In Nederland wordt het mededingingsrecht (nog steeds) bestuursrechtelijk afgedaan. De strafrechtelijke handhaving van dit rechtsgebied heeft de laatste jaren in andere landen een opmars gemaakt; ook in verschillende lidstaten van de Europese Unie. Hoewel in Nederland het mededingingsrecht een ‘strafrechtelijk verleden’ kent, werd deze handhavingsvorm weinig benut en/of was deze weinig succesvol en is hiervan afscheid genomen. Dat Nederland overtredingen van de mededingingswet nu niet strafrechtelijk sanctioneert, wil echter niet zeggen dat aan mededingingsrechtelijke overtredingen voor Nederlanders geen strafrechtelijke risico’s kleven. Indien dergelijke overtredingen door Nederlandse onderdanen in het buitenland effect hebben, omdat daar bijvoorbeeld de klanten van een kartel zijn gevestigd, kunnen Nederlanders alsnog – zij het in het buitenland – tegen strafrechtelijke vervolging en een veroordeling aanlopen. |
Zoekresultaat: 31 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving x
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | uit- en overlevering, kartelverbod, mededingingswet, lijstfeiten, dubbele strafbaarheid |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen en Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De opsporings- en vervolgingscompetentie van het Europees Openbaar Ministerie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, opsporing, subsidiefraude, corruptie, EU-strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Openbaar Ministerie gaat ook in Nederland strafbare feiten opsporen en vervolgen die schade toebrengen aan de financiële belangen van de EU. Maar welke feiten precies? Hoe wordt zijn competentie afgebakend van de competentie van de nationale autoriteiten? En hoe wordt verzekerd dat het Europees OM niet alleen formeel, maar ook praktisch in staat is om de opsporingsonderzoeken uit te voeren waarvoor het bevoegd is? Deze bijdrage bespreekt de invoeringswet waarmee het Europees OM in de Nederlandse rechtsorde wordt ingebed, en de competentievragen die daarbij een rol spelen. Sommige punten zijn helder, maar andere leiden slechts tot vraagtekens. |
Artikel |
Het Europees arrestatiebevelToch nog mogelijkheden voor een goede verdediging? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | overlevering, Europees aanhoudingsbevel, opgeëiste persoon, kaderbesluit, HvJ EU |
Auteurs | Mr. W.R. Jonk en Mr. R. Malewicz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 12 mei 2004 is in Nederland de Overleveringswet van kracht, waarmee de procedure van uitlevering binnen de EU drastisch veranderde. Sindsdien is het Europees aanhoudingsbevel een populair middel voor lidstaten geworden om gezochte verdachten en veroordeelden naar hun grondgebied te krijgen. De rechtsbescherming voor opgeëiste personen is, onder meer door enkele uitspraken van het HvJ EU, allengs minder geworden. De bijstand in overleveringszaken vergt dan ook meer dan alleen het voeren van verweren in overleveringsprocedure zelf. Een proactieve houding, mogelijk zelfs in de fase voorafgaand aan het EAB, kan de opgeëiste persoon een gedwongen reis naar het buitenland besparen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | samenwerkingsverbanden, verdedigingsrechten, nemo tenetur-beginsel, onrechtmatig bewijs, convenanten |
Auteurs | Prof. mr. M.J.J.P. Luchtman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel ‘Gegevensuitwisseling in samenwerkingsverbanden’ beoogt kaders te bieden voor de multilaterale samenwerking tussen strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke actoren ter bestrijding van ongewenste maatschappelijke fenomenen, waaronder de bestrijding van fraude. Het voorstel richt zich uitsluitend op de normering van de gegevensverwerking die onder de vlag van die samenwerkingsverbanden plaatsvindt. In dit artikel wordt betoogd dat die benadering te beperkt is. Dat wordt geïllustreerd met een analyse van de mogelijke gevolgen van het voorstel voor de verdedigingsrechten en het bewijsrecht, in het bijzonder het leerstuk van het onrechtmatig verkregen bewijs. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Rare jongens die strafrechtelijke beginselenDe invloed van het strafrecht op het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | fundamentele rechten, mededingingsrecht, ne bis in idem, rechtszekerheid, lex mitior |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Veenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het mededingingsrecht is veel discussie over de waarborgen die van toepassing zijn. Zo beargumenteren ondernemingen vaak dat mededingingsautoriteiten hun fundamentele rechten hebben geschonden. Het is dan aan de rechters om te bepalen of dit inderdaad het geval is. In dit artikel wordt gekeken of er bij de ontwikkeling van deze waarborgen inspiratie wordt gehaald uit het strafrecht. |
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |
Artikel |
De strafrechtelijke aanpak van fraude op online handelsplatformsModernisering van klassieke strafbaarstellingen in het licht van de digitale wereld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | online handelsfraude, fraude met nieuwe betaalmethoden, digitalisering, verkopersbedrog |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om strafrechtelijke aansprakelijkheid te vestigen voor fraude op online handelsplatforms, in het bijzonder de strafbaarstelling van verkoopfraude op handelsplatforms en het voorstel tot strafbaarstelling van fraude met nieuwe betaalmethoden. Het artikel maakt inzichtelijk hoe onze (analoge) wetgeving steeds verder wordt aangepast op gedragingen die zich afspelen in de digitale wereld, maar laat tevens zien dat deze ‘nieuwe’ gedragingen in de kern niet veel afwijken van de bestaande gedragingen in de offline wereld. |
Artikel |
Het belang van privacy in het strafrechtOver (on)terechte exposure op Rechtspraak.nl en de gevolgen daarvan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | anonimiseringsrichtlijn, AVG, privacy, publicatie, persoonsgegevens |
Auteurs | Mr. G.M. Boezelman en Mr. J.R.J. Gijsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Strafrechtelijke beslissingen worden (doorgaans) gepubliceerd op Rechtspraak.nl. Dit is positief voor de rechtsontwikkeling, maar in sommige gevallen kan publicatie ertoe leiden dat betrokkenen identificeerbaar zijn, ook wanneer de anonimiseringsrichtlijn van de Rechtspraak wordt toegepast. Dit leidt tot een procesrisico voor procesdeelnemers. Dat geldt met name voor procesdeelnemers die geen verdachte zijn, en wanneer het gevallen betreft waarin het opsporingsonderzoek nog niet is afgerond. Hoe gaat de Rechtspraak hiermee om en hoe verhoudt een en ander zich tegen de recente ontwikkelingen op het gebied van (Europees) privacyrecht? |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Artikel |
De werking van internationale sancties in NederlandHoe de ontwikkeling, opsporing en vervolging van internationale sancties in Nederland plaatsvindt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | internationaal, sancties, strategische goederen, Sanctiewet, douane |
Auteurs | Mr. J. Pauwelussen Mcrim en M. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond, geschiedenis en de ontwikkeling van internationale sancties. Tegen de achtergrond van de ontstaanshistorie wordt in dit artikel een beeld geschetst van het doel en de noodzaak van sancties. Vervolgens wordt beschreven welke wetgeving in Nederland van toepassing is op sanctieovertredingen en wordt relevante jurisprudentie behandeld. Ten slotte wordt er vanuit een praktische invalshoek beschreven op welke wijze de opsporing en vervolging is georganiseerd. |
Artikel |
Sanctieregelgeving en Wwft: same same, but different! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Sanctiewet 1997, Wwft, compliance, strategische goederen, sancties |
Auteurs | Mr. T.J. Kodrzycki en Mr. J.G. Geertsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een deugdelijk complianceprogramma is verplicht onder de Wwft en de Sanctiewet 1977 en draagt bij aan risicobeheersing van strafvervolging. Onder de Sanctiewet 1977 zien we in recente jaren een toename in strafrechtelijke vervolging en veroordeling. Onderzocht wordt een aantal verschillen en overeenkomsten in de eisen die toezichthouders stellen aan complianceprogramma’s ten aanzien van de Wwft en de Sanctiewet 1977. Overlap wordt geconstateerd ten aanzien van geliste landen, meldplichten aan toezichthouders, identificeren van UBO’s, onderzoek naar cliënten/zakelijke relaties/transacties, identificeren van PEP’s. De Wwft en Sanctiewet 1977 gaan uit van verschillende normenkaders: risk based (Wwft) en rule based (Sanctiewet 1977). |
Artikel |
Overbrugging van procedurele breuklijnen bij een integrale aanpak van criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | (de keuze voor een) handhavingsstelsel, ne bis in idem, Integrale aanpak, Bewijsvergaring, vormverzuimen |
Auteurs | Prof. mr. dr. M.F.H. Hirsch Ballin |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overheid zet in op een ‘integrale aanpak’ van ondermijning, terrorisme, cybercrime en financieel-economische criminaliteit. Die integrale aanpak heeft ook belangrijke procedurele gevolgen. Tegelijkertijd of achtereenvolgens worden bevoegdheden ingezet die worden genormeerd in verschillende rechtsgebieden. Het door deze bevoegdheden vergaarde materiaal wordt bovendien onderling gedeeld en gebruikt voor andere bevoegdheden. Door de betrokkenheid van meerdere rechtsgebieden en door die rechtsgebieden gescheiden te blijven benaderen, is sprake van procedurele breuklijnen die af doen aan daadwerkelijke integratie en aan de waarborgfunctie van het recht. Niet een duidelijkere keuze tussen handhavingsstelsels is de route naar overbrugging, maar het bereiken van overeenstemming over de grondbeginselen die aan de normering ten grondslag liggen. |
Artikel |
Bada Bing Bada BoomOverpeinzingen over omkoping en belastingfraude in het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Ambtelijke omkoping, Belastingfraude, Una via, Ne bis in idem |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderzoek Bada Bing worden een parlementariër en de eigenaar van een bordeel veroordeeld voor ambtelijke omkoping. De eigenaar wordt tevens veroordeeld voor belastingfraude. In deze bijdrage gaan wij nader in op een aantal aspecten dat in deze zaken aan de orde was. Daarbij hebben we ons beperkt tot de invulling van de omkoping in de zaak van de parlementariër en de formele aspecten die speelden bij de belastingfraude. Deze aspecten springen het meest in het oog gezien de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse (fiscale) strafrechtspleging. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Samenvatting |
|
Kroniek |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2018 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Artikel |
De hoogtepunten uit vijf jaren milieustrafrechtjurisprudentie (2013-2018) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Milieustrafrecht, Jurisprudentie, Milieu, Strafrecht, Handhaving |
Auteurs | Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de jurisprudentie op het gebied van het milieustrafrecht over de afgelopen vijf jaren (2013-2018). De zaken tegen Odfjell, Trafigura, Dow Benelux en Chemiepack komen aan de orde. Daarnaast wordt jurisprudentie behandeld waaruit volgt dat rechters kritisch beoordelen of het OM ontvankelijk is, of de relevante delictsbestanddelen bewezen kunnen worden, of voldaan is aan de vereisten voor daderschap en/of deelneming en of de overtreding opzettelijk is begaan. Ook worden relevante ontnemingsuitspraken gesignaleerd. De auteur sluit af met een blik op de toekomst. |
Jurisprudentie |
Btw-fraude; verhouding EU-recht en nationale verjaringsregels; worsteling van het Hof met fundamentele mensenrechtenNoot bij HvJ 8 september 2015, ECLI:EU: 2015:555 (Tarrico e.a., prejudiciële beslissing) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafrecht, EU-financiën, Verjaring, Grondrechten, Verhouding nationaal recht - EU-recht |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het HvJEU stelt voorop dat handhaving van normen ter bescherming van de financiën van de EU strafrechtelijk kan plaatsvinden met voorbijgaan aan de verjaringsregelingen van de desbetreffende staat, maar met inachtneming van grondrechten van de betrokkenen. Vervolg en uitwerking van deze beslissing in HvJEU 5 december 2017. |