In Nederland wordt het mededingingsrecht (nog steeds) bestuursrechtelijk afgedaan. De strafrechtelijke handhaving van dit rechtsgebied heeft de laatste jaren in andere landen een opmars gemaakt; ook in verschillende lidstaten van de Europese Unie. Hoewel in Nederland het mededingingsrecht een ‘strafrechtelijk verleden’ kent, werd deze handhavingsvorm weinig benut en/of was deze weinig succesvol en is hiervan afscheid genomen. Dat Nederland overtredingen van de mededingingswet nu niet strafrechtelijk sanctioneert, wil echter niet zeggen dat aan mededingingsrechtelijke overtredingen voor Nederlanders geen strafrechtelijke risico’s kleven. Indien dergelijke overtredingen door Nederlandse onderdanen in het buitenland effect hebben, omdat daar bijvoorbeeld de klanten van een kartel zijn gevestigd, kunnen Nederlanders alsnog – zij het in het buitenland – tegen strafrechtelijke vervolging en een veroordeling aanlopen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | uit- en overlevering, kartelverbod, mededingingswet, lijstfeiten, dubbele strafbaarheid |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen en Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De opsporings- en vervolgingscompetentie van het Europees Openbaar Ministerie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, opsporing, subsidiefraude, corruptie, EU-strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Openbaar Ministerie gaat ook in Nederland strafbare feiten opsporen en vervolgen die schade toebrengen aan de financiële belangen van de EU. Maar welke feiten precies? Hoe wordt zijn competentie afgebakend van de competentie van de nationale autoriteiten? En hoe wordt verzekerd dat het Europees OM niet alleen formeel, maar ook praktisch in staat is om de opsporingsonderzoeken uit te voeren waarvoor het bevoegd is? Deze bijdrage bespreekt de invoeringswet waarmee het Europees OM in de Nederlandse rechtsorde wordt ingebed, en de competentievragen die daarbij een rol spelen. Sommige punten zijn helder, maar andere leiden slechts tot vraagtekens. |
Artikel |
Het Europees arrestatiebevelToch nog mogelijkheden voor een goede verdediging? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | overlevering, Europees aanhoudingsbevel, opgeëiste persoon, kaderbesluit, HvJ EU |
Auteurs | Mr. W.R. Jonk en Mr. R. Malewicz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 12 mei 2004 is in Nederland de Overleveringswet van kracht, waarmee de procedure van uitlevering binnen de EU drastisch veranderde. Sindsdien is het Europees aanhoudingsbevel een populair middel voor lidstaten geworden om gezochte verdachten en veroordeelden naar hun grondgebied te krijgen. De rechtsbescherming voor opgeëiste personen is, onder meer door enkele uitspraken van het HvJ EU, allengs minder geworden. De bijstand in overleveringszaken vergt dan ook meer dan alleen het voeren van verweren in overleveringsprocedure zelf. Een proactieve houding, mogelijk zelfs in de fase voorafgaand aan het EAB, kan de opgeëiste persoon een gedwongen reis naar het buitenland besparen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | samenwerkingsverbanden, verdedigingsrechten, nemo tenetur-beginsel, onrechtmatig bewijs, convenanten |
Auteurs | Prof. mr. M.J.J.P. Luchtman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel ‘Gegevensuitwisseling in samenwerkingsverbanden’ beoogt kaders te bieden voor de multilaterale samenwerking tussen strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke actoren ter bestrijding van ongewenste maatschappelijke fenomenen, waaronder de bestrijding van fraude. Het voorstel richt zich uitsluitend op de normering van de gegevensverwerking die onder de vlag van die samenwerkingsverbanden plaatsvindt. In dit artikel wordt betoogd dat die benadering te beperkt is. Dat wordt geïllustreerd met een analyse van de mogelijke gevolgen van het voorstel voor de verdedigingsrechten en het bewijsrecht, in het bijzonder het leerstuk van het onrechtmatig verkregen bewijs. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Rare jongens die strafrechtelijke beginselenDe invloed van het strafrecht op het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | fundamentele rechten, mededingingsrecht, ne bis in idem, rechtszekerheid, lex mitior |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Veenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het mededingingsrecht is veel discussie over de waarborgen die van toepassing zijn. Zo beargumenteren ondernemingen vaak dat mededingingsautoriteiten hun fundamentele rechten hebben geschonden. Het is dan aan de rechters om te bepalen of dit inderdaad het geval is. In dit artikel wordt gekeken of er bij de ontwikkeling van deze waarborgen inspiratie wordt gehaald uit het strafrecht. |
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |
Artikel |
De strafrechtelijke aanpak van fraude op online handelsplatformsModernisering van klassieke strafbaarstellingen in het licht van de digitale wereld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | online handelsfraude, fraude met nieuwe betaalmethoden, digitalisering, verkopersbedrog |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om strafrechtelijke aansprakelijkheid te vestigen voor fraude op online handelsplatforms, in het bijzonder de strafbaarstelling van verkoopfraude op handelsplatforms en het voorstel tot strafbaarstelling van fraude met nieuwe betaalmethoden. Het artikel maakt inzichtelijk hoe onze (analoge) wetgeving steeds verder wordt aangepast op gedragingen die zich afspelen in de digitale wereld, maar laat tevens zien dat deze ‘nieuwe’ gedragingen in de kern niet veel afwijken van de bestaande gedragingen in de offline wereld. |
Artikel |
Het belang van privacy in het strafrechtOver (on)terechte exposure op Rechtspraak.nl en de gevolgen daarvan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | anonimiseringsrichtlijn, AVG, privacy, publicatie, persoonsgegevens |
Auteurs | Mr. G.M. Boezelman en Mr. J.R.J. Gijsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Strafrechtelijke beslissingen worden (doorgaans) gepubliceerd op Rechtspraak.nl. Dit is positief voor de rechtsontwikkeling, maar in sommige gevallen kan publicatie ertoe leiden dat betrokkenen identificeerbaar zijn, ook wanneer de anonimiseringsrichtlijn van de Rechtspraak wordt toegepast. Dit leidt tot een procesrisico voor procesdeelnemers. Dat geldt met name voor procesdeelnemers die geen verdachte zijn, en wanneer het gevallen betreft waarin het opsporingsonderzoek nog niet is afgerond. Hoe gaat de Rechtspraak hiermee om en hoe verhoudt een en ander zich tegen de recente ontwikkelingen op het gebied van (Europees) privacyrecht? |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |