In een spraakmakende zedenzaak verstrekte de verdediging na afloop van de zitting de pleitnotities in ongeclausuleerde vorm aan de media met als gevolg dat zeer gevoelige informatie aangaande de slachtoffers in Curaçao in de openbaarheid kwam. In deze bijdrage onderzoekt de auteur in hoeverre deze wijze van het verspreiden van pleitnotities in lijn is met de jurisprudentie van het EHRM inzake artikel 8 en 10 EVRM. |
Zoekresultaat: 10 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Caribisch Juristenblad x
Artikel |
Het verstrekken van pleitnotities aan media |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | verspreiden pleitnotities, artikel 8 EVRM, artikel 10 EVRM, civiele criteria rectificatie, kleinschalige samenleving |
Auteurs | Mr. O.E. Kostrzewski |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Alcohol en drugs in het weg-, vlieg- en vaarverkeer |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | wegenverkeersverordening, alcohol, roekeloos, strafbaar, bloedonderzoek |
Auteurs | Mw. mr. W.A.M. Hu-a-ng |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van nieuwsberichten omtrent roekeloos rij-, vlieg- en vaargedrag is de strafbaarstelling van het gebruik van alcohol of drugs door chauffeurs, piloten en schippers in het weg-, lucht- en vaarverkeer in Curaçao onder de loep genomen. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de situatie in Aruba en Nederland, waarbij de nadruk ligt op beantwoording van de vraag of de Curaçaose wetgeving toereikend is om het rijden, vliegen en varen onder invloed van alcohol en drugs optimaal te kunnen bestrijden. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Artikel |
De screening van ministers (en staatssecretarissen) in het Koninkrijk der Nederlanden: ‘to screen or not to screen, that is the question …’ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | ministeriabiliteit, screening, toetsing, ministers, integriteit |
Auteurs | Mr. M.F. Murray |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voorafgaand aan de benoeming van ministers (en staatssecretarissen in Nederland) van de landen in het Koninkrijk der Nederlanden vindt er een toetsing van de benoembaarheid plaats. Deze toetsing, ook wel aangeduid als screening, is in de afzonderlijke landen verschillend geregeld. De auteur bespreekt de overeenkomsten en verschillen van de screening die allen als doel hebben de integriteit van het bestuur in het Koninkrijk te waarborgen. De revue passeren aldus de wijze van benoeming van ministers, de vastlegging van de toetsing (variërend van een schrijven van de minister-president aan de Tweede Kamer tot een wet in formele zin in Curacao en Sint Maarten), de legaliteit van de verschillende regelingen maar ook de feitelijk uit te voeren onderzoeken en daaraan te verbinden conclusies. Afgesloten wordt met een aanbeveling tot uniformering van de screening in het Koninkrijk. |
Artikel |
Cameratoezicht op de werkvloer: hoelang mag het begluren van werknemers op de Caribische eilanden nog voortduren? |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | cameratoezicht, bescherming persoonsgegevens, camerabeelden, Lbp |
Auteurs | N.M.Q. van der Neut |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 januari 2016 is de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wbp, in Nederland gewijzigd. Dit doet de vraag rijzen of de (Caribische) Landsverordening bescherming persoonsgegevens, de Lbp, ook aangepast dient te worden. De wijzigingen worden geëvalueerd aan de hand van de rechtmatigheid en toelaatbaarheid van (heimelijk) cameratoezicht op de werkvloer. De belangrijkste wijziging houdt in dat direct een boete kan worden opgelegd indien in strijd met de Wbp wordt gehandeld ingeval sprake is van een opzettelijk gepleegde overtreding of ernstig verwijtbare nalatigheid. Dit brengt een afschrikkend effect mee, hetgeen reden is om ook de Lbp te wijzigen. |
Artikel |
Ontbinding of opzegging van de huurovereenkomst wegens wanbetaling |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Huurovereenkomst, Huur woonruimte, Beëindiging wegens huurachterstand, Drie maanden |
