Het is tijd voor bezinning op de procespositie van de rechtspersoon in het vooronderzoek en op de wijze waarop daar in de praktijk mee wordt omgegaan. De keuzes die een natuurlijk persoon kan maken ter bepaling van zijn proceshouding in het vooronderzoek, blijken in de praktijk niet of nauwelijks voorhanden voor de rechtspersoon. Een goede rechtvaardiging daarvoor is – met in het achterhoofd dat het uitgangspunt dat in het vooronderzoek aan de rechtspersoon dezelfde rechten zouden moeten toekomen als aan de natuurlijke persoon – niet aanwezig. Ter illustratie wordt ingegaan op een voorbeeld uit de milieustrafrechtelijke praktijk. |
Artikel |
De procespositie van de rechtspersoon in het (milieu)strafrechtelijk vooronderzoekEnkele opmerkingen uit de losse pols |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | vooronderzoek, zwijgrecht, rechtspersoon, procespositie, daderschap rechtspersoon |
Auteurs | Mr. dr. L.E.M. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Boekbespreking |
Bespreking van de oratie Verantwoord financieel strafrecht van Matthijs Nelemans, Tilburg University, 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Beginselen en omvang financieel strafrecht, Zorgvuldigheid, Motiveringsplicht, Buitengerechtelijke afdoening, Financiële toezichthouders |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De orator bespreekt het uitdijend rechtsgebied, met als kern de Wft, de evolutie van het handhavingsmodel met zijn open normen en buitengerechtelijke afdoening en ten slotte de legaliteit en legitimiteit van het financieel strafrecht. De recensent vraagt zich af, of de door de orator genoemde rechtsbeginselen wel de rechtsbeginselen (kunnen) zijn die het financieel strafrecht kunnen normeren, nu het rechtsgebied ‘in het gareel’ wordt gehouden door beginselen van commuun strafrecht, bestuursrecht en Europees recht. Hoe moet het met de begrippen als daderschap en samenloop in de straftoemeting? Het is een weerbarstige materie. |
Artikel |
De inningspraktijk bij verkeersboetes, rijp voor verandering: is de rechtsbescherming voldoende gewaarborgd? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Gijzeling, Verkeersboete, Betalingsonmacht, Inningspraktijk, Rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. dr. J.W. van der Hulst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over de inningspraktijk bij de afdoening van verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Deze praktijk is buitengewoon streng, waarbij het standaard is dat bij betalingsachterstand automatisch gijzeling wordt gevorderd. Recent hebben diverse kantonrechters en de Nationale Ombudsman deze praktijk bekritiseerd. Mede op basis van deze kritiek wordt voorgesteld om gijzeling achterwege te laten bij betalingsonmacht en in de overige gevallen gijzeling enkel te vorderen indien daar een gemotiveerde noodzaak toe is. |
Artikel |
Het nemo-teneturbeginsel en de verhouding met de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraudeEen analyse naar de verhouding tussen het nemo-teneturbeginsel en nieuwe strafbaarstellingen van de meld- en inlichtingenplicht uit de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Nemo-teneturbeginsel, faillissementsfraude, Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, meewerkverplichting, Artikel 6 EVRM |
Auteurs | E.M. van Gelder LLB en D.A.G. van Toor LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden de nieuwe strafbaarstellingen uit de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, inhoudende een inlichtingen- en administratieplicht, in het licht van het nemo-teneturbeginsel geanalyseerd. Deze strafbaarstellingen verplichten de failliet inlichtingen en administratie over te dragen aan de curator op straffe van een gevangenisstraf. De vraag is of deze strafbaarstellingen de Straatsburgse toets kunnen doorstaan. |
Artikel |
Van containers en growshopsOver functioneel daderschap als alternatief voor medeplegen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | medeplegen, functioneel daderschap, functioneel medeplegen, growshops |
Auteurs | Prof. mr. J.M. ten Voorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de rechtspraak van de Hoge Raad over medeplegen wordt soms verwezen naar de mogelijkheid om strafrechtelijke aansprakelijkheid via de figuur van het functioneel daderschap vast te stellen. Dit artikel onderzoekt de mogelijkheid of functioneel daderschap (in de vorm van functioneel plegen en functioneel medeplegen) een alternatief voor medeplegen kan vormen. De voorzichtige conclusie luidt dat de figuur van het functioneel medeplegen tot strafrechtelijke aansprakelijkheid kan leiden in geval van vóór, ten tijde en na afloop van het delict geconstateerde passiviteit die strijdig is met een voor de functionaris geldende zorgplicht. |