Dit artikel gaat over oproepingsprocessen-verbaal en het grote onrecht dat de burger door de overheid aangedaan kan worden indien het model van de oproepingsprocessen-verbaal niet meer overeenkomt met wat dagelijks in de praktijk wordt uitgeschreven. Wet en praktijk sluiten dus niet meer op elkaar aan. Het rechtszekerheidsbeginsel brengt met zich mee dat de burger recht heeft op goede wetgeving maar ook op een juiste toepassing ervan. Mijn conclusie is dat het Wetboek van Strafvordering en het Landsbesluit modelformulieren strafvordering aangepast zouden kunnen worden in verband met de termen ‘formulier’ en ‘modelformulier’. |
Zoekresultaat: 9 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Caribisch Juristenblad x
Artikel |
Oproepingsprocessen-verbaal |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Wetboek van Strafvordering, oproepingsprocessen-verbaal, grammaticale wetsinterpretatiemethode, model, modelformulier |
Auteurs | Mr. W.A.M. Hu-a-ng |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Annotatie bij Gemeenschappelijk Hof van Justitie 28 april 2016, ECLI:NL:OGHACMB:2016:21 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Prof. mr. T.M. Schalken |
Auteursinformatie |
Artikel |
De handhaving van het vreemdelingenrecht in Curaçao |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | vreemdelingenrecht, handhaving, Landsverordening toelating en uitzetting, Toelatingsbesluit, Landsverordening arbeid vreemdelingen |
Auteurs | Prof. mr. L.J.J. Rogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de handhaving van het vreemdelingenrecht op basis van de Landsverordening toelating en uitzetting (Ltu), het Toelatingsbesluit (Tb) en de beleidsregels ter uitvoering van deze regelgeving centraal. Ook wordt aandacht geschonken aan de Landsverordening arbeid vreemdelingen (Lav), de Landsverordening identificatieplicht (Lvi), de Landsverordening basisverzekering ziektekosten (Lbz) en de Vestigingsregeling voor bedrijven, die ook aanknopingspunten bieden voor de handhaving van het vreemdelingenrecht. |
Jurisprudentie |
Annotatie bij Hoge Raad 21 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:468 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Mr. A.P. Verhaegh |
Auteursinformatie |
Artikel |
De koningseed als moreel en realistisch venster op koninkrijksrelatiesEen ministaatsleer van het Euro-Caribische Koninkrijk der Nederlanden |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | koningseed, koninkrijksrelaties, rechtswaarborgen voor bevolking, vrije associatie, onafhankelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. J.B.J.M. ten Berge |
SamenvattingAuteursinformatie |
De koningseed is een ministaatsleer van het Koninkrijk der Nederlanden als doelgemeenschap van volkeren met elk een eigen nationalisme. De staatkundige vorm van deze volkerengemeenschap is een postkoloniale mengvorm van integratie in het oude moederland en een vrije associatie. Doelen zijn het voor de bevolking waarborgen van (1) externe veiligheid (defensie), (2) een interne democratische rechtsorde, (3)welvaart en (4) internationaal burgerschap. In de steeds weer oplaaiende discussies over onafhankelijkheid zal dan ook gezocht moeten worden naar alternatieve garanties voor de bevolking op alle vier punten. |
Artikel |
Vraag en aanbod binnen het Arubaanse forensisch-psychiatrische veld |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | Therapeutische maatregelen, Terbeschikkingstelling (tbs), Strafrechtelijke opvang verslaafden (sov), Ondercuratelestelling met last tot plaatsing, Plaatsing psychiatrisch ziekenhuis |
Auteurs | Mr. R.S.T. Gaarthuis en Prof. dr. F. Koenraadt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de loop van 2014 zal op Aruba een nieuw Wetboek van Strafrecht in werking treden. Dit wetboek voorziet onder andere in de introductie van een aantal nieuwe op therapeutische leest geschoeide beveiligingsmaatregelen, zoals tbs, SOV en de strafrechtelijke ondercuratelestelling. De auteurs inventariseren de beschikbaarheid van (bestaande en aanstaande) juridische titels binnen het Arubaanse recht ten behoeve van gedwongen opneming van psychisch gestoorde of verslaafde volwassenen die vanwege onaangepast, zelfdestructief en/of delinquent gedrag met politie of justitie in aanraking komen. Deze titels worden besproken en aan een kritische analyse onderworpen. Daarnaast wordt bezien in hoeverre het huidige aanbod van forensisch-psychiatrische voorzieningen op het eiland toereikend zal zijn in het licht van de behoefte die zal ontstaan zodra het nieuwe wetboek in volle omvang in werking treedt. |
Artikel |
De strafrechter als executierechter in het kader van het strafvorderlijk kort geding (art. 43 Sv) |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | executierechter, strafvorderlijk kort geding, voorwaardelijke invrijheidsstelling, elektronisch toezicht |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Over de vraag of artikel 43 Wetboek van Strafvordering (‘strafvorderlijk kort geding’) zich ook uitstrekte over de executiefase bestond discussie. Inmiddels is het vaste jurisprudentie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. In het artikel geeft de auteur, tot juli 2011 lid van het Hof, een overzicht van de rechtspraak van het Hof in procedures ex artikel 43 Sv over kwesties die de executie van vrijheidsstraffen betreffen. De vraag wordt behandeld welke kwesties de executie aangaande door het Hof wel en welke niet onder de reikwijdte van artikel 43 Sv worden gebracht. Met name wordt aandacht besteed aan beslissingen aangaande voorwaardelijke invrijheidsstelling en elektronisch toezicht en de toetsing daarvan door de rechter. Ook wordt (mogelijke) toekomstige wetgeving op dit terrein besproken. De auteur komt tot de conclusie dat thans een duidelijk toetsingskader voor beslissingen aangaande executie van vrijheidsstraffen ontbreekt. Het Hof heeft een zekere lijn ingezet. Veel beslissingen aangaande de executie kunnen via de weg van artikel 43 Sv aan de strafrechter worden voorgelegd. Een duidelijk criterium voor de beoordeling welke beslissingen daarvan zijn uitgesloten, is er (nog) niet. Ten aanzien van de beslissingen die wel kunnen worden voorgelegd lijkt het Hof (steeds meer) een marginale, administratiefrechtelijke toets aan te leggen. Ten aanzien van beslis- en beroepstermijnen ontbreekt de nodige duidelijkheid. Met het oog op de rechtsbescherming en de rechtszekerheid van de gedetineerde dient ook aan de resterende onduidelijkheid zoveel mogelijk een einde te worden gemaakt. |
Artikel |
Gescheiden machtenKoloniaal bestuur en de onafhankelijkheid van rechtspraak op Aruba, 1816-1919 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Aruba, machtenscheiding, vredegerecht, kantongerecht, Gerecht in Eerste Aanleg |
Auteurs | Drs. L. Alofs |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de koloniale samenlevingen staat de uitvoerende macht boven de rechterlijke macht. Deze bijdrage beschrijft de verzelfstandiging van de rechtspraak op Aruba tussen 1816 en 1919 op basis van de notulen van de rechtsprekende organen en omliggende archiefstukken. Tussen 1824 en 1848 had het Vredegerecht rechtsprekende, wetgevende en uitvoerende taken. In 1848 kwam een aparte wetgevende Adviserende Commissie tot stand en in 1869 een kantongerecht. Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht werd ongedaan gemaakt door het gegeven dat de gezaghebber veelal aan het hoofd van de rechtsprekende organen stond. In 1919 kwam daarin verandering met de oprichting van het Gerecht in Eerste Aanleg. |