De Wwft-meldplichtigen zijn de poortwachters van het economische stelsel in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering. Indien die poortwachters zich niet houden aan hun meldplicht van ongebruikelijke transacties of de plicht tot cliëntenonderzoek kunnen zij naast bestuurs- of tuchtrechtelijk ook strafrechtelijk worden vervolgd. In dit artikel een analyse van de toenemende hoeveelheid strafrechtelijke jurisprudentie met betrekking tot Wwft/WED-zaken. In het bijzonder aandacht voor enkele Wwft/WED-specifieke leerstukken, te weten kleurloos opzet, het instellingsbegrip, de ‘ongebruikelijke transactie’, de vervolgingsuitsluitingsgrond, het transactiebegrip en de samengestelde transactie. Dit artikel behandelt tevens de vraag waarom Wwft-feiten strafrechtelijk worden aangepakt. |
Artikel |
Wwft en het strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Wwft, Strafrecht, Cliëntenonderzoek, Meldplicht, Ongebruikelijke transactie |
Auteurs | Mr. J.P. Rozemeijer en mr. C. van der Meulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De hoge en bijzondere transactie: een pleidooi voor rechterlijke controle op de afdoening buiten geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, hoge transactie, bijzondere transactie, EHRM, internationale straftribunalen |
Auteurs | Mr. dr. K.C.J. Vriend |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zijn de mogelijkheden van rechterlijke controle op de afdoening buiten geding in strafzaken onderzocht. Gepleit wordt voor een aparte raadkamerprocedure voor hoge en bijzondere transacties, waarbij toetsingscriteria werden ontleend aan de jurisprudentie van het EHRM en de internationale straftribunalen. De raadkamer toetst de overeengekomen transactie aan drie criteria. Ten eerste of de verdachte de transactie vrijwillig heeft geaccepteerd. Ten tweede of de verdachte voldoende geïnformeerd is over de procedurele gevolgen en over het bewijs dat tegen hem vergaard is. Ten derde toetst de raadkamer of er prima facie voldoende bewijsmateriaal in het dossier voorhanden is. Een door de raadkamer in het openbaar uitgesproken gemotiveerde beschikking maakt controle mogelijk op het overeenkomen van hoge en bijzondere transacties. |
Jurisprudentie |
Proportionaliteit van strafrechtelijk beslag volgens het Europese Hof van de Rechten van de MensNoot bij EHRM 17 mei 2016, Dzinic tegen Kroatië |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Eerste Protocol, Eigendomsrecht, Conservatoir beslag, Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel, Proportionaliteit |
Auteurs | Mr. J.L. Baar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het EHRM komt tot schending van artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM, nu de waarde van het beslag de vermeende vordering van het OM ruim overstijgt. Daartoe wordt van belang geacht dat de nationale autoriteiten die waarde nooit hebben onderzocht en op de stellingen van klager niet zijn ingegaan. De vraag is welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de Nederlandse rechtspraktijk. |
Artikel |
Het nemo-teneturbeginsel en de verhouding met de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraudeEen analyse naar de verhouding tussen het nemo-teneturbeginsel en nieuwe strafbaarstellingen van de meld- en inlichtingenplicht uit de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Nemo-teneturbeginsel, faillissementsfraude, Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, meewerkverplichting, Artikel 6 EVRM |
Auteurs | E.M. van Gelder LLB en D.A.G. van Toor LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden de nieuwe strafbaarstellingen uit de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, inhoudende een inlichtingen- en administratieplicht, in het licht van het nemo-teneturbeginsel geanalyseerd. Deze strafbaarstellingen verplichten de failliet inlichtingen en administratie over te dragen aan de curator op straffe van een gevangenisstraf. De vraag is of deze strafbaarstellingen de Straatsburgse toets kunnen doorstaan. |
Artikel |
De sanctionering van wildlife crime |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | CITES, Wet natuurbescherming, Flora- en faunawet, Illegale handel, Wildlife crime |
Auteurs | Mr. H.J. van den Noort |
SamenvattingAuteursinformatie |
De illegale handel in wilde dieren en planten is uitgegroeid tot een van de meest winstgevende vormen van georganiseerde criminaliteit. In februari 2016 heeft de Europese Commissie een EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten gepresenteerd. Een van de prioriteiten van het EU-actieplan is om bestaande regels toe te passen. Dit artikel beschrijft de in Nederland geldende regels met betrekking tot de illegale handel in wilde dieren en planten. |
Artikel |
De bestraffende handhaving van de Omgevingswet: bestuurlijke strafbeschikking of bestuurlijke boete? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | strafrecht, bestuursrecht, omgevingsrecht, handhaving, sanctiestelsels |
Auteurs | Prof. mr. B.F. Keulen en Prof. mr. H.E. Bröring |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juni 2014 is het voorstel voor de Omgevingswet bij de Tweede Kamer ingediend. Aanvankelijk was het kabinet van plan over de volle breedte van de Omgevingswet de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete in te voeren. De Raad van State heeft zich daar in zijn advies tegen gekeerd. Dat heeft het kabinet ertoe gebracht opdracht te geven tot nader onderzoek. Dit artikel bouwt voort op dat onderzoek, dat vanaf de zomer van 2014 tot in maart 2015 is uitgevoerd door medewerkers van de Groningse rechtenfaculteit, onder wie de auteurs van dit artikel. In deze bijdrage richten wij ons vooral op de voorstellen die in de slotbeschouwing zijn gedaan. Het accent ligt op de samenwerking tussen bestuurlijke en justitiële autoriteiten. |
Artikel |
Het nemo-teneturbeginselRechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Hoge Raad vergeleken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | nemo-teneturbeginsel, zwijgrecht, EHRM, Hoge Raad |
Auteurs | D.A.G. van Toor LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het nemo-teneturbeginsel en het zwijgrecht zijn internationaal erkende onderdelen van het eerlijk-procesrecht. Deze rechten spelen een belangrijke rol in zaken waarin sfeercumulatie en/of -overgang bestaat van het bestuurs- en het strafrecht. Vaak gaat het dan om in een administratieve procedure verplicht afgelegde verklaring of overdragen document dat ook als bewijs voor een strafbaar feit in een strafzaak wordt gebruikt. De precieze betekenis van en afscheiding tussen het nemo-teneturbeginsel en het zwijgrecht wordt al jaren bediscussieerd. Daarom wordt in dit artikel de rechtspraak van het EHRM en de Hoge Raad met betrekking tot deze rechten vergelijken. |
Artikel |
Geiten in de regen en ander dierenleed |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Wet dieren, welzijn, gezondheid, onthouden van de nodige zorg |
Auteurs | Mr. J.L. Baar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 2.2 lid 8 Wet dieren bepaalt dat een dier niet de nodige zorg mag worden onthouden. Overtreding van deze norm kan zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. De ‘nodige zorg’ is echter een breed en vaag begrip. In het artikel wordt getracht aan dat begrip nader invulling te geven. Hoe kan nu worden vastgesteld of al dan niet de nodige zorg verleend is. Daartoe worden in de eerste plaats de wetssystematiek en wetsgeschiedenis besproken. Nu artikel 2.2 lid 8 Wet dieren een welzijnsbepaling is, wordt ook het welzijnsbegrip nader ingevuld. Vervolgens wordt het ‘nodige zorg’ begrip besproken aan de hand van jurisprudentie. Geconcludeerd wordt dat de vraag of de nodige zorg is verleend, in sterke mate wordt beantwoord aan de hand van het welzijn van het dier. |
Jurisprudentie |
Noot bij Rb Rotterdam, sector bestuur, 31 juli 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:5635 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | integriteitsvragen financieel management, bestuurlijke afdoening, voorgenomen publicatie van uitspraak, procedurele tekortkoming, vergelijking bestuursrechtelijke en strafrechtelijke afdoening |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De hierboven afgedrukte uitspraak in een van de rechterlijk procedures van DNB tegen de Delta Lloyd c.a. is uitdrukking van de lange tijd geheerst hebbende onmin tussen DNB als toezichthouder en Delta Lloyd (die overigens naar het schijnt, na de komst van een nieuw management, enigszins lijkt te verdwijnen, al bemoeide DNB zich onlangs nog met de op stapel staande, maar lange tijd betwiste emissie door Delta Lloyd). |