Mensen communiceren in de huidige samenleving volop digitaal. Het is dan ook niet verrassend dat hét mechanisme om tot de kern van iemands privéleven te komen tegenwoordig wordt bereikt door het onderzoek aan de smartphone. Het wettelijke kader betreffende dit onderzoek staat al enige tijd ter discussie. Waar de Hoge Raad een (op het eerste gezicht onwerkbaar) kader voor de (opsporing)praktijk heeft getracht te scheppen, is de modernisering van het Wetboek (mede) op dit punt in volle gang. Het is tijd dat de wetgever de spreekwoordelijke handschoen oppakt en zorg draagt voor een evenwichtige balans tussen privacy en effectieve opsporing. |
Diversen |
Codificatie van de lappendekenOnderzoek aan een in beslag genomen smartphone: het labyrint van de (toekomstige) wetgeving en jurisprudentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Smartphone, Modernisering Wetboek, Privacy, Straf(proces)recht, Opsporingsbevoegdheid |
Auteurs | Mr. N. van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Datamining in een veranderende wereld van opsporing en vervolging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Strafprocesrecht, Strafrecht, Art. 3 Politiewet 2012, Datamining, Privacy |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Datamining wordt meer en meer als opsporingsmethode ingezet. Onderzocht wordt of de huidige wettelijke grondslagen, mede gelet op jurisprudentie van het EHRM, wel voldoen voor de inzet van deze methode. Een handvat wordt geboden voor een wettelijke regeling. |
Artikel |
Het gebruik van Big Data voor opsporingsdoeleinden: tussen Strafvordering en Wet politiegegevens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Big Data, opsporing, privacy, wet politiegegevens, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. B. W. Schermer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van grote hoeveelheden gegevens (Big Data) levert een steeds grotere bijdrage aan het succes van de opsporing. De toepassing van Big Data brengt echter ook (privacy)risico’s met zich mee. Door de gebrekkige samenhang tussen het Wetboek van Strafvordering en de Wet politiegegevens is het gebruik van Big Data momenteel niet goed gereguleerd. In dit artikel worden de belangrijkste risico’s voor de rechtsbescherming bij het gebruik van Big Data voor opsporingsdoeleinden besproken en wordt bekeken in hoeverre het huidige en toekomstige strafvorderlijke kader deze risico’s kan adresseren. |
Artikel |
De bevoegdheid van de politie om computers binnen te treden: tijd voor een grondrecht op de bescherming van informatie-technische systemen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | hackbevoegdheid politie, botnets, nieuw grondrecht, integriteit communicatieapparaten, Computercriminaliteit III |
Auteurs | Dr. B. van der Sloot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel computercriminaliteit III is bijna aangenomen en legt een aantal nieuwe bevoegdheden voor de politie neer, waaronder de mogelijkheid om computers van burgers binnen te treden. Niet alleen kan de politie zodoende onderzoek doen, ook mag zij gegevens kopiëren en aanpassingen doen aan de computer, bijvoorbeeld om bepaalde malware te verwijderen. Commentatoren hebben erop gewezen dat dit een zware inmenging is in de privésfeer van burgers. Het zou dan ook tijd zijn voor een nieuw grondrecht op de integriteit van digitale gegevensdragers. Dit artikel bespreekt de nieuwe bevoegdheid van de politie en de introductie van een mogelijk nieuw grondrecht. |
Artikel |
Over de houdbaarheid van de parlementaire immuniteit voor (gemeentelijke) volksvertegenwoordigers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Parlementaire immuniteit, Vrijheid van meningsuiting, Volksvertegenwoordigers, Vervolgingsrecht, Uitingsdelicten |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volksvertegenwoordigers die zich binnen een officiële vergadering beledigend uitlaten tegenover andere parlementariërs kunnen hiervoor niet worden vervolgd of civielrechtelijk worden aangesproken. Hetzelfde geldt voor andere delicten, zoals de schending van de geheimhoudingsplicht en het aanzetten tot haat. Het Openbaar Ministerie komt in dergelijke gevallen geen vervolgingsrecht toe. De voorzitter is bevoegd om sanctionerend op te treden. In het huidige regime lijkt de toegevoegde waarde van deze parlementaire immuniteit voor volksvertegenwoordigers achterhaald te zijn, vanwege een ruime uitleg van de vrijheid van meningsuiting voor politici. |
