successen en leerpunten van de TFOVB-aanpak zijn eveneens voorstelbaar bij de inzet van online opsporingsmethoden voor andere thema’s en andere dadergroepen. |
Artikel |
Ruimte voor strategieDe relatie tussen toezicht en media nader bezien |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Media, Medialogica, Percepties |
Auteurs | Dr. Martijn van der Steen, Prof. dr. Erik-Hans Klijn, Prof. dr. Mark van Twist e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de relatie tussen toezicht en de media. De auteurs zetten in dit artikel rond dit thema twee stappen. De eerste stap is dat ze de relatie tussen media en toezicht bezien voorbij het vaak gevestigde beeld van de problematische medialogica, die het toezicht – en het beleid – vooral in de weg zit. In de tweede stap betogen ze hetzelfde, maar dan meer empirisch. Hun onderzoek geeft inzicht in de percepties van professionals uit het toezicht over media. |
Diversen |
Het interne toezicht en kwaliteit van zorg: ervaringen uit de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
Auteursinformatie |
Artikel |
Toezichthouders op de tramEen studie naar de handhaving van het ov-verbod in Amsterdam en Rotterdam |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | beveiligers, handhavers, boa’s, openbaar vervoer, ov-verbod |
Auteurs | Dr. R. van Steden, Mr. drs. M.B. Schuilenburg, L. Leemeijer MSc e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zogeheten ‘nieuwe toezichthouders’ in de vorm van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en particuliere beveiligers moeten in Amsterdamse en Rotterdamse trams service verlenen en huisregels handhaven. Bij overtreding van deze huisregels kunnen zij in het uiterste geval een openbaarvervoerverbod (ov-verbod) aan reizigers opleggen. Onderhavige studie laat zien welke haken en ogen daar in de praktijk aan zitten. |
Column |
Naar efficiënt en effectief toezicht op BRZO-bedrijven |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Auteurs | A. van der Rest |
Auteursinformatie |
Diversen |
Beoordeling effectiviteit ‘Nieuwe Stijl’Een praktijkperspectief op het beoordelen van de effectiviteit van een toezichthouder |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | toezichthouder, effectiviteit, toezicht, beoordeling |
Auteurs | Ir. B.P.A. van Mil, Ir. A.E. Dijkzeul en Ir. M. Noordink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een praktijkperspectief gegeven op de beoordeling van de effectiviteit van toezichthouders. Uit evaluaties van markttoezichthouders en rijksinspecties is naar voren gekomen dat het bepalen van de effectiviteit van een toezichthouder niet stopt bij het ‘tellen en turven’ van de input, throughput, output en outcome en het vervolgens leggen van causale verbanden daartussen. Immers, die verbanden zijn niet eenduidig en de evaluator die dat impliceert, doet onvoldoende recht aan de complexiteit van de werkelijkheid. Het gaat erom of een toezichthouder intelligente afwegingen maakt ten aanzien van een aantal lastige vraagstukken rond effectiviteit en deze kan expliciteren. In deze bijdrage wordt aangegeven wat die lastige vraagstukken zijn en wat vervolgens de vijf belangrijke invalshoeken zijn om te beoordelen of de desbetreffende toezichthouder daar doeltreffend en doelmatig mee omgaat. |
Artikel |
NMa en NZa: houd je bij je leest!Een analyse van de mededingingsbevoegdheden van beide toezichthouders aan de hand van het Samenwerkingsprotocol NMa-NZa 2010 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | samenwerkingsprotocol, mededingingsbevoegdheden, NMa, NZa, samenwerkingsprotocol NMa-NZa 2010 |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2010 zijn de NMa en de NZa een nieuw samenwerkingsprotocol overeengekomen. Hierin is vastgelegd hoe beide toezichthouders zullen omgaan met situaties waarin hun mededingingsbevoegdheden elkaar raken dan wel overlappen. Uit de kernafspraken blijkt dat beide toezichthouders weinig idee hebben als het gaat om de vraag hoe hun mededingingsbevoegdheden zich tot elkaar verhouden. In drie van de vier afspraken die gericht zijn op het voorkomen van dubbel toezicht is helemaal geen sprake van dubbel toezicht. De afspraken met betrekking tot de wijze waarop de NZa haar zienswijzen in concentratiezaken dient in te vullen zijn niet functioneel dan wel contraproductief. |
Diversen |
Nieuw toezicht op de advocatuur? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | zelfregulering, systeemtoezicht, toezicht op advocaten, advocatuur, De Hoogd |