Auteurs | Mr. W.J. Noordhuizen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deel 12 van de Studiereeks Nederlands-Antilliaans en Arubaans Recht (SNAAR), over het Nederlands-Caribisch huurrecht, werd opgemerkt dat een huurachterstand van ten minste drie maanden, waarbij op korte termijn geen concreet zicht bestaat op volledige afbetaling van het openstaande bedrag, doorgaans voldoende is om de huur te beëindigen. Een dergelijke vooropstelling komt men in de rechtspraak wel tegen. In de praktijk kan het door de verschillende procedures die aan ontruiming voorafgaan (doorgaans) meer dan drie maanden duren voordat de verhuurder weer over de woonruimte kan beschikken. Tijdens het wetgevingsproces zijn daarover in Sint Maarten vragen gesteld. Waar komt die driemaandentermijn vandaan? En is die (nog) wel gerechtvaardigd? |
Artikel |
De Wet BOB tegen het (zon)licht gehoudenDe Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden in Aruba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | bijzondere opsporingsbevoegdheden, strafvordering, BOB, dwangmiddelen |
Auteurs | Mr. E. Witjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in dit artikel een aantal bijzondere opsporingsbevoegdheden uit de Wet BOB, die in 2012 in werking is getreden op Aruba (en Curaçao en Sint Maarten). Achtereenvolgens worden planmatige observatie, infiltratie, pseudokoop of -dienstverlening, stelselmatig inwinnen van informatie, bevoegdheden in een besloten plaats, het opnemen van (vertrouwelijke) communicatie, burgerpseudokoop of -dienstverlening en inwinnen van informatie en burgerinfiltratie besproken. Hierbij worden de ervaringen betrokken die in Nederland zijn opgedaan met deze wet (de Wet BOB functioneert daar reeds een decennium), voor zover dit relevant is voor de Caribische situatie. Het artikel beoogt naast een algemene introductie ook enkele pijnpunten bloot te leggen en suggesties te doen ten behoeve van het functioneren van de Wet BOB in kleinschalige rechtsordes. |
Artikel |
Bespiegelingen aangaande de juridisering en commercialisering van het Curaçaose carnaval |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Carnaval, commercie, retributie, Auteursrecht, portretrecht |
Auteurs | Dr. J. Sybesma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het carnaval van Curaçao is uitgegroeid tot een groot publiek feest van pracht en praal. Grote evenementen kosten veel geld. Waar geld te halen valt zijn commerciële belangen in het spel. En waar geld gemoeid is ontstaan discussies en ruzies. Ruzies lopen uit in juridische procedures omdat iedere partij het gelijk aan zijn kant tracht te krijgen. Tot een van de opvallende procedures tijdens het carnaval 2012 behoorde de poging een platinumsectie tijdens het Tumbafestival naast de bestaande in te stellen. Een ander opvallend geschil betrof schending van het portretrecht van de carnavalsgroepen door de uitzendingen van TeleCuraçao/TDS, indien daarvoor geen vergoeding zou worden betaald. Uiteindelijk kreeg TeleCuraçao/TDS het alleenrecht voor commerciële uitzendingen door betaling van een aanzienlijke geldsom. Dit artikel werkt het juridisch kader van het voornoemde nader uit. |
Artikel |
Bijzondere opsporingsbevoegdheden in Curaçao |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | BOB, Wetboek van Strafvordering, opsporingsbevoegdheden, infiltratie, planmatig |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. R.J. Verbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 3 april 2012 is de Landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafvordering (bijzondere opsporingsbevoegdheden en andere spoedeisende veranderingen) aangenomen door de Staten van Curaçao. In deze bijdrage bespreken de auteurs deze Landsverordening. De auteurs maken deel uit van het Antilliaanse projectteam van prof. Hans de Doelder van de Erasmus Universiteit en hebben in die hoedanigheid een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het nieuwe Wetboek van Strafrecht en de Landsverordening BOB. In het artikel wordt allereerst de noodzaak van de BOB-wetgeving besproken. De auteurs maken duidelijk waarom Curaçao niet langer zonder BOB-wetgeving kan. Vervolgens worden de algemene uitgangspunten van de Landsverordening besproken, waarbij aandacht wordt besteed aan de verschillen met de Nederlandse BOB-wet, de gevallen en gronden voor toepassing van de dwangmiddelen, de rol van de officier van justitie en de procureur-generaal en de overige algemene bepalingen uit de wet. Tot slot worden de verschillende bijzondere opsporingsbevoegdheden besproken, waarbij uitgebreid aandacht wordt besteed aan planmatige observatie, infiltratie en het opnemen en onderzoek van communicatie. |