Jurisprudentie |
‘Mag ik even in uw smartphone kijken?’De visie van de Hoge Raad gelet op het recht op privacy op grond van artikel 8 EVRM |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Smartphone, (Recht op) privacy, Verbaliseringsplicht, Doorzoeking, Toezicht |
Auteurs | Mr. T. Beekhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad schetst in de ‘Smartphone-arresten’ een juridisch toetsingskader voor de vaststelling wanneer aan een smartphone een rechtmatig onderzoek kan plaatsvinden. Het zwaartepunt ligt volgens de Hoge Raad op de ‘hoeveelheid doorzochte gegevens’. Afhankelijk van de mate van volledigheid van het beeld dat daardoor wordt verkregen van het persoonlijk leven, stelt de Hoge Raad wie bevoegd is: een opsporingsambtenaar, een officier van justitie of een rechter-commissaris. In deze annotatie staat centraal op welke wijze het toezicht dient plaats te vinden en welke andere factoren een rol zouden moeten spelen bij de vaststelling van de inbreuk op het recht op privacy. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2017 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Artikel |
Fraude & asset recovery: een routekaart voor het terughalen van vermogensbestanddelen langs civielrechtelijke weg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | fraude, asset tracing, asset recovery, exhibitieplicht, Norwich Pharmacal order |
Auteurs | Mr. dr. C.G. van der Plas en Mr. C.L. van Tilburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel over fraude & asset recovery wordt stapsgewijs aan de hand van een casus uiteengezet hoe via civielrechtelijke weg kan worden achterhaald waar weggesluisde vermogensbestanddelen zijn gebleven en hoe deze kunnen worden teruggehaald. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de mogelijkheden die het Nederlandse recht daarvoor biedt, maar passeren ook enkele discovery tools uit common law jurisdicties de revue. |
Artikel |
Het medische beroepsgeheim: Heilige huisjes en juridische fictie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Medische beroepsgeheim, Veronderstelde toestemming, Conflict van plichten, Zeer bijzondere omstandigheden, Dood |
Auteurs | Prof. mr. dr. W.L.J.M. Duijst en mr. drs. M.E.B. Morsink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wanneer wordt gesproken over het medische beroepsgeheim dan worden termen gebruikt die een geheel eigen leven zijn gaan leiden. Termen als ‘veronderstelde toestemming’, ‘conflict van plichten en ‘zeer bijzondere omstandigheden’, leiden zelden tot discussie. Wanneer deze termen nader worden beschouwd zijn zij uitermate onduidelijk en juridisch niet of nauwelijks houdbaar. |
Artikel |
Het verschoningsrecht van de geestelijke |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | verschoningsrecht, geestelijke, geheimhouding, Godsdienst/religie, sekte |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de bijdrage wordt het verschoningsrecht van de geestelijke aan de hand van wetsgeschiedenis en rechtspraak aan een nadere beschouwing onderworpen. Centraal staat de vraag wie die geestelijke is en wanneer hem het verschoningsrecht toekomt. Verder wordt een antwoord gegeven op de vraag hoe het zit met de geestelijk leiders van andere dan de wereldgodsdiensten. |
Artikel |
Een verkenning van de vorderingsbevoegdheid van de Wet op de economische delicten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Wet op de economische delicten, vordering, art. 19 WED, art. 126nd Sv, bevoegdheden |
Auteurs | Mr. G.J. van der Zon en Mr. L.E.M. Dallau |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ruimere bevoegdheden die de Wet op de economische delicten kent in vergelijking met het Wetboek van Strafvordering worden in de opsporingspraktijk te weinig benut. |