Auteurs | Mr. M. de Rijke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de totstandkoming van de Advocatenwet van 23 juni 1952 is de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) ingesteld en is wettelijk geregeld dat het toezicht op de advocatuur wordt uitgeoefend door Raden van toezicht, de bestuurders van de plaatselijke orden van advocaten. De leden van de Raden van toezicht worden gekozen uit de leden van de orde. Dit systeem van zelfregulering staat ter discussie, sinds de Minister van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer van 5 maart 2010 zijn visie heeft gegeven op de “in de toekomst wenselijke en mogelijke aanpassingen van de wettelijke regelingen van het toezicht op notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders”. De visie behelst onder meer de introductie van een nieuwe toezichthouder die controle uitoefent op de naleving van wettelijke voorschriften door advocaten. Wat echter ontbreekt in deze visie is een overtuigende onderbouwing om op zoek te gaan naar een alternatief voor het bestaande systeem en daarmee een legitimatie om de keuze te laten vallen op het andere uiterste van het spectrum van toezichtstijlen. In dit essay plaatst de auteur het bestaande toezichtsysteem, de controle hierop en de visie van de Minister in het kader van het algemeen toezichtsrecht. Zij komt tot de conclusie dat een te wankele basis bestaat voor een drastische oversteek van intern naar extern toezicht. |
Artikel |
Afwegingskader bij het gebruik van zelfreguleringsinstrumenten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | zelfregulering, wetgeving, afwegingskader, economisch perspectief |
Auteurs | Prof. dr. B.E. Baarsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft beleidsmakers en ondernemers(organisaties) handvatten om te kunnen beoordelen of zelfregulering een haalbare en wenselijke optie is. Stel er is een probleem. Niet zo maar een probleem, maar een probleem waarbij een publiek belang in het geding is. Hoe kan dit probleem dan het best worden opgelost, met overheidsregulering (wetgeving) of met zelfregulering? En als zelfregulering een optie is, welk van de vele beschikbare instrumenten heeft dan de voorkeur? Wat zijn de risico’s en kansen van de verschillende soorten afspraken? Deze vragen kunnen worden beantwoord met het in dit artikel beschreven afwegingskader. Het kader is vanuit een economisch perspectief opgesteld. |
Artikel |
De Inspectie voor de Gezondheidszorg en het tuchtrechtMeer uniformiteit bij het indienen van tuchtzaken en minder jaarlijkse fluctuatie in aantal tuchtklachten gewenst |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | tuchtrecht, Inspectie voor de Gezondheidszorg, uniformiteit, effectiviteit, besluitvorming |
Auteurs | Dr. ir. F.A.G. Hout, R. Stibane, Msc., Mr. dr. B.J.M. Frederiks e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onderzocht is hoe de inspectie omgaat met de bevoegdheid om tegen een beroepsbeoefenaar een klacht bij het tuchtcollege in te dienen. Klachten van de inspectie worden veel vaker gegrond verklaard dan tuchtklachten van burgers en het tuchtrecht heeft een specifieke rol ten opzichte van andere instrumenten die de inspectie kan inzetten. Het jaarlijkse aantal ingediende tuchtzaken door de inspectie fluctueert echter sterk en inspecteurs gebruiken niet dezelfde overwegingen bij het inzetten van het tuchtrecht. Een eenduidig(er) beleid, onderbouwing van de besluitvorming en een richtlijn van ten minste twintig tuchtklachten per jaar verdient aanbeveling. |
Jurisprudentie |
Onvoldoende toezicht op een advocaat die het geld van zijn cliënten onzorgvuldig beheertRb. Den Haag 16 september 2009, NJF 2010, 8, LJN BJ8974 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | tuchtrecht, vrije beroepsoefenaren, bestuursorganen |
Auteurs | Mr.dr. E.J. Daalder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In toenemende mate worden ook vrije beroepsbeoefenaars onderworpen aan toezicht door bestuursorganen. Traditioneel kennen vrije beroepsbeoefenaren een, soms wettelijk geregeld, tuchtrecht. Omdat het tuchtrecht in de praktijk niet wordt gezien als een voldoende effectieve vorm van toezicht, wordt gezocht naar andere mogelijkheden om de beroepsgroep te reguleren, meestal in de vorm van het introduceren van toezicht door een onafhankelijke toezichthouder. |