|
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | Dr. H.J. van Kooten en dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Dr. H.J. van Kooten en dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Mr. K. Frielink |
Auteursinformatie |
Praktijk |
TimeshareOvernachtingsaccommodaties, de overeenkomst betreffende een vakantieproduct van lange duur en de uitwisselingsovereenkomst (clublidmaatschap) |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Dr. P. Klik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Staatsrechtelijke consequenties van de toekenning van een UPG-status aan de Caribische eilandgebieden |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | ultraperifeer gebied (UPG), Europees recht, koninkrijksverhoudingen, toezicht, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H.G. Hoogers, prof. mr. H.E. Bröring en dr. D. Kochenov |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over de gevolgen van de keuze voor de status van ultraperifeer gebied (UPG) voor het constitutionele ordeningsmodel van het Statuut. Aan de orde komen de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor de implementatie en toepassing van Europees recht en de gevolgen in geval van niet nakoming van dit recht. Wie is aansprakelijk? Wat betekent dat voor de Koninkrijksverhoudingen? Zijn nieuwe toezichts- en regresvoorzieningen noodzakelijk? De bijdrage maakt duidelijk dat de (sterk ontwikkelde) Europese rechtsorde en de (zwak ontwikkelde) rechtsorde van het Koninkrijk zich moeizaam tot elkaar verhouden. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in (voormalig) Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zakenVierde kwartaal 2010 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zakenDerde kwartaal 2010 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Artikel |
De investeringsvergoeding bij opzegging |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | investeringsvergoeding, aanvullende schadevergoeding, opzegging, duurovereenkomst, investeringen |
Auteurs | Mr. J. van de Peppel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In geval van opzegging van een onbenoemde commerciële duurovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft zowel het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba als de Hoge Raad aan de hand van de redelijkheid en billijkheid als grondslag geoordeeld over de verplichting tot aanvullende schadevergoeding voor niet terug te verdienen investeringen. Ter onderbouwing van de redelijkheid en billijkheid kunnen als factoren dienen een gerechtvaardigd vertrouwen van de opgezegde partij in het terugverdienen van de investeringen en het intreden van de schade vanwege een gedraging van de opzeggende partij. Onderbouwing met andere factoren, zoals het wilsgebrek in ruime zin met een daarbij horend toedoen, is soms mogelijk. |