De verhouding tussen de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhavingsstelsels worden benaderd vanuit het oogpunt van coherentie. In de strafrechtelijke sanctionering is de WED het centrale uitgangpunt. De auteur acht uiteindelijk deze wet nog steeds toekomstbestendig. Andere benaderingen verliezen aan coherentie. De auteur doet enkele voorstellen voor verbetering en aanpassing van artikel 1 en 59 WED. De bestuursrechtelijke benadering start bij de Wft als centrale wet, maar de sanctionering is minder gestructureerd als in het strafrecht. De auteur ziet verschillende sanctiefiguren opkomen in het strafrecht en in het bestuursrecht (art. 74 Sr, 257a e.v. Sv), die een samenvloeien van bestuur- en strafsancties mogelijk maken. De procedures zullen voorlopig gescheiden blijven. De auteur geeft afsluitend enkele vuistregels voor humaan sanctioneren. |
Zoekresultaat: 25 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving x
Artikel |
Streven naar coherentie in de publieke sanctionering van financieel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | sociaaleconomisch strafrecht, financieel strafrecht, coherentie sanctiestelsels, WED, Wft |
Auteurs | Em. prof. mr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De overtredingen betreffende de veldpolitie: overheveling naar het bestuursrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | keuzefactoren, boetestelsels, overtredingen, bestuursstrafrecht, handhaving |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Titel VII van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht zijn de overtredingen betreffende de veldpolitie neergelegd. De meeste van deze strafbepalingen, met uitzondering van het bekende artikel 461 Sr, hebben een exotisch en niet-alledaags karakter. De handhaving van deze delicten geschiedt thans door bijzondere opsporingsambtenaren. Een toetsing aan de keuzefactoren, zoals deze zijn geformuleerd in het Nader rapport bestuurlijke boetestelsels en het Integraal afwegingskader, laat zien dat de artikelen 458, 459 en 460 Sr in aanmerking kunnen komen om te worden overgeheveld naar het bestuursrecht. Dit geldt niet voor het bekende artikel 461 Sr. |
Artikel |
Rare jongens die strafrechtelijke beginselenDe invloed van het strafrecht op het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | fundamentele rechten, mededingingsrecht, ne bis in idem, rechtszekerheid, lex mitior |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Veenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het mededingingsrecht is veel discussie over de waarborgen die van toepassing zijn. Zo beargumenteren ondernemingen vaak dat mededingingsautoriteiten hun fundamentele rechten hebben geschonden. Het is dan aan de rechters om te bepalen of dit inderdaad het geval is. In dit artikel wordt gekeken of er bij de ontwikkeling van deze waarborgen inspiratie wordt gehaald uit het strafrecht. |
Artikel |
Het belang van privacy in het strafrechtOver (on)terechte exposure op Rechtspraak.nl en de gevolgen daarvan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | anonimiseringsrichtlijn, AVG, privacy, publicatie, persoonsgegevens |
Auteurs | Mr. G.M. Boezelman en Mr. J.R.J. Gijsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Strafrechtelijke beslissingen worden (doorgaans) gepubliceerd op Rechtspraak.nl. Dit is positief voor de rechtsontwikkeling, maar in sommige gevallen kan publicatie ertoe leiden dat betrokkenen identificeerbaar zijn, ook wanneer de anonimiseringsrichtlijn van de Rechtspraak wordt toegepast. Dit leidt tot een procesrisico voor procesdeelnemers. Dat geldt met name voor procesdeelnemers die geen verdachte zijn, en wanneer het gevallen betreft waarin het opsporingsonderzoek nog niet is afgerond. Hoe gaat de Rechtspraak hiermee om en hoe verhoudt een en ander zich tegen de recente ontwikkelingen op het gebied van (Europees) privacyrecht? |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Artikel |
Feitelijk leidinggeven in het milieustrafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | milieustrafrecht, feitelijk leidinggeven, artikel 51 Sr, milieu, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. T.W. Veenendaal en Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel ‘Feitelijk leidinggeven in het milieustrafrecht’ geven Tara Veenendaal en Marleen Velthuis een overzicht van de belangwekkende jurisprudentie van de afgelopen twee jaar, waaruit kan worden afgeleid hoe het Openbaar Ministerie en de rechter in het milieustrafrecht omgaan met de vervolging van de vermeende feitelijk leidinggevers aan gedragingen door de rechtspersoon. De recente jurisprudentie komt aan de hand van een aantal thema’s aan de orde. Daarna wordt ingegaan op de gepubliceerde transacties van milieuovertredingen door ondernemingen en in hoeverre de rol van natuurlijke personen daarin terugkomt. Het artikel sluit af met een verwachting voor de toekomst. |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Samenvatting |
|
Boekbespreking |
Boekbespreking: mr. I.J. Krukkert, Individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht, Een interne theoretische rechtsvergelijking tussen het fiscale bestuurlijke boeterecht en het strafrecht, Deventer 2018. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Straftoemeting, Boeterecht, Fiscale boete, Rechtsbescherming, Straftoemetingsbeginselen |
Auteurs | Mr. A.A. Feenstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel is een boekbespreking van het proefschrift van mr. I.J. Krukkert over individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht. In dit proefschrift wordt een interne theoretische rechtsvergelijking tussen het fiscale bestuurlijke boeterecht en het strafrecht gemaakt. |
Redactioneel |
Over de beoogde verhouding tussen een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering en het bijzondere strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering, Bijzondere strafwetgeving, Strafvorderlijke grondbeginselen, verhouding tussen Sv en bijzonder strafrecht |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op basis van de uitgangspunten van de wetgever met betrekking tot het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering wordt onderzocht in hoeverre de wetgever zich houdt aan de gepostuleerde uitgangspunten van de modernisering. De wetgever wenst thans de bijzondere strafwetgeving niet te integreren in het moderniseringsproces. Dat zal later per wet moeten worden gedaan, waartegen moet worden gewaakt. Advies aan de wetgever luidt dat met het oog op consistentie, structuur en grondbeginselen van strafvorderlijke wetgeving reeds thans de bijzondere wetgeving in het gemoderniseerde wetboek zal moeten worden ‘ingeweven’. |
Artikel |
De ontwikkeling van de Wet Damocles: burgemeesters trekken zwaard in de strijd tegen drugs |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | 13b Opiumwet, Drugscriminaliteit, Empirical legal research, Hennepteelt, Drugshandel |
Auteurs | Mr. L.M. Bruijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 13b Opiumwet sluiten burgemeesters elk jaar honderden panden vanwege drugshandel en hennepteelt. Dit artikel geeft een zo volledig mogelijk overzicht van de ontwikkeling, uitleg en toepassing van deze sluitingsbevoegdheid. Allereerst wordt onderzocht hoe vaak de bevoegdheid wordt toegepast. Daarna vindt een kwantitatieve jurisprudentieanalyse plaats, waarbij o.a. wordt gekeken naar de winkans van belanghebbenden. Deze resultaten worden vervolgens verklaard aan de hand van een meer kwalitatieve jurisprudentieanalyse. Door gebruik van verschillende onderzoeksmethoden en de uitvoerige jurisprudentiebespreking levert dit onderzoek een wetenschappelijke bijdrage aan de discussie over de toepassing en uitbreiding van artikel 13b Opiumwet. |
Redactioneel |
Het bestaansrecht van de Wet op de economische delicten revisited |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Herziening WED, Culpose delicten, Kaderwet WOD, Europese regelgeving |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De WED lijkt toe aan herziening in de vorm van een kaderwet Wet op de ordeningsdelicten (WOD). De structuur van de aanduiding van de materiële normen kan zo blijven, aangevuld met een specifiek sanctiearsenaal. Er dient een nuancering in de sancties te worden aangebracht door culpose delicten te introduceren. Strafvorderlijk gezien dient in de WOD een juridisch kader te worden gecreëerd voor onder andere overlegstructuren van toezichthouders en OM en de afdoeningsmodaliteit voor buitengerechtelijke afdoening. In de sanctietoemeting zal de verhouding tussen strafrecht en bestuursrecht opnieuw moeten worden geregeld. Speciale aandacht dient de Europese wetgeving in de nieuwe WOD te krijgen. |
Artikel |
Advocaat + misbruik + fiscaal verschoningsrecht = som van misverstandenHet verschoningsrecht van advocaten: kanttekeningen bij hardnekkige misverstanden en inzicht in aspecten van het toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | advocaten, verschoningsrecht, misbruik, toezicht, deken |
Auteurs | Mr. E. van Empel en Mr. P.N. van Regteren Altena |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beleidsvoornemens vervat in de brief van staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes (17 januari 2017, kenmerk 2017-0000009661) voor zover gericht op het ‘wettelijk fiscale verschoningsrecht’ van advocaten geven toezichthouders op advocaten aanleiding om hardnekkige misverstanden over het verschoningsrecht voor advocaten onder de loep te nemen en het toezicht op advocaten en de rol van de deken bij een beroep op verschoningsrecht te belichten, indien degene die met een beroep op verschoningsrecht wordt geconfronteerd daar om vraagt. |
Artikel |
Fair play in het fiscale strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Informeel verschoningsrecht, Fair play, Belastingadviseur |
Auteurs | Mr. A.M.E. Nuyens en Mr. P.C. Melse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat het informeel verschoningsrecht centraal. Dit buitenwettelijke verschoningsrecht, door de Hoge Raad gedefinieerd als het fair play-bginsel vindt zijn oorsprong in het fiscale recht. Een korte introductie zal worden gegeven over de verregaande controlebevoegdheden van de Belastingdienst alsook over wettelijk fiscale verplichtingen van een belastingplichtige en de samenwerking ter voldoening daaraan met een belastingadviseur. De (in bepaalde gevallen te opportunistische) keuzemogelijkheid in het fiscaal punitieve stelsel komt aan bod en waarom juist in dit stelsel de belastingadviseur zich zou moeten kunnen verschonen. Daarna wordt beargumenteerd waarom het informeel verschoningsrecht ook doorwerking heeft, althans behoort te hebben in het strafrecht. Tot slot wordt stilgestaan bij de recente ontwikkelingen met betrekking tot het verschoningsrecht. |
Redactioneel |
Een opdrogende rechtsbronDe stille verdwijning van de beleidsregels |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Beleidsregels, Beginselen van behoorlijke procesorde, Rechtsgelijkheid, Rechtszekerheid, Verbod van willekeur |
Auteurs | Mr. A. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het OM deed sinds de jaren negentig een grote hoeveelheid beleidsregels verschijnen die inmiddels een belangrijke plek als bron van recht hebben verworven. Zij maken het optreden door de handhavende overheid inzichtelijk en voorspelbaar en bevorderen dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden. Sinds kort worden steeds vaker beleidsregels afgeschaft en, naar verluidt, veelal omgezet in een werkinstructie – een interne richtlijn waar derden geen rechten aan kunnen ontlenen. De overheid behoort er geen bezwaar tegen te hebben dat haar feitelijke handelen wordt gelegd tegen de achtergrond van de uitgangspunten van haar zelf genormeerde optreden. Dit redactioneel strekt er dan ook toe het OM op te roepen zijn beleid in eer te herstellen. |
Artikel |
De hoge en bijzondere transactie: een pleidooi voor rechterlijke controle op de afdoening buiten geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, hoge transactie, bijzondere transactie, EHRM, internationale straftribunalen |
Auteurs | Mr. dr. K.C.J. Vriend |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zijn de mogelijkheden van rechterlijke controle op de afdoening buiten geding in strafzaken onderzocht. Gepleit wordt voor een aparte raadkamerprocedure voor hoge en bijzondere transacties, waarbij toetsingscriteria werden ontleend aan de jurisprudentie van het EHRM en de internationale straftribunalen. De raadkamer toetst de overeengekomen transactie aan drie criteria. Ten eerste of de verdachte de transactie vrijwillig heeft geaccepteerd. Ten tweede of de verdachte voldoende geïnformeerd is over de procedurele gevolgen en over het bewijs dat tegen hem vergaard is. Ten derde toetst de raadkamer of er prima facie voldoende bewijsmateriaal in het dossier voorhanden is. Een door de raadkamer in het openbaar uitgesproken gemotiveerde beschikking maakt controle mogelijk op het overeenkomen van hoge en bijzondere transacties. |
Artikel |
Nice to know or need to knowNoodzakelijke strafrechtelijke gegevens voor bestuursrechtelijke sancties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Motiveringsbeginsel, (verstrekking) politiegegevens, (herstellende of bestraffende) sanctie, Bestuurlijke Rapportage, Bewijsleer |
Auteurs | Mr. P. Ronteltap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vaak zijn strafrechtelijke gegevens nodig voor de bestuursrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Door de geheimhoudingsplicht mogen de politie en het Openbaar Ministerie niet meer gegevens verstrekken dan noodzakelijk. Daarom onderzoekt het artikel welke soort gegevens nodig zijn voor het onderbouwen van de meest voorkomende sancties. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen herstellende en bestraffende sancties. Het artikel sluit af met de conclusie dat de huidige wijze van informatieverstrekking niet vrij is van risico’s. |
Artikel |
De bestraffende handhaving van de Omgevingswet: bestuurlijke strafbeschikking of bestuurlijke boete? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | strafrecht, bestuursrecht, omgevingsrecht, handhaving, sanctiestelsels |
Auteurs | Prof. mr. B.F. Keulen en Prof. mr. H.E. Bröring |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juni 2014 is het voorstel voor de Omgevingswet bij de Tweede Kamer ingediend. Aanvankelijk was het kabinet van plan over de volle breedte van de Omgevingswet de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete in te voeren. De Raad van State heeft zich daar in zijn advies tegen gekeerd. Dat heeft het kabinet ertoe gebracht opdracht te geven tot nader onderzoek. Dit artikel bouwt voort op dat onderzoek, dat vanaf de zomer van 2014 tot in maart 2015 is uitgevoerd door medewerkers van de Groningse rechtenfaculteit, onder wie de auteurs van dit artikel. In deze bijdrage richten wij ons vooral op de voorstellen die in de slotbeschouwing zijn gedaan. Het accent ligt op de samenwerking tussen bestuurlijke en justitiële autoriteiten. |
Diversen: Trending Topics |
Bestuurlijke boetes in de socialezekerheidswetgevingAchtergrond en stand van zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Sociale zekerheid, Boetes, Fraudewet, Boetebesluit, Inlichtingenverplichtingen |
Auteurs | Mr. dr. M.J.A. Duker |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren is er veel gebeurd op het terrein van de bestuurlijke handhaving van socialezekerheidswetgeving. Op 1 januari 2013 trad met de ‘Fraudewet’ en het nieuwe Boetebesluit socialezekerheidswetten een betrekkelijk hard boetestelsel in werking. Na een kritische uitspraak hierover van de Centrale Raad van Beroep adviseerde de Raad van State de regering in 2015 zich te bezinnen op de mate van rechtsbescherming bij bestuurlijke beboeting. Een voorstel tot wetswijziging om meer differentiatie aan te brengen in het bestuursrechtelijke boetestelsel is sinds januari 2016 aanhangig, maar van een herbezinning lijkt nog geen sprake. |