In deze bijdrage wordt voortgebouwd op het idee dat onafhankelijkheid een kernwaarde is van toezicht. De auteurs gaan in op de voornaamste redenen voor onafhankelijkheid en de oorzaken van de ‘onrust’. Tot slot schetsen zij de contouren van een structurele oplossing voor de spanning tussen de politiek en toezichthouders. |
Diversen |
Onrustige onafhankelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | WRR-rapport, onafhankelijkheid, kernwaarde |
Auteurs | Margot Aelen en Gustaaf Biezeveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Diversen |
Het publieke belang van professionele toezichthouders |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | WRR-rapport, toezichthouder, inspecteur, personeel, opleiding |
Auteurs | Ko de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel bespreekt de auteur het WRR-rapport vanuit het perspectief van de toezichthouder. Hiermee doelt hij op de ‘toezichthoudende instantie’ maar meer nog op de ‘persoon van de inspecteur’ |
Diversen |
Nieuwsmedia als transparanteurs |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Dr. Erna Scholtes |
Auteursinformatie |
Artikel |
Betalen versus bepalenDe hernieuwde verhouding tussen de minister en de AFM en DNB vanuit het perspectief van de financiering van toezicht en de politieke onafhankelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | financieel toezicht, bekostiging van toezicht, onafhankelijkheid van toezichthouders, ministeriële verantwoordelijkheid voor financieel toezicht |
Auteurs | mr. drs. K. Raaijmakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op de vraag hoe de onttrekkende beweging van de overheid bij de financiering van financieel toezicht zich verhoudt tot de versteviging van de bevoegdheden van de minister van Financiën ten aanzien van de financieeltoezichthouders. Deze vraag raakt de ministeriële verantwoordelijkheid enerzijds en de politieke onafhankelijkheid van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) anderzijds. Daarnaast past deze vraag in een bredere discussie rondom de financiering van toezicht en het uitoefenen van controle op de toezichthouder door de overheid. |
Diversen |
De stadswacht als frontlijnambtenaarParticiperend onderzoek naar het optreden van Rotterdamse stadswachten in de openbare ruimte |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | stadswachten, participerend onderzoek, buitengewoon opsporingsambtenaar (boa), Politietaken |
Auteurs | Dr. R. Willemse, Drs. S.J. Dickson en Drs. C.R. de Waijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In steeds meer gemeenten zijn buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) in de openbare ruimte actief. Hun taken verschillen per gemeente, maar gemeenschappelijk is dat zij handhavende bevoegdheden hebben. De Rekenkamer Rotterdam heeft onderzoek gedaan naar het opereren van de Rotterdamse stadswachten in de openbare ruimte. De leidende vraag is op welke wijze zij in de openbare ruimte handelen, mede in het licht van de theorie over frontlijnambtenaren, en hoe dit optreden dient te worden beoordeeld. |
Artikel |
Proxy-toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | proxy-toezicht, intern toezicht, extern toezicht |
Auteurs | Dr. J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een van de vragen die de redactie bij de voorbereiding van dit themanummer formuleerde is: ‘In hoeverre is er een vruchtbare wisselwerking mogelijk tussen publiek of extern toezicht en intern toezicht?’ Deze vraag is van groot belang, omdat aan veel hedendaags toezichtsbeleid allerlei veronderstellingen ten grondslag liggen over manieren waarop ‘intern toezicht’ en ‘extern toezicht’ elkaar kunnen aanvullen en ondersteunen. Een vergaande veronderstelling op dit vlak is dat de ‘interne toezichthouder’ een deel of het geheel van de taak van de ‘externe toezichthouder’ kan en zal overnemen. De auteur noemt dat ‘proxy-toezicht’. De vraagstelling van het artikel is, onder welke voorwaarden een proxy-toezichthouder een publiek belang binnen een organisatie zou kunnen borgen. |