In deel 12 van de Studiereeks Nederlands-Antilliaans en Arubaans Recht (SNAAR), over het Nederlands-Caribisch huurrecht, werd opgemerkt dat een huurachterstand van ten minste drie maanden, waarbij op korte termijn geen concreet zicht bestaat op volledige afbetaling van het openstaande bedrag, doorgaans voldoende is om de huur te beëindigen. Een dergelijke vooropstelling komt men in de rechtspraak wel tegen. In de praktijk kan het door de verschillende procedures die aan ontruiming voorafgaan (doorgaans) meer dan drie maanden duren voordat de verhuurder weer over de woonruimte kan beschikken. Tijdens het wetgevingsproces zijn daarover in Sint Maarten vragen gesteld. Waar komt die driemaandentermijn vandaan? En is die (nog) wel gerechtvaardigd? |
Artikel |
Ontbinding of opzegging van de huurovereenkomst wegens wanbetaling |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Huurovereenkomst, Huur woonruimte, Beëindiging wegens huurachterstand, Drie maanden |
Auteurs | Mr. W.J. Noordhuizen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. J. de Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
Over de rol van leemtes in de wet bij de ontwikkeling van concordante rechtspraak |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Concordantie van rechtspraak, Leemte in de wet |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In welke gevallen ontwikkelt de burgerlijk rechter in het Caribische deel van het Koninkrijk concordante rechtspraak? Schr. onderzoekt deze vraag aan de hand van rechtspraak over de begrippen ‘leemte in de wet’ en ‘concordantie van rechtspraak’. De conclusie is dat leemtes in de wet er in soorten en maten zijn en dat de aard van de leemte in de wet in sommige gevallen direct of indirect gezichtspunten kan opleveren die van belang zijn bij de beoordeling van deze vraag. |
Jurisprudentie |
Annotatie bij GHvJ 3 oktober 2014, ECLI:NL:OGHACMB:2014:36,KG 80/14 - HAR 36/14 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Mr.dr. J.P. de Haan |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Mr. Jan de Boer |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Annotatie bij HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:186, 14/01997 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Prof. mr. G.R. de Groot |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2015 |
Auteurs | Mr. Jan de Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
Autonomie: geen recht zonder verantwoordelijkheid |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Koninkrijksrecht, staatsstructuur, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, Koninkrijksaangelegenheden, autonomie |
Auteurs | Mr. R.R. Santos do Nascimento |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de 21ste eeuw blijkt meer dan ooit dat verzorging van het algemeen welzijn een verantwoordelijkheid is die staten niet onafhankelijk kunnen dragen. Dit brengt de noodzaak van steeds meer onderlinge afstemming en samenwerking met zich. Tegen deze achtergrond onderzoekt de auteur hoe de autonomie van de Caribische Landen binnen het Koninkrijk moet worden opgevat, waarbij hij tot de conclusie komt dat de belangen van burger en Koninkrijk met zich brengen dat autonomie begrepen moet worden als meer dan enkel een recht dat Nederland dient te eerbiedigen: autonomie is ook en vooral een plicht met de daaraan noodzakelijk gekoppelde verantwoordelijkheden